GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I. JOH. H. BEEN, HISTORISCHE FRAOMKNTEN, J. M, Bredéi's Boekhandel en Uitgevers Mpij. Rotterdam 1912.

In dit boek zijn onderdak gebracht zestien opstellen uit de vaderlandsche geschiedenis, welke de heer BEEN, Archivaris der Gemeente BRISLLE, reeds vroeger in verschillende tijdschriften en bladen had gepubliceerd.

Meer dan een is daarbij omgewerkt, uitgebreid of verkort.

Deze opstellen of fragmenten, zooals de schrijver ze noemt, zijn öfaan de vaderlandsche geschiedenis in het algemeen óf meer bijzonder aan die van DEN BRIEL, ontnomen.

De titels dezer stukken zijn de volgende:

Angelus Meruia en zijn stichting; de Allerheiligenvloed van let jaar 1570; de weg zeewaarts aan; de veerman van den Btiel; naar aanleiding van de Gorcumsche martelaren; de gave Gods; Duinkerker kapers en HoUandsche Oseven; de geboorte van een Oranje in de 17e eeuw; een praatje over Jan de Witt; uit de jeugd van Prins Willem III; de Royal Charles ; een jaar uit het leven van Michiel de Ruyter; een dorpspastorie uit de 17e eeuw; de kouvau het jaar veertig; twee militaire doodvonnissen in 1747; Jodentrouw.

Naar men ziet, vogel» van diverse pluimage.

Maar het is niet alleen de kleurige verscheidenheid die dit boek aantrekkelijk maakt. Er gaat óok een groote bekoring van uit doordat de heer BEEN zijn gave van „vertellen", die hij in hooge mate bezit, bij het schrijven van deze opstellen goed gebruikt heeft.

Het boek leest prettig.

Daarbij is het, hoe bevattelijk ook voor het groote publiek, zeer serieus werk.

De geachte schrijver is historicus van professie. Wat hij, zij het ook in populairen vorm, geeft is vrucht van ernstige studie, van historischcritisch onderzoek.

Ook door zijn onpartijdigheid, uit een oogpunt van historiographie verdienstelijk, verrast bet door vele nieuwe, wèl gedocumenteerde vondsten.

Zoo, om iets te noemen, reeds terstond in het eerste opstel, over MERULA, voor welks samensielling gebruik is gemaakt van wat èn door het onderzoek van anderen èn door wat eigen onderzoek omtrent den Pastoor van HEENVLIET aan het licht heeft gebracht, sedert MoLL in 1857 over dezen „kerkhervormer en martelaar des geloofs" — zijn monographie gaf.

De uitgave zelf is door BREDÉE keurig verzorgd.

2, MENIGSRLEI GENADE. Wekelijksche Leerredenen, onder redactie van DR, P, A. E. SaLEvis SMITT en DR.B, WIELINGA, met medewerking van vele Geref. Predikanten. Kampen.

J. H. KOK.

De onderneming is geslaagd.

Den 30 April is de tweede jaargang begonnen, nadat de 52 preeken, die gedurende den eersten jaargang eiken Dinsdag geregeld verschenen, met graagte gelezen zijn, en het getal der inteekenaren toe nam.

Het gaat niet aan, van al deze preeken hier een exposé te geven. Uit den bundel, voor de hand weg, een griipend om haar hier te bespreken, pak ik die van Ds. H. H. VEDER. Laat mij als e pluribus unum, omtrent haar dan iets zeggen.

De titel van deze preek is: EIZEN MET BLIJDSCHAP en zij is uit Hand. 8 : 39 b. Want hij reisde zijnen weg met blijdschap.

De, dezer dagen uit zware krankheid langzaam herstellende, Rotterdamsche prediker handhaaft ook in deze leerrede zijn gevestigden naam als voortreffelijk homileet, als een der beste leerlingen van V. OosTERZEB Op het stuk van de „preekenmakerij". Reeds de INLEIDING is, met te nemen haar uitgangspunt in het woord van JESAJA : „