GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland, Vermeerdering van Kloosters.

Gelijk wij reeds mededeelden, heeft de Engelsche regeering eene commissie benoemd, die in 118 zittingen 164 getuigen hoorde, waardoor zij een verslag van 70 bladzijden in de wereld kon zenden, dat van de toenemende macht van het Ritualisme een welsprekend getuigenis aflegt. In zeer vele kerken, zoo zegt de commissie, worden bij het Avondmaal gebeden gedaan en ceremoniën verricht, die aan het ritueel der Roomsche mis ontleend zijn; zelfs wordt de gewijde hostie aan de gemeente ter aanbidding aangeboden. Bij menige bediening van het Avondmaal communieert de priester alleen; men roept de Maagd Maria en de heiligen aan. Maar daar de meeste bisschoppen Ritoalisten zijn, zal het resultaat van den arbeid der commissie niet groot zijn.

Met het toenemen der Ritualistische praktijken is de vermeerdering van het aantal kloosters hand aan hand gegaan. Het staat vast, dat er in 1850 in Engeland nog maar 11 kloosters gevonden werden; in het jaar 1904 waren er reeds 305, en door de verdrijving van de geestelijke orden uit Frankrijk is dit aantal nog vermeerderd. Het zijn niet alleen Roomschen, die kloosters in Engeland gingen stichten; ook de Ritualisten togen aan het werk om dergelijke instellingen te doen verrijzen.

Terecht heeft het Lagerhuis er niet van willen weten, om maatregelen te nemen tegen het vestigen van kloosters in het Vereenigd Koninkrijk. Immers baten regeeringsmaatregelen tegen den Romaniseerenden geest, die over een deel van Engeland vaardig werd, niet. Een echte Protestantsche geest moet in Engeland ontwaken, zal het kwaad, dat de Episcopaalsche kerk met ondergang bedreigt, krachtig kunnen tegengegaan worden.

Frankrijk, De jongste pauselijke encycliek.

De paus heeft na lang gezwegen te hebben eindelijk gesproken en door zijn encycliek van 10 Augustus 11. aangeduid, hoe de Roomschen zich hebben te gedragen ten opzichte van de nieuwe wet op scheiding van Kerk en Staat. Door die wet wordt geeischt dat er overal „culturvereenigingen" zullen gesticht worden, aan welke vereenigingen de regeering de kerkgebouwen wil afstaan om daarin Godsdienstoefeningen te houden. Nu was de vraag: zon men overeenkomstig de eischen der wet zulke vereenigingen oprichten of niet? Terecht heeft de paus ingezien, dat als men aan den eisch van de wet toegaf, men het karakter van de kerk des Heeren prijsgaf en aan de overheid den indruk gaf, dat de kerk het goed vindt wanneer zij als een gewone vereeniging door de overheid beschouwd en behandeld wordt. Daarom heeft de paus gezegd „dat vereenigingen die de wet oplegt, niet kunnen gevormd worden zonder op de heilige rechten inbreuk te maken, waaraan het leven der kerk gebonden is". Maar, zoo zegt hij verder, het komt ons gepast voor te onderzoeken, of het toegestaan worden kan, het met een andere siort van vereenigingen te beproeven, die tegelijk volgens de wet en kanoniek zouden zijn, om zoo de Fransche Katholieken te bewaren voor de moeilijke verwikkelingen, die hen bedreigen".

Volkomen te recht heeft de Curie nog daarbij opgemerkt, dat wanneer zij in andere landen de scheiding van Kerk en Staat goedgekeurd heeft, men aldaar de kerk hare goederen en hare vrijheid heeft gelaten; doch in Frankrijk hebben de opstellers van deze onrechtvaardige wet geen wet op de scheiding, maar op de onderdrukking der kerk willen maken.

Ten slotte zegt de paus, dat hij niets tegen den repubUkeinschen regeeiingsvorm in Frankrijk heeft en dat hij zeer hoopt, dat wanneer de katholieken en hunne bisschoppen eendrachtig met hem saamwerken, de kerk in hare waarde en in hare vroegeren welstand weder zal staan en nog verhoogd worden zal.

Wij voor ons kunnen dit woord van den paus niet anders dan billijken. Maar wat zullen de. gevolgen zijn?

De Fransche regeering wordt steeds meer er toe gedreven om met de socialisten hand aan hand te gaan. Deze denkt niet aan toegeven. De wet is er, en zal ook uitgevoerd worden. Maar als het er dan toe komt dat de kerken voor de Roomsche Godsdienstoefeningen gesloten worden, zal het Roomsche volk dit dan lijdelijk aanzien? Een deel der Roomsche bevolking heeft zich al zoo krachtig verzet tegen het opschrijven van den inboedel der kerken, en dit was nog maar een quaestie van opschrijven; de Roomschen werden daarbij in hét bezit van hunne goederen en kerkgebouwen gelaten. Wat zal het dan worden als in streken, waarin men nog goed Roomsch is, de kerkelijke goederen verbeurd verklaard worden ? Dan is een burgeroorlog te wachten en zal het blijken wie de grootste macht bezit: de socialisten of de Roomschgezinden.

De Roomsche kerk heeft ook een zwaren strijd in Duitschland te strijden gehad in de dagen van den z, g. „Kulturkampf. Daarbij heeft Rome het pleit glansrijk gewonnen. Kon nu de paus maar op de hulp der Fransche Roomsch-gezinden rekenen, als hij op die van zijn Duitsche geloovigen rekenen kon, dan was het niet twijfelachtig wie de overwinning behalen zou. Doch de Roomschen in Duitschland werden daarbij geleid door den Staatsman Windthorst, Aan diens leiding gehoorzaamden al zijn geestverwanten. En zelfs de ijzeren kanselier Von Bismarck moest voor hem wijken. Ja, zelfs indirekt werd de manier van strijdvoeren van Windthorst de val van Von Bismarck. Maar de Roomschgezinde Franschen zijn niet eendrachtig en hebben geen leider als Windthorst. Daarom is de toekomst van de Roomsche kerk als met donkere wolken omringd.

Volgens de nieuwe wet heeft de Fransche regeering de bevoegdheid, wanneer het Vaticaan bij zijn houding blijtt volharden, locoo kapelaans bij het leger in te deelen, en tienduizenden kerken te sluiten. De socialisten zullen er op aandringen dat de regeering geen duimbreed 2al wijken.

N—Amerika. Vrouwelijke diakenen. Uit Cuba. Keuken-kerken.

De laatste Algemeene vergadering of Generale Synode der Vereenigde Presbyteriaansche Kerk besloot, dat ook vrouwen voor het diakonale ambt mogen gekozen worden. Dit is natuurlijk niet verplichtend. Er kunnen gemeenten zijn, waar er hoegenaamd geen behoefte aan bestaat.

Daarom is er eene commissie benoemd om de noodige regelen te formuleeren voor de volüende Synode. Het duurt dus nog een jaar eer iet besluit in werking treden kan.

The Christian Instructor, een orgaan der U P. Church, zegt hiervanj te recht: „Terwijl het voor ons volkomen duidelijk is dat in de dagen der Apostelen vrouwen naast de diakenen in den dienst der Kerk werden gebruikt, zijn wij er volstrekt niet zeker van, dat zij gelijk de diakenen ambtelijk geordend werden." Dit is volkomen jaist opgemerkt. Van diakonessen lezen wij in de Schrift, doch wij vinden nergens dat zij tot ambtsdraagsters in de kerk geroepen werden. Straks gaat men er toe over om, gelijk in sommige kerken reeds geschied is, vrouwen tot predikanten te beroepen. De eerste stap is in de \erkeerde richting gedaan, en het is te vreezen dat andere zullen volgen.

Zoo nu en dan lezen wij in de Amerikaansche bladen het een en ander uit Cuba, de jeugdige republiek die door het optreden van de Vereenigde Staten vrijgemaakt werd van Spanje. De volgende beschouwingen zijn van Warren A. Candler, bisschop van de Methodistische Episcopaalsche Kerk van het Zuiden.

Voor den oorlog van Spanje met Amerika waren op enkele plaatsen van Cuba Protestantsche zendelingen werkzaam; in 1899 na den oorlog werden de pogingen meer dan verdubbeld. Er heerschte op het eiland bij velen onverschilligheid ten aanzien van de eeuwige dingen, en bij niet weinigen zelfs beslist ongeloof. De Roomsche Kerk had haar invloed op de bevolking voor een groot deel verloren en geen andere vorm van religie werd door haar aangenomen.

