Een lezer van

Amsterdam, 27 Oct. 1911.

Een lezer van dit blad, die lidmaat der Hervormde Kerk is, voelt zich blijkbaar gegriefd, omdat we onlangs er op wezen, hoe deze Kerk in ledental de laatste jaren hard achteruit is gegaan, terwijl de Gereformeerde Kerken niet onbelangrijk in het aantal harer leden zijn toegenomen. Vooral onze opmerking, dat de Hervormde Kerk, wanneer deze achteruitgang blijft voortduren, na niet al te langen tijd door de Roomsche Kerk zal overvleugeld worden, zette bij hem kwaad bloed. Hij ziet hierin alleen een zekere Schadenfreude, een lust om aan de Hervormde Kerk iets onaangenaams te zeggen.

Mogen we hierop antwoorden, dat waar we uitvoerig de uitkomsten der jongste volkstelling in ons blad hebben besproken, mdat dit voor de kennis van de ontwikeling der kerkelijke toestanden in ons aderland van belang is, het toch niet anging daarbij de Hervormde Kerk onermeld te laten. Als talrijkste Kerk neemt e in ons vaderland nog altoos een zeer elangrijke positie in. £^n groot deel van C S het religieuse leven van ons volk wordt door haar geleid. Wie een onderzoek instelt naar de resultaten der volkstelling, kan haar niet buiten bespreking laten.

Dat de resultaten van dit onderzoek voor de Hervormde Kerk zoo ongunstig zijn uitgevallen, was heusch niet onze schuld. We hebben de cijfers meegedeeld, en die hebben gesproken. Zelfs hebben we met opzet ons onthouden van een aanwijzing der geestelijke oorzaken, die in de Hervormde Kerk tot dezen achteruitgang hebben geleid. Ons doel was alleen om de feiten te constateeren.

Natuurlek kunnen we er niet rouwig over wezen, dat blijkens deze statistische gegevens, een niet onbelangrijk deel van de leden der Hervormde Kerk zich in dit tiental jaren bij de Gereformeerde Kerken heeft gevoegd Leedvermaak schuilt hier niet achter; wèl de overtuiging, dat het plicht is van alle Gereformeerden om met de Synodale organisatie te breken. Indien de afbrokkeling der Hervormde Kerk dan ook alleen aan de Gereformeerde Kerken ten goede kwam, zouden we hierin slechts stof tot dank kunnen hebben.

Waar de cijfers echter uitwijzen, dat dit niet zoo is en zeker een niet minder groot getal leden de Hervormde Kerk verlaten heeft, om zich bij allerlei secten te voegen wier aantal met den dag grooter wordt, of zich op te geven als tot geen Kerkgenootschap te behooren, achten we dit wel een treurig verschijnsel. En ons doel was wei degelijk om de Hervormde Kerk hiervoor te waarschuwen. Het wordt tijd, dat de oogen der Hervormde Kerk opengaan voor dit gevaar. Valsche gerustheid is het ergsti kwaad.

Gaat men de ofïïcieele verslagen na, die de Hervormde Synode telkens publiceert, dan schijnt het alsof er geen wolkje aan de lucht is. Nu ja, een vijf en twintig jaai geleden heeft de Hervormde Kerk een kleine aderlating ondergaan, maar sinds werd weer alles pais en vree. Het aantal leden, dat thans de Hervormde Kerk verlaat, bedraagt nauwelijks een paar honderd leden, en wordi ruimschoots opgeworpen door het aantal nieuwe leden dat ze won. Die geflatteerde balans krijgt de Hervormde Kerk, door nog altoos meê te rekenen alle namen, die op haar oiïficieele lidmatenboeken staan. De jongste volkstelling heeft aangetoond, hoe weinig, deze cijfers vertrouwbaar zijn De Hervormde Kerk heeft in tien jaar feitelijk een kwart miliioen leden verloren en het was ook aan te wijzen, waar deze leden gebleven waren. Het grootste dee) bleek met allen godsdienst te hebben ge broken.

Eigenaardig is het, dat niet één blad var Hervormde zijde, voorzoover we konden nagaan, tot dusver een ernstige bespreking aan deze droeve resultaten, die de volkstelling voor de Hervormde Kerk aan 'tlichi bracht, gewijd heeft. Zelfs de naakte cijfers werden niet meegedeeld. Zulk een struis vogelpolitiek kan de Hervormde Kerk weinig baten; ze zal haar integendeel veeleer schadt doen. Nog niet zoo lang geleden namen deze bladen wel een onjuiste statistiek over. waaruit blijken moest, dat de Gereformeerde Kerken in haar ledenaantal stationnaii bleven. Ojk vindt men in deze bladen wel telkens voorstellingen, dat het in onzt Gereformeerde Kerken er zoo bitter droet uitziet; dat de prediking geesteloos is; da> de Kerken leeg loopen; dat broedertwist ons verteert, en dat menigeen zucht om naat de Hervormde Kerk terug te keeren. E; daartegenover wordt er dan in geroemd hoe de Hervormde Kerk weer wordt opgebouwd, hoe haar kerkgebouwen weer gevuld zijn, hoe ze toeneemt in kracht en getal. Mtar nu de volkstelling aan het licht bracht, hoezeer de Gereformeerde Kerken in leden zijn toegenomen en koe hard de Hervormde Kerk achteruitging, wordt, hierover gezwegen. Het was daarom noodig, dat de reahteit eens in het licht werd gesteld. Dat de Hervormde Kerk in Amsterdam, de hoofdstad van het land, niet alleen relatief in verhouding tot de toename der bevolking achteruitging, maar ook absoluut, is een zoo bedenkelijk teeken, dat men ook van Hervormde zgde deze feiten toch wel eens ernstig onder de oogen mag zien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen