GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Scheiding van kerk en staat voor den senaat.

De senaat zal wel het wetsvoorstel, waarbij scheiding van kerk en staat tot stand komt, aannemen. De commissie, die dit voorstel te onderzoeken had, heeft er zich voor verklaard. Van allerlei zijden doet men nu zijn best om ook den senaat te bewegen, spoedig de voor gestelde wet aan te nemen; de minister van eeredienst verklaarde, dat de regeering wenschte dat de wet zoo spoedig mogelijk aangenomen werd; een congres van vrijdenkers sprak als zijn gevoelen uit, dat de wet in het begin van 1906 in werking zou kunnen treden, terwijl de vroegere minister-president Combes zich ook in denzelfden zin liet hooren. Maar de vrienden der Roomsche kerk doen al het mogelijke om te verhinderen dat de toeleg der radicalen zal gelukken.

De kerken bereiden zich reeds op de dingen die komende zijn voor. Zoo besloot het consistorium der Gereformeerde staatskerk in de stad Nimes zijn diaconaat te veranderen in een „Pro testantsche vereeniging tot ondersteuning, " onder het bestuur van gemeenteleden, terwijl eveneens het Gereformeerd hospitaal onder beheer van gemeenteleden werd gesteld. De zaak is dat de kerkelijke gemeenten geen legaten voor de armen mogen aannemen, maar wel vereenigigen die geacht worden in het belang van het algemeen te arbeiden. Daarom worden zulke vereenigingen gesticht, waarbij echter de moeilijkheid bestaat, dat de erkenning van zulke vereenigingen afhangt van de goedwilligheid van den minister en van den staatsraad. Met dit bezwaar zullen nu voortaan ook de vrije kerken in Frankrijk te doen krijgen, die tot hiertoe hunne zaken bestuurden, zonder dat zich iemand daarin kon mengen. Volgens de nieuwe wet moeten ook de vrije gemeenten elk jaar hare rekening en de inventaris harer goederen, zoowel van roerende als onroerende goederen, aan den inspecteur van financiën zenden. Ook is er bepaald dat zij geen reservefonds mogen hebben, dat drieof zesmaal grooter is, dan hare jaarlijksche uitgaven bedragen; zij mogen geen legaten ontvangen. Men ziet uit dit alles, dat deï'ransche socialisten en radicalen der kerk niet alleen het staatsgeld willen onthouden, maar dat zij haar ook op alle manieren willen binden en fnuiken.

Schotland. Uit de Vrije kerk en de Staatskerk. Schotsche

De Engelsche regeering, heeft gemeend zich in het twistgeding tusschen de Vrije kerk van Schotland en de Vereenigde Vrije kerk te moeten mengen. Aan de Vrije kerk van Schotland is al het vermogen der gemeenschap door rechterlijke eindbeslissing toegewezen, ook al ging verreweg het grootste deel van genoemde kerk tot een vereeniging met de Vereenigde Presbyterianen over. Hoe kon de regeering zich in deze zaak mengen, zal men wellicht vragen ? De zaak is eenvoudig. Immers de hoogste rechtbank, in dit geval het Huis der Lords, besliste, dat de kleine Vrije kerk van Schotland het geheele vermogen der kerk behouden zou, voorzoover zij dit volgens de bedoeling van de gevers besturen kon. Nu is het duidelijk, dat een kerk met een paar dozijn leeraars niet in staat is, om een kapitaal van millioenen bij millioenen voor kerkelijke doeleinden te gebruiken. Een koninklijke commissie was eerst benoemd om deze aangelegenheid te regelen, doch deze legde allen nadruk op het laatste deel der rechterlijke uitspraak, en daarom werd een wetsvoorstel aan het parlement gedaan om het eerste gedeelte van het vonnis tot zijn recht te laten komen.

Volgens het regeeringsvoorstel zal de kleine Vrije Kerk het Zendingsfonds en de gebouwen waarin de Synode zitting heeft en waarin onderwijs gegeven wordt tot opleiding tot den dienst des Woords, behouden, doch aan de Vereenigde vrije kerk moet schadeloosstelling gegeven worden. In de plaatselijke kerken moet het kerkgebouw en het vermogen aan de Vrije Kerk van Schotland teruggegeven worden, wanneer een vierde deel der gemeente in 1906 verklaart bij de Vrije Kerk van Schotland te willen blijven. Deze laatste bepaling heeft men in het parlement bestreden en zal door de nieuwe koninklijke commissie wel gewijzigd worden. Immers de zaak zal nu verder door die commissie geregeld worden, en wanneer het parlement die regeling goedkeurt, denkt men dat de kerkelijke vrede in Schotland hersteld is. Een punt heeft in het regeeringsvoorstel aanleiding gegeven tot verbazing. Het is dat waarin de Presbyteriaansche staatskerk van Schotland vrijheid gegeven wordt, om voortaan hare predikanten niet meer te binden aan de concessie van Westminster.

De oppositie vroeg met volle recht wat deze bepaUng met dit wetsvoorstel te maken had, wijl daarin gehandeld werd over ds belangen van Vrije Kerken en niet over die van de Staatskerk.

De minister antwoordde hierop, dat de regeering er op stond dat ook die bepahng gemaakt werd, omdat anders geen volle kerkelijke vrede in Schotland kon geboren worden. Er bleef dan rechtsongelijkheid bestaan. Immers het was nu gebleken, dat een kerk het recht had om de formule, die den dienaren des woords voorgelegd wordt, te wijzigen en dan toch het grootste deel harer goederen te behouden; diezelfde vrijheid moet de staatskerk ook hebben.

Hierop werd geantwoord, dat de staatskerk die de voorrechten van de staatskerk geniet, niet daarenboven die van een vrije kerk behoeft te hebben; dat de besUssing over zulk een gewichtige zaak, waarover men het in de staatskerk nog lang niet eens is, niet moet plaats hebben te gelijk met het beslissen van een twiszaak over geld tusschen twee vrije kerken; dat het parlement aan de kerk - niet vrijheid mag geven de onderteekeningsformule te wijzigen, zonder bepaalde grenzen naar rechts of links te stellen.

De Regeering antwoordde hierop, dat over het vraagstuk het volle licht opgegaan was en dat de Westminstersche Confessie de belijdenis der kerk blijven zou; alleen zou de onderteekeningsformule veranderd worden volgens de behoefte van den tijd. Met andere woorden, de kerk zal in den waan gelaten worden, dat de oude Westminstersche Confessie van kracht blijft, doch de predikanten zullen voortaan vrijheid hebben, ongehinderd die confessie geheel of ten deele te bestrijden.

De Ieren staken een spaak in het wiel, anders zou het regeeringsvoorstel er aanstonds doorgegaan zijn. Toch is de aanneming over eenigen tijd verzekerd.

Ten onzent zijn zulke beslissingen door het parlement over de kerk, zonder de kerk er ook maar o/er te raadplegen, voorshands gelukkig ondenkbaar.

Noord-Amerika. Rechtmatige critiek over godsdienstoefeningen in Protestantsche kerken.

Ds. Sheldon van Topeka in den staat Kansas, de bekende schrijver van „In his Steps" en andere dergelijke werkjes, heeft een ernstig protest laten hooren over de manier, waarop in Protestantsche kerken van Noord-Amerika godsdienstoefeningen worden gehouden.

Ds. Sheldon werd door een der kerken te Boston genoodigd, een preekbeurt te vervullen. Daarover laat hij zich aldus hooren:

„De dienst was aangekondigd, om elf uur te zullen beginnen. Het orgel begon juist o, p tijd te spelen, en toen ik met den leeraar op het platform plaats nam was de kerk half vol, en kwam men nog diuk binnen. De leeraar over

handigde mij „een orde van dienst, " die ik onder het orgelspel inzag. Niet minder dan twintig (20) afzonderlijke handelingen waren hierop aangegeven. Na het orgel-voorspel, dat 10 min. duurde, kwam de Doxolo^y en de zoogenaamde Responsive Reading, 6 min.; toen een Solo van 4 min. en daarna de Bekendmakingen, die 5 min. duurden. Ik vroeg mij zei ven af, waarom is het noodig, dat bekendmakingen 2 è, 3 maal herhaald worden en dat de leden gedurig moeten worden opgewekt om toch vooral op die en die vergadering en „Social" tegenwoordig te zijn.

Een Anthem door het Quartet nam 4 min. en een half, daarop volgde de collecte, met een Solo zang, 10 min., daarna het korte gebed, i min., en orgelspel 4 min. Toen kreeg de gemeente een beurt om een hymn te zingen; voorlezen en zingen duurde 6 min.; het lezen van een deel der Schrift dat toen volgde nam 3 min. Het koor zong daarop onder begeleiding van het orgel 7 en een halve minuut. Nadat de gemeente nog een hymn had gezongen volgde het zoogenaamde lange gebed. Toen kreeg het quartet met het orgel nog een beurt. De drie laatste handelingen namen respectievelijk 4, 6, 4 min. in beslag. En zoo was de tijd besteed aan de „preliminaries, '' het voorafgaand, voorbereidend werk, Juist 75 min. Op het einde van dit alles verwachtte men van mij, dat ik de boodschap des levens zou brengen tot een volk dat blijkbaar geheel uitgeput was. Ik bekortte mij en sprak uit medelijden met de vergadering slechts vijftien min. Na het zingen van een hymn en het uitspreken van den zegen speelde het orgel nog een naspel."

Nu zegt Ds. Sheldon wel, dat het in alle kerken in de nieuwe wereld zoo erg niet is, maar in de meeste kerken wordt toch te veel tijd in beslag genomen door orgelspel, koorgezang en solo's. Men tracht daardoor de godsdienstoefeningen aantrekkelijk te maken, vooral omdat men voor de solo's zangers en zangeressen van naam zoekt, die er hun beroep van maken om op concerten en in opera's te zingen. Doch op den duur blijkt het, dat men het tegenovergestelde verkrijgt, wat men verlangde. Ach, dat men in deze bleef bij of wederkeerde tot de eenvoudigheid die in de eerste Christelijke kerk gevonden werd.

Zuid-Affika. De strijd over de school in den Vrijstaat.

In het Kerkblad van i Juli lezen wij:

Voorzoover nu in Vrijstaat de Scholen Regeerings instellingen geworden zijn, staan ze vanzelf in alle dingen onder de wet van het Gouvernement, den Opperheer die groot van macht is, en nog grooter van aanmatiging.

Ook voor het godsdienstig karakter der school zal nu zijn wil als wet gelden en hij heeft blijkbaar ambitie voor deze nieuwe spheer.

Terstond heeft zijn Opperhoogheid de meest eerwaarde Wijzen uit zijn gebied naar Bloemfontein opgeroepen, om samen de godsdienstige en ceremonieele wetten voor de nieuwe Gouvernements kinderen te ontwerpen.

Opgeroepen voor dezen Mozaïschen arbeid werden de volgende eerwaarde ambtsdragers:

1. de Hoog Eerw. Bisschop Chandler, Engelsche Staatskerk;

2. de Hoog Eerw. Bisschop Gaughren, R. K. Kerk;

3. de Eerw, P. Boshoff, Nederd. Geref. Kerk;

4. de Eerw, Dr. Porteous, Presbyterische Kerk;

5. de Eerw. James Scott, Wesleyaansche Methodist Kerk;

6. de Eerw. R. Holme, Baptisten Kerk;

7. de Eerw. J. G. Grosskopf, Luthersche Kerk;

8. de Eerw, Z. Lawrence, Joodsche Synagoge; Niemand — Geref. Kerk.

Een lief ding hadden wij gegeven, om deze nieuwerwetsche Mozessen daar eens bijeenvergaderd te zien en iets van hunne wijze beraadslagingen te kunnen afluisteren.

Dat was niet gegund, maar de nieuwe wet, die ze van hun Bloemfonteinschen Sinaï afzonden is toch tot ons gekomen.

Zij telt 5 geboden, waarvan wij zoo vrij zijn den hoofdinhoud op onze manier als volgt weer te geven:

I. Alle Gouvernements Scholen zullen geopend worden met het uitspreken „van gebed des Heeren, " en in al zulke Scholen zal onderwijs gegeven worden in Bijbelsche Geschiedenis hoogstens 2 uren per week en volgens een puur historisch handboek, goed te keuren door Opperheer Gouvernement.

II. Alle Gouvernements Scholen zullen openstaan voor kinderen van alle godsdienstige richtingen, maar de ouders zullen het recht hebben hun kinderen van de lessen in Bijbelsche Geschiedenis terug te houden.

III. Deze Bijbelsche lessen zullen gegeven worden onmiddellijk vóór of na den gewonen schooltijd; precies zooals een mensch zijn kaffer voor of achter op de stoep laat staan: binnen komen mag hij niet.

IV. Als ouders speciaal godsdienstonderwijs voor hun kinderen verlangen, kunnen de Schoolcommissies dat opdragen aan zulke bedienaren van den godsdienst, als erkend zijn door het Gouvernement, en de geheele regeling daarvan zal goedgekeurd moeten worden door den zelfden Opperheer.

V. Als een onderwijzer gemoedsbezwaar mocht hebben om onderwijs in de Bijbelsche Geschiedenis te geven, kan hij daarvan worden vrijgesteld. P.S. Voor het onder I genoemde doel is goed gekeurd Mc. Clear's Handboek der Bijbelsche Geschiedenis."

Wij plaatsen dit zonder commentaar. Zouden er geen Vrijstaters opstaan, die voor hunne kinderen een vrije Christelijke school oprichten?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 augustus 1905

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 augustus 1905

De Heraut | 2 Pagina's