GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. In het laatst van het verloopen jaar werd, buiten de voordracht van de litte rarische faculteit, tot hoogleeraar in de geschiedenis aan de Universiteit van Straatsburg benoemd de vroegere buitengewone hoogleeraar Dr. Spahn. Dat deze benoeming heel w.at opzien gebaard heeft, is te verstaan. Zij had plaats naar den wensch van Keizer Wilhelm, die de Uitramontaansche Centrum-partij daarmede heeft willen gerieven. De Siraatsburger hoogleeraar Michaëlis heeft zich tot tolk gemaakt van de verontwaardiging van allen, die in de benoeming van Dr. Spahn eene besnoeiing zien van de oude rechten der Universiteiten.

En het kan niet ontkend worden, dat de Staatsmacht volgens antirevolutionaire beginselen niet het zeggenschap hebben kan over de Universiteiten, wanneer deze althans vrije corporatiën zijn. Doch wanneer eene hooge school geheel onderhouden wordt door het geld van den Staat, dan is er niets tegen te zeggen dat de overheid zich op een gegeven oogenblik niet stoort aan een ingeleverde voordracht en tot hoogleeraar den man benoemt, dien zij er hebben vvil.

Nu blijkt bet van achteren, dat Dr. Spahn niet de Ultramontaan is, waarvoor velen hem hielden. Hij schreef een paar jaren geleden aan den graaf van Hoensljroech, die de orde der Jezuïeten verliet, deze woorden : „Het zal u verbazen, dat ik uwe handelwijze in menig opzicht waardeer en er mede sympathiseer." l3it heeft de graaf in zijn Rundschau laten drukken, maar, op uitdrukkelijk verlangen van Dr. Spahn, zonder den naam van den schrijver. Doch de Regeering en ook het Centrum heeft Dr. Spahn voor goed katholiek verklaard, en als zoodanig is hij ook door den minister van onderwijs benoemd.

Wij hopen van harte, dat ook door het incident van Dr. Spahn's benoeming de Gereformeerden in Duitschland zullen leeren, dat zij van de Staatsuniversiteiten voor de verbreiding van de Gereformeerde beginselen en voor de opleiding van de aanstaande dienaren des Woords niet veel hebben te verwachten. Met de Roomschen, die door hunne krachtige organisatie zulk een overv/egenden invloed in den Rijksdag kunnen uitoefenen, moet de Regeering wel rekening houden. Wanneer Willem II ze niet in het gevlij komt, kunnen zij zijn plannen op allerlei wijzen dwarsboomen.

Toen Bismarck meende, dat hij de Roomsche kerk kon fnuiken door de befaamde Meiwetten door te drijven, bleek het ten slotte, dat hij den strijd met het Centrum, dat volkomen te recht voor de vrijheid van de Roomsche kerk streed, niet kon volhouden. Ten slotte werd zelfs de houding van het Centrum de val van den ij zeren kanselier. Men weet het dus, dat men de Roomsclre Centrumpartij heeft te ontzien. Maar welken staatkundigen invloed oefenen de Gereformeerden in Duitschland uit ? Immers eene zoo onmerkbaren, dat de Regeering er zich niet aan behoeft te storen. Toen eenigë jaren geleden de overleden predikant Dr. Zahn uit Stuttgart zich naar Tnbingen begaf, om voor studenten voorlezin"; en te houden teneinde deze te waarschuwen tegen de negatieve critiek, die er in dezen tijd uitgeoefend wordt op het Oude Testament, werd hij daarin zoo tegengev/erkt, dat hij ten slotte zijn reizen naar die acaderaiestad staakte. Wij houden er ons van overtuigd, dat wanneer een Roomsche bisschop hetzelfde had willen doen wat Dr. Zahn beproefd heeft, hem niets in den weg zou gelegd zijn.

N.-Amerika. Eene historische mededeeling van prof. Dosker.

Mede naar aanleiding van ons schrijven over het weglaten van de „verwerping der dwalingen" van de Dordsche leerregels, uit de belijdenis der Geref. Kerk .van Amerika, schrijft prof. Dosker in de Hope het volgende:

„Als men vraagt hoe het komt dat de Geref. Kerk in Amerika de veriverping der dwalingen niet in hare belijdenisschriften heeft, en verder — vraagt wanneer en hoe zijn die er uitgelaten 7 dan is ons antwoord : —" zij zijn er nooit in geweest.

Indien iemand de voorrede leest der eerste „Constitutie", bevattende de Leer, Regels en Dienst der Geref. Kerk, gedrukt in New York in 1793, zal hij zien dat onze vaderen, in het vaststellen dier Constitutie, daarin het pad volgden van alle Amerikaansche Kerken Zij zeggen _— „sinds de onlangs daargestelde gelukkige ' revolutie, hebben de Kerken der verschillende gezindheden het noodig geacht zichzelven te organiseeren, in overeenstemming met den tegenwodrdigen toestand, waarin de goede voorzienigheid Gods hen geplaatst heeft."

In het aanvaarden der Dordsche regels, hebben zij die — „in akkoord gebracht met den toestand en plaatselijke gesteldheid der Kerk."

„Het was onmogelijk en ongewenscht om die regels slaafsweg te aanvaarden." „Alle interpositie van den magistraat in de regeering der Kerk is dus geheel weggelaten in deze Constitutie".

Hoe was ze in het leven gekomen?

In de Geref. Kerk waren twee partijen, die, van 1764—1771, elkander bitter bestreden. De Conferentie partij wilde absolute onderwerping aan de Classis van Amsterdam; AQ Coetus-partij absolute onafhankelijkheid, In 1771, op den iSden Oct., werd te New York de Unie vergadering gehojden waar de Geref. Kerken van Amerika zich vereenigden en praktisch onafhankelijk werden. De Classis van Amsterdam brak langzaam hare correspondentie af en antwoordde, aan het einde der eeuw, in het geheel niet meer , op de aan haar geschrevene blieven.

Deze transitie duurde van 1771—1793 toen, door de aanneming der Constitutie, de Kerken zich onafhankelijk en zelfstandig verklaarden.

Reeds in 178S begon de Synode met dit werk. De Com. ad hoc rapporteerde toen. „Daar de omstandigheden der Keik, in het bijzonder met het oog op de algemeene bescherming der burgerlijke regeering en de vrijheid van godsdienst, vorderen dat niet slechts de geloofsbelijdenis, maar ook de Kerkenorde, aan onze landgenooten in de Engelsche taal bekend worden, gelijk reads gedaan is door al de groote Kerken des lands; en daar he: Engelsch onze landtaal is en steeds meer wordt, en reeds geheel of ten deele door onze gemeenten is ingevoerd, en het opkomend geslacht weinig meer schijnt te verstaan van de moedertaal: zoo gevoelt de Synode zic.i verplicht beide ter wille van den Staat en van onze medeburgers en tevens voor de preservatie der Ger. Kerk en de instructie harer leden, en in het bijzonder der jeugd — dit ond(rv/erp ter hand te nemen."

Eene Com. werd benoemd om de zaak uit te voeren, waarvan Dr. J. IL Livingston president was.

In 1790 werd hun rappoit ingediend. Het was zeker gebaseerd op de vroegste vertaling der Belijdenisschriften, n.l. die welke daargesteld werd door de Collegiate Church van New-York in 1767 en door haar gebruikt werd. In die vertaling werd de verwerping der dwalingen niet gevonden. Was dat de rede, waarom de scherp orthodoxe lang niet lijdelijke Dr. Livingston ze niet opnam in de vertaling van 1790? voor de vergadering van 1792 voor te bereiden.

Op deze vergadering werd nu eindelijk het volle rapport door de Synode ontvangen en, na ernstige overweging, aangenomen en in 1793 werdeir de gedrukte copiën ter tafel gelegd.

De „vervverping der dwalingen" wordt m deze eerste officieele uitgave der Constitutie gemist. Als wij dus een „verminkte uitgave der For-

mulieren van eenigheid" er op na houden is de schuld niet de onze, maar die der vrome vaderen.

In 1835, en nog eens weer in 1874, werd de Con|litutie herzien, maar essentieel onderging zij geene verandering, sinds 1793. Dit is dus de geschiedenis onzer Belijdenisschriften in Amerika.

En nu voegen wij er dit aan toe. De Geref. Kerk in Amerika werd in 1793 door het aannemen der Constitutie eene onafhankelijke, afzonderlijke Kerk.

Krachtens hare historie, heeft zij hare belijdenis bijna geheel geschoeid op - Dordtschen leest, maar zij was daarin niet gebonden, zij was vrij in het kiezen harer belijdenisschriften. In de Kerkregeering heeft zij noodzakelijke wijzingen aangebracht. Hier te lande kunnen de Dordsche regels niet slaafs gevolgd worden.

En wat de belijdenis betreft, hebben onze vaderen terecht ingezien, dat de Confessie der Kerk zich bepalen moet bij wat de kerk wel belijdt en dat zij logisch geen melding maken kan van wat zij niet belijdt.

Een apologie is goed op haar pl3.a.ts, polemiek is soms dringend noodig; maar in hare belijdenisschriften heeft de Kerk zich te bepalen tot wat zij, naar den woorde Gods, voor waarheid houdt.

Onzes inziens is de — „verwerping der dwalingen" — geen versterking, maar eer eene verzwakking der Canones. Nadat onze vaderen eerst positief gezegd hadden wat zij beleden, was het geheel noodeloos dat nog eens negatief te herhalen, door te zeggen' wat zij verwierpen.

De bestudeering der geschiedenis onzer eerste Synodale notulen doet den lezer mannen uit éen stuk zierl, mannen die ons eerbied inboezemen, beide wat hun kennis en leervastheid aangaat. En als zij nu in 1790 besloten om „alles wat beslist op Nederland betrekking heeft weg te laten" uit hunne belijdenis; en als nu het opschrift van het toevoegsel tot de Canones zegt — „verwerping der dwalingen, waarmede de Nederlandsche Kerken eenen tijd lan^ 'zijn verontrust geworden" —; dan waren zij immers volkomen logisch in die weglating. Wij belijden en gelooven wat onze vaderen in de 5 artikelen gezegd hebben. Dat is ons genoeg, en dat is ons Kerkelijk recht.

De Gereformeerde Kerk is geen deel der Nederlandsche Kerk, maar een zelfstandig geheel, met eene zelfstandige belijdenis. De heeren hier en in Nederland weten dus nu hoe die weglating in de wereld gekomen is."

Wij danken Prof. Dosker zeer voor zijn historische mededeelingen. Maar de vraag blijft altijd 1. of „de wederlegging van de dwalingen, " tot de formulieren van eenigheid der Gereformeerde Kerken behoort, en zoo ja, of dan 2. een deel van de Gereformeerde Kerk het recht bezit om een stuk van de belijdenis der Geref. Kerken los te laten. Volgens ons moet de eerste vraag bevestigend, de tweede ontkenkend beantwoord worden.

Wanneer het waarheid is, dat de wederlegging van de dwalingen de belijdenis der Geref. Kerk verzwakte, dan is de Amerikaansche Geref. Kerk geroepen om bij eene Generale Synode, waarin alle Gereformeerde Kerken van de geheele wereld vertegenwoordigd zijn, dit gravamen in te brengen en alzoo te trachten dat die verzwakking der belijdenis voor alle Geref. Kerken weggenomen worde.

Overigens moeten wij opkomen tegen de voorstelling, alsof men in Amerika in de Geref. kerk nooit „de verwerping der dwalingen" als belijdenisschrift der kerk heeft gehuldigd. Die Geref. kerk ontstond toch niet eerst in 1767 of in 1793? Eveneens durven wij een zacht woord van protest laten hooren tegen de bewering: „De Gereformeerde kerk in Amerika werd in 1793 door het aannemen der Constitutie eene onafhankelijke, afzonderlijke kerk." Immers de leden van het lichaam van Christus (en als zoodanig mogen we toch de onderscheidene Gereformeerde kerken beschouwen) bestaan niet „afzonderlijk; " ze zijn wel terdege met elkander verbonden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's