GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Eene schismatieke ging-bewe

De Fransche regeering heeft gehoopt, dat door de scheidingswet vele Roomschen den paus den rug zouden toekeeren, om vrije kerken te vormen. Wel heeft minister Briand door artikel 4 van de scheidingswet slechts de autoriteit van den paus en zijne bisschoppen erkend, maar dit heeft niet verhinderd, dat een kleine schismatieke beweging ontstaan is. Aan haar hoofd staat de vroegere priester Meillon, de redacteur van de France et Evangtle, de man die als opvolger van Corneloup, de Oeuvre des prêtres heeft opgegeven, en vaa zijn blad een orgaan voor „reform en religieuse vrijheid" gemaakt heeft. Hij heeft een krachtig medearbeider in den 'vroegeren Roomschen journalist Des Houx, die een bond tot vorming van niet Roomsche cultusvereenigingen oprichtte. Diens program is: Vorming eener Katholieke, van den Roomschen stoel onafhankelijke kerk, gelijk de Katholieke kerken van het oosten, eener kerk, die met de poësie der liturgie, den vorm der gebeden handhaaft, met een hiërarchie en tucht, die met de apostolische constitutie overeenstemt, waarin de geestelijken en de geloovigen één zijn, doordat de eersten door de laatsten gekozen worden.

De schismatieken zijn echter bij hun eerste optreden niet gelukkig geweest. Zij kregen hulp door een uit Amerika gekomen aartsbisschop Vilatte, die, nadat hij eenige malen eene godsdienstoefening in den geest van bet program van Des Houx gehouden had, zijn bisschopsstaf en myter voor een oude schuld aan een deurwaarder moest afstaan.

In een land waar het spreekwoord geldt: Ie ridicule tue, is zoo iets zeer ongewenscht. Daarbij komt, dat de godsdienstoefeningen, die in een ongebruikte kapel, in de rue Legendre gehouden werden, gedurig zóó door jongelieden, die op de hand der Roomsche geestelijkheid zijn, verstoord werden, dat men handgemeen werd, en de politie verschillende personen arresteerde. Het zal met deze beweging gaan als met die, welke een dertigtal jaren geladen door père Hyacinthe werd op touw gezet. Het ontbrak dezen gewezen Karmeliet waarlijk niet aan redenaarstalent, en toch is al zijn pogen op niets uitgeloopen. Wij voor ons vreezen althans, dat de beweging, die men begon, in hoofdzaak anti Roomsch is, en daarom geen levensbeginsel heeft. Men denke aan het gevleugelde woord, dat eenmaal de staatsman Tüiers deed hooren, toen hij sprak: Qui mange du pape en meurt.

De Fransche regeering leerde in den laatsten tijd kennen, dat de Roomsche kerk eene macht is, waarmede niet te spotten is. Waarde stiijd, die tusschen haar en den Roomschen clerus gevoerd werd, op zal uitloopen, kan men niet zeggen. Zelfs Bismarck moest ten slotte in zijn strijd tegen Rome het onderspit delven. En Rome heeft fijne diplomaten, die politici, vaster in hun zetel zittend dan de hedendaagsche Fransche ministers, doen vallen.

Duitschland. De „Gemeinschafts"beweging in Beieren aan banden. Een monument voor Calvijn.

In Duitschland is men niet gewend aan dezelfde vrijheid van beweging die wij hier op elk gebied genieten. Vandaar dat men zich niet verwondert over allerlei beperkingen, die docr den staat aan de „Gemeinschaften" van Beieren werden opgelegd. Dat de predikant van de plaats te allen tijde tot de vergadering der gezelschappen toegang heeft, vindt men iets dat van zelf spreekt. Men is er zelfs mede ingenomen, dat wanneer er geschil komt tusschen den predikant en de „Gemeinschaft", dat dan het Konsistorium beslist. Dus zijn de Gemeinschaften, die opgericht worden omdat men in de kerken niet het zielevoedsel ontvangt dat men voor zich noodig acht, toch onder het oppertoezicht van de hoogere kerkbesturen geplaatst. Wanneer er groote conferentiën gehouden worden, moet óf de predikant van de plaats de leiding hebben óf men kan verzoeken dat een van „Gemeinschaftspfarrern" fen die zijn er nog al veel in Beieren) de leiding zal mogen hebben; bij wijze van uitzondering kan ook toegestaan worden, dat een gemeentelid de leiding van zulk een conferentie krijgt. En dan meent men nog, dat deze bepalingen een sprekend getuigenis van het streven der kerkbesturen zijn om aan de „Gemeinschaften" de noodige vrijheid van beweging te waarborgen. Alleen heeft men eenige voorzorgen genomen om te verhinderen, dat de „Gemeinschaften" niet in antikerkelijke-richting gaan streven!