Agenten van het Amerikaansch Bijbelgenootschap verspreidden duizenden exemplaren van Gods Woord. Zij gaven echter het Woord Gods niet weg; verreweg de meeste ex. zijn verkocht.

Tegelijk zoekt men het volk te wennen aan het zingen van Christelijke liederen. Bij de laatJte viering van den Cubaanschen onafhan kelijkheidsdag werden in de stad San Juan alleen liederen gezongen uit de verzameling die het Amerikaansch Traktaatgenootschap in be Spaansch heeft uitgegeven. Het is niet ongewoon, dat men deze liederen op straat hoort zingen. Nu mc^en deze liederen te wenschen overlaten wat de zuiverheid der leer betreft, men kan daarvan toch iets goeds verwachten.

Ook is in Cuba een beweging op touw gezet om tot betere Zondagsviering te komen. In de groote stad Havana won deze beweging zooveel veld, dat het stadsbestuur besloot af te kondigen dat alle plaatsen van handel des Zondags moeten gesloten worden. Winkels waarin mondbehoeften verkocht worden, mogen tot 10 ure des morgens open blijven. Het ideaal is zeker in deze nog niet bereikt, maar er is toch vooruitgang ten goede.

Het optreden der Protestantsche zendelingen beeft de Roomsche ambtsdragers geprikkeld tot meerdere krachtsontwikkeling.

Ondanks deze verandering zegt een Cubaan: „De groote meerderheid der Cubanen zijn onverschillig voor den Godsdienst. Hunne neigingen zij 3 misschien meer naar het Protestantisme dan naar de Roomsche Kerk. De Protestantsche Bedehuizen zijn doorgaans goed gevuld, terwijl men in de Roomsche kerken maar weinig menschén aantreft. De Prot. kerken zijn echter klein en gering in aantal, en door de Protestantsche prediking wordt maar een klein deel der Cubaansche bevolking bereikt. Naar mijn schatting bezoekt twee percent der Cubanen de Roomsche kerk en een half percent de Protestantsche kerken."

De Methodisten hebben op Cuba 27 gemeen ten met 4000 leden en 1, 300 zoogenaamde candidaten voor het lidmaatschap. Er zou wellicht meer te doen zijn, als men maar over ruimere middelen te beschikken had.

Na een arbeid van een zevental jaren is e dus een klein begin op dit eiland te bemerken. Mocht dit begin gelijken op het mosterdzaad!

Eeni; ^e jaien geleden maakte de zoogenaamde Institutional Church of kerk met instellingen grooten opgang in de nieuwe wereld. Men meende dat de prediking om de massa's te bereiicen, gesteund moest worden door keuken en werkbank, door een hospitaalt je en een bewaarschool, en zoo al meer. Deze kerkelijke inrichtingen moesten in allé nooden voorzien en uit droeve toestanden redden; brood voor armen, medicijn voor krankên, werk voor leegloopers, tot zelfs kaarten en muziekinstrumenten voor menschen die zich wilden vermaken; alles en nóg wat zou door die Institutional Churches den onkerkelijk geworden menschen toekomen, om hen aldus door tastbare bewijzen voor het Koninkrijk Gods te winnen.

Veléti hebben van die keuken kerken een heerlijke uitkomst verwacht, doch men is teleurgesteld uitgekomen.

Dr. Dixon, predikant bij een van de grootste kerken van de Baptisten, geeft in der jongste nurüiiërs van de RanCs Horn de geschiedenis van de mislukking van zulke Keuken-kerken en besluit ze onder het vonnis, dat zij geesteloos en den eischen van het Evangelie ontrouw zijn.

Wel behooren wij te zorgen voor het lichaam, want de géloovigen zijn met'lichaam en ziel duur gekocht en daarom voegt het de gemeente armïn en ellendigen te verzorgen. Maar het is in de eerste plaats van belang om het heil der zielfeB te zoeken. Het Evangelie is een kracht Gods tot zaligheid, doch men moet niet de ziel door het lichaam, maar het lichaam door de «iel zoek€n te redden. - Het verwondert ons daafötia niet dat de Keuken kerken op den duur niet konden bloeien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 september 1906

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 september 1906

De Heraut | 2 Pagina's