GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vos en ganzen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vos en ganzen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De klimmende tegenzin van ons christelijk volk tegen de openbare godsdienstlooze school maakt, dat de openbare onderwijzers niet zonder zorg zijn voor de toekomst van hun troetelkind. Het aantal Christelijke Scholen neemt elk jaar toe. Trots de agitatie van de Frontmakers ging de Schoolwet-Kuyper er door en wordt ook door het Liberaal Ministerie loyaal uitgevoerd. Hier en daar verloopt de Openbare School al zoo, dat bij gebrek aan kinderen de School gesloten moet worden, Voor de openbare onderwijzers is dit wel een hard gelag, want het glorietijdperk, toen zij de „eersten van het land" waren, heeft daarmede uit. Als de Openbare School langzaam maar zeker door de Christelijke School wordt leeggepompt, staan zij straks „naakt aan den dijk".

In het wonder dat onze openbare onderwijzers onder deze omstandigheden ook „vroom" gaan worden? De ruwe toon, waarop in de bladen der openbare onderwijzers vroeger de spot werd gedreven met God en godsdienst, heeft reeds plaats gemaakt voor zalvende betoogen, waarin de openbare school als de „ware christelijke" wordt aangeprezen. Zoo in het orgaan van de Afdeeling Zwolle e. o. van den Bond van N. O., waar in het Aprilnummer een stukske voorkomt onder den titel: De stem van een Christen. Deze Christen, die tot zijn 40ste jaar het Christelijk onderwijs gediend heeft, maar toen blijkbaar de vleeschpotten der Openbare School lief kreeg, dient zich aan als iemand die „zondaar zijnde met God verzoend is door den kruisdood van Jezus Christus, Gods Zoon en die in den Bijbel, Gods openbaring, het richtsnoer vindt van wat hij te gelooven en te doen heeft." Het hoofdbezwaar van dezen „Christen" tegen de Christelijke School is, dat er in deze school gebeden wordt. Want dat is zonde tegen het gebod: Gij zult 'den naam des Heeren, uws Gods, niet ijdellijk gebruiken. Bidden in de binnenkamer, voor de School aanvangt, is goed, maar bidden in de klasse „maakt het gebed tot een sleur". En erger nog dan dat, aangezien de „meerderheid der schoolgaande kinderen" is „wat de Schrift noemt natuurlijke menschen, den geest niet hebbende", is het bidden met of voor hen een „vrome schijn", waardoor de onderwijzer „huichelaars kweekt". Dat de een of andere renegaat van het Christelijk onderwijs door zulk vroom gekwezel zijn eigen conscientie tracht te paaien, is nog te begrijpen. Maar dat een orgaan der openbare onderwijzers zulke „stemmen" opneemt om daarmede zieltjes voor de openbare school te winnen, toont wel tot welk een laag peil de propaganda voor de Openbare School zonk. Of zouden de openbare onderwijzers, wier orgaan dit blad is, heusch uit eerbied voor Gods gebod in de school niet durven bidden?

Bovendien, weinig beter. de redactie zelf maakt het weinig beter.

In een artikel over de Doopsbeloftettzdai ze het argument van de voorstanders van het christelijk onderwijs te ontzenuwen, dat christelijke ouders krachtens de belofte bij den doop afgelegd, verplicht zijn hun kinderen naar een christelijke school te zenden.

Indien dè redactie rond en eerlijk geschreven had, dat deze doopsbelofte in haar oog geen de minste beteekenis had, omdat da doop niet anders dan een vorm is, die hoe eer hoe beter dient te worden afgeschaft, dan zou ze zeker den geest van het grootste deel der openbare onderwijzerswereld wel vertolkt hebben.

Maar ook hier doet ze o zoo vroom.

Die belofte is wel heilig en bindt de ouders ook wel, maar ze geldt alleen „wanneer de kinderen tot hun verstand zullen gekomen zijn." Van de kinderen op de lagere school nu kan dat nog niet gezegd worden, want in de schooljaren verkeert „het verstand nog slechts in een periode van ontwikkeling".

We betwijfelen of éen Christelijk ouder zich door dezen lijmstok voor het Openbaar onderwijs zal laten vangen. De openbare onderwijzers willen liefst uw kind hebben in de jaren, dat het verstand in „een periode van ontwikkeling" verkeert. Zoolang het nog week is als was, zullen zij op dat verstand het stempel drukken van ongodsdienstigheid, van een wereld-en levensbeschouwing, waarin voor God noch Zijn Woord plaats is. Huichelaars kweekt de openbare school niet. Ze levert u uw kinderen af als ongeloovigen, als sociaal-democraten in den dop, als mannetjes en vrouwtjes, die reeds te wijs en te verstandig zijn om te bidden of in Gods Woord te gelooven. En als zoo het „verstand" gekomen is, dank zij het openbaar onderwijs, dan moogt gij, christelijke ouders, nog eens probeeren op dezen door ongeloof verwoesten akker het zaad des geloofs uit te strooien.

De openbare onderwijzers hebben van de eischen eener goede paedagogiek al heel zonderlinge denkbeelden. Of liever, ze weten uitnemend goed, dat zulk een Christelijke opvoeding, nadat het verstand reeds door de openbare school „ontwikkeld" is, het spannen is van de paarden achter den wagen.

Maar de vos, die zoo vroom de passie preekt, zegt dat natuurlijk niet.

Hij hoopt, dat het gansje oliedom genoeg is, om naar de preek te luisteren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 mei 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Vos en ganzen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 mei 1906

De Heraut | 4 Pagina's