Alsof men dit verhinderen kon? De „Gemeinschaften" worden gesticht omdat de kerk niet geeft wat men behoeft. Hoe kan men dan voorkomen, dat er strijd komt tusschen die instellingen en de kerk? Wij blijven het betreuren dat zij, die door den arbeid der kerk niet bevredigd worden, niet aansturen op reformatie der kerk, maar in het stichten van „Gemeinschaften" heil zoeken.

De predikant Rotscheidt te Lehe heeft het voorstel aan den Gereformeerden bond gedaan, om bij gelegenheid van het jubileum van Calvijn eene Duitsche vertaling van het hoofdwerk van den reformator: de Christelijke Institutie, in het licht te geven. Deze leeraar is van oordeel, dat het oprichten van een monument voor Calvijn niet zou overeenstemmen met het streven van den reformator. Calvijn heeft zich het schoonste gedenkteeken gesticht in zijn Institutio religionis Christianae. Jammer genoeg, bestaat er tot hiertoe van dit standaardwerk geen Duitsche vertaling, die in overeenstemming is met de beteekenis van dit werk. Hetgeen er op dit gebied bestaat is óf verouderd of onvolkomen. F. A. Krummacher heeft eene vertaling der eerste twee boeken geleverd (1823); H. P. Kalthof gaf een uittreksel van het beroemde werk in het licht (1828), terwijl de vertaling door B. Spiesz onder den titel „Christliche Glaubenslehre" geleverd (1887), een misgreep was, omdat niet de laatste uitgave der Institutie, waarin de arbeid van den reformator tot rijpheid kwam, maar de eerste editie daaraan ten grondslag gelegd werd.

Daarom meent de predikant Rotscheidt dat in 1909, als het Calvijn-jubileum gevierd wordt, voor de Duitsch-Gereformeerde Kerk de schat, den Calvijn in zijn Institutie naliet, moet toegankelijk gemaakt worden door eene goede en goedkoope vertaling. Hij meent ook dat de Gereformeerde Bond het voor een eereplicht moet houden, dezen arbeid voor te bereiden en ten uitvoer te brengen. Rotscheidt zelf was van plan geweest zulk een vertaling te leveren, doch hij kon daarvoor geen uitgever vinden. Wel wil men in 1909 een uittreksel van de Institutie in het licht geven. Maar waarom wil men weer iets onvolkomens in druk laten verschijnen? Wij moeten Calvijn's hoofdwerk geheel kunnen genieten. Men zegge niet, dat vele plaatsen waarin gepolemiseerd wordt, zouden kunnen wegvallen. Wij vragen waarom? Zijn dsn de vijanden die Calvijn bestreed, uitgestorven?

Wij hopen dat de Gereformeerde bond op dit voorstel zal ingaan. Calvijn's Institutie heeft groote beteekenis voor het tegenwoordig geslacht

Engeland. Meetings ter belijdenis van de waarheid.

De groote meetings in het Cannon-st. Hotel in de City van Londen gehouden, die wij reeds aankondigden, ter belijdenis van de waarheden die door alle Christenen vastgehouden worden hebben groote menigten getrokken. Deze meetings zijn georganiseerd na het stoutmoedig optreden van den predikant Campbell, die in het openbaar in vele kerken in Londen en daarbuiten optrad om de Christelijke waarheid te bestrijden. Men wil nu door geheel Londen dergelijke samenkomsten houden, als protest tegen de valsche keringen van Campbell en zijn medestanders. Leden van verschillende kerken organiseerden deze samenkomsten.

De actie, die tegen de leeringen van Camp bell ontstond, heeft onderscheiden predikanten er toe gebracht om te verklaren, dat zij met den Londenschen congregationalistischen predikant niet samengaan.

Noorwegen. Nauwelijks is in Noorwegen de van Albert Lund, een Baptist, uitgegane opwekkingsbeweging, die zich vooral in Christiania deed gelden, totstilstandgekomen, of eennieuwe beweging in denzelfden geest openbaart zich. Deze gaat uit van den Methodist Barrat. In een geïllustreerd weekblad Allers Familie Journal komt het portret van Barrat voor met een onderschrift, waarin wordt medegedeeld, dat deze prediker in Amerika geld voor een lokaal heeft verzameld en dat hij daarin opwekkingsmeetings heeft georganiseerd, die een kolossalen toeloop hebben en waarin men „in talen" (of met tongen) spreekt.|Barret was een reeks jaren predikant van de eerste Methodisten Gemeente van Christiania. Hij staat bekend als een be gaafd en bekwaam man. Een tijd lang was hij lid van den gemeenteraad. Sedert zijn terugkomst uit Amerika volgt hij een nieuwe richting. Hierbij is nog te vermelden, dat men in Luthersche kerkelijke kringen de beweging, door Lund in het leven geroepen, steunde, doch dat men de meetings, door .Barret gehouden, tegenstaat. Het publiek schijnt zich echter daaraan niet te storen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 maart 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 maart 1907

De Heraut | 4 Pagina's