GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Een protest tegen het „monument expiatoire" van Prof.Doumergue.

De hoogleeraar Doumergue wil op 27 October een gedenktafel onthullen op de plaats waar voor 350 jaar Servet verbrand werd. Het moet een „verzoenings gedenkteeken" zijn, waarbij de dankbare en eerbiedige zonen van Calvijn de dwaling, die Calvijn Servet deed veroordeelen, welke de dwaling zijner eeuw was, veroordeelen.

Tegen dit denkbeeld trekt de predikant Villaret in de Reformirie Kirchenzeitung met kracht te velde. Hij zegt, dat men van een „verzoeningsgedenkteeken" niet spreken kan, omdat er niets door verzoend wordt. Men zou hetgeen Prof. Doumergue wil laten verrijzen, hoogstens een gedachtenistafel kunnen noemen. Het denkbeeld van een „verzoeningsgedenkteeken" doet zelfs schade, omdat men daardoor den indruk krijgt, alsof Calvijn voor het sterven van Servet op den brandstapel verantwoordelijk was. Ook hebben de heeren, die het verzoeningsgedenkteeken willen plaatsen, geen recht zich te laten gelden als vertegenwoordigers van de „zonen van Calvijn."

De heer Villaret is van oordeel, dat omtrent de verbranding van Servet ook onder geletterden, ja zelfs onder menschen die studie van de Kerkgeschiedenis gemaakt hebben, de meest zonderlinge en verkeerde denkbeelden ingang vonden, welke denkbeelden door Doumergue's monument gevoed worden. Om in deze t®t klaarheid te komen, heeft de heer Villaret de volgende stellingen geformuleerd, die hij mondeling en in geschrifte wil verdedigen:

1. Calvijn was uit een zedelijk en een Gods dienstig oogpunt in zijn recht, toen hij Servet 3.3.T1 K13.3. ËTCLs

2. Hij deed dit met het doel om Servet te bekeeren en te bewegen tet herroeping.

3. Hij klaagde hem riet aan wegens Godloochening, maar i. wegens loochening der Drieeenheid, 2. wegens Godslastering, 3. wegens het koesteren van Doopersche gevoelens.

4. In alle landen werden de wederdoopers met den dood gestraft.

5. Op Godslastering stond volgens de Confessio Helvetica (Zwitsersche belijdenis) de doodstraf.

6. De Rijkswetten, volgens welke het proces tegen Servet geleid werd, waren die van Justinianus en van keizer Frederik II.

7. De reformatoren wilden een godsdienstige vernieuwing op den grondslag van den Bijbel, niet een verbetering van het Wetboek van Strafrecht te weeg brengen. Daarom tastten zij de rijkswetten niet aan. Daarom bestonden de wetten tegen de ketters nog anderhalve eeuw na Servet's verbranding in Evangelische landen van Duitschland. Het gaat dus met om een dwaling van de eeuw van Calvijn, maar om die der volgende eeuwen.

8. De Luthersche kerk heeft in deze geen verdienste, wijl zij geen gelegenheid gehad beeft, deze wetten ten 'uitvoer te brengen. Maar zij heeft-die wetten ook niet afgeschaft.

9. De wetten tegen de Ketters zijn een oud-Roomsch zuurdeeg, de reformatoren hebben niet gewaagd dien uit te zuiveren.

10. Ook volgens de tegenwoordige wetten falthans in Duitschland) is de Godslastering strafbaar, maar volgens de meer humane zienswijze dezer eeuw zijn zachtere strafifen bedreigd,

11. Het proces tegen Servet werd volkomen volgens de wet gevoerd. Aan alle billijke wenschen van Servet werd tegemoet gekomen.

12. Servet was gedurende het proces buitenmate hartstochtelijk en beschimpte Calvijn voortdurend met harde, beleedigende woorden.

13. Calvijn was van het begin tot het einde van het proces een beslist tegenstander van het verbranden van Servet.

14. Parel was er voor. Alleen in het laatste oogenblik verzocht hij, dat men zachter met Servet handelen zou.

15. Toen Servet veroordeeld was volgens de wet, moest ieder ordelievend burger zich daaronder buigen. Tegenstand zou revolutie geweest zijn, ook volgens moderne rechtsbegrippen.

16. De veroordeeling was slechts eene voorwaardelijke. Servet had het tot op het laatste oogenblik in zijn hand den brandstapel, even als de doodstraf, te ontkomen, als hij zijne Godslasteringen had willen herroepen. Hij was daartoe niet te bewegen.

17. De vier Gereformeer ie kerken van Zwitserland, wier advies was ingewonnen, hadden tot strenge toepassing der wetten, d. i. tot den brandstapel, geadviseerd.

18. Zelfs de zachte Melanchthon billijkte dit volkomen. De Luthersche kerkhistorie schrijver Kurtz geeft toe „dat alle mannen van naam onder de Godgeleerden Servet's terechtstelling voor heilzaam en noodzakelijk hielden."

19. Servet zelf klaagde Calvijn aan wegens ketterij en tischte (volgens Bungener) dat Calvijn daarom met den dood, of (volgens Henry) dat hij verbannen zou worden. Servet verlangde dus, dat ketterij wat zachter zou gestraft worden. Hij beschuldigde Calvijn niet van Godslastering.

20. De doodstraf door verbranding is ook voor andere vergrijpen in de Evangelische Staten toegepast. Zoo werd de patricische jonkvrouw Margaretha Milde te Tangermunde in 1617 verbrand.

21. De Roomschgezinden kunnen er den Evangelischen geen verwijt van maken dat Servet verbrand werd, daar hij veroordeeld werd volgens rijkswetten, die door Roomschen gegeven en door Roomschen gehandhaafd werden.

22. De Lutherschen kunnen dit nog minder sloen, daar zij later voor geringere vergrijpen naar verhouding veel hardere straffen oplegden. Zoo werden de Lutherschen, die aanhangers van Melanchton waren in 1574 uit Saksen verbannen en hun leider, Peucer, twaalf jaren lang in een kerker, opgesloten. Door de wederinvoering van de leer van Melanchton („Krypto-Calvinisme") geschiedde het, dat hij weer vrij gelaten werd. Maar toen men in 1591 het „echte Lutherdom" weer herstelde, werd de kanselier Nic. Krell, die de leer van Melanchthon aanhing, na een, gelijk de gestreng-Luthersche kerkgeschiedschrijver Kurtz toegeeft, hoogst willekeurig gevoerd proces, onthoofd.

23. De verdraagzaamheid in de dingen van het geloof moest noodzakelijk uit de reformatie volgen. Toch duurde het nog eeuwen, voordat men dit erkende.

24. De Roomsche kerk heeft daarvan niets overgenomen. Zij leert ook nog tegenwoordig, dat ketters de doodstraf moeten ondergaan.

25. Ik verzoek dat juristen mij inlichten omtrent de volgende vragen: „Wanneerwerden in Duitschland de wetten tegen de ketters opgeheven? Wanneer is de doodstraf door verbranding en het nog vreeslij ker radbraken voor overtredingen van allerlei aard in de Duitscbe Evangelische staten afgeschaft? "

Velen onzer lezers zullen door deze stellingen wel een andere gedachte over Calvijn's aandeel in Servet's dood krijgen.

N.-Amerika. Een nieuwe secte.

Men kan op Godsdienstig gebied geen meening verkondigen, hoe vreemdook, of er worden bijna altijd menschen gevonden, die haar toevallen. Dit komt vooral in de nieuwe wereld uit. Wanneer daar iemand opstaat, die eene secte wil stichten, slaagt hij bijna altijd. Dit is in den laataten tijd weer gebleken door het optreden van zekeren Dowie, over wien wij reeds meermalen schreven, die zich opwierp als de hersteller van het Zion Gods; die voor zijn Zion een nieuwe stad stichtte en als een nieuwe Elia voor zijn volgelingen optrad. Het spreekt wel vanzelf, dat hij munt weet te slaan uit de lichtgeloovigheid zijner volgers, die hij onder zijne hypüose weet te brengen.

In den laatsten tijd trad er weer een nieuwe secte op, in wien David Joris weer schijnt te herleven. Het is onzen lezers bekend, dat meer dan drie eeuwen geleden David Joris optrad met de pretentie, dat hij „de andere Trooster" was die door den Heere Jezus was beloofd, en die zijn volgelingen, waaronder vele rijken, wist te overtuigen, dat de wederkomst des Heeren weldra zou plaats hebben. Velen verkochtten toen alles wat zij hadden, om het aan de voeten te leggen van den gewezen schilder, die daardoor over een groot vermogen beschikken kon. Toen hij genoeg naar zijn zin verzameld had, overlegde hij dat de Jacobs toch niet door de wereld gewaardeerd werden, en daarom zou hij zich maar in Ezau's kleederen steken. Hij vluchtte met al zijn verworven rijkdom naar Bazel, waar hij als een edelman

ging leven onder den naam van jonkheer van Brugge.

Het is alsof nu in N Amerika zekere Benjamin David Joris wil navolgen. Hij beweert een openbaring Gods ontvangen te hebben, dat de oordeelsdag aanstaande is en dat de T44, ooo verzegelden, uit al de geslachten Israels (Openbaring VII) in hem hun geestelijk hoofd hebben te erkennen. Hij wees aan zijn verdwaasde volgelingen de kleine stad Renton Harbor aan, als de plaats van waar zij den Heere zullen tegemoet gevoerd worden.

Dit alles wordt door een schare vereerders van Benjamin voor goede munt aangenomen 1 Natuurlijk is Benjamin ook de man, die het geld van zijn volgelingen beheert. Als de oordeelsdag zoo spoedig komen zal, wat heeft men dan nog aan zijn geld en goed ? Geen wonder dat zijn discipelen er allen toe overgingen om hunne eigendommen te verkoopen en het geld aan Benjamin over te geven! Dat er huisgezinnen worden verwoest en dat vrouwen in armoede moeten wegkwijnen, is te denken. Maar het ergste is dat zij, die Benjamin volgen, hunne kinderen moeten afstaan. Dezen worden allen in een gesticht geplaatst, waar zij afgezonderd opgevoed worden, om door de goddelooze wereld niet besmet te worden.

De mannen dragen lang haar en zien er fanatiek uit. Sommigen hebben een pover, anderen een welgedaan uiterlijk, terwijl er zich reeds onderscheidene gevallen van verstandsverbijstering hebben voorgedaan.

De overheid heeft tot hiertoe geen termen gevonden om tegen Benjamin's drijven op te treden. Hij schijnt er voor te zorgen, dat hij geen vat op zich geeft. Honderden menschen verzamelen zich dan ook onverhinderd te Rentor Harbor.

Doch nu heeft Benjamin een nieuwe openbaring ontvangen. Hij beweert, dat hem door God bevolen is zijne discipelen naar Engeland over te brengen, omdat het eind der wereld van dat punt bet best zal te zien zijn en dat daar de volle r44, ooo zullen vergaderd worden.

Ware het niet gewenscht, dat eens een geneeskundig onderzoek werd ingesteld naar de geestvermogens van den leider der 144, 000 verzegelden ? Het staat bij ons vast, dat hij lijdt aan verstandsverbijstering of dat hij zich schuldig maakt aan bedriegelijke oplichting.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 augustus 1903

De Heraut | 2 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 augustus 1903

De Heraut | 2 Pagina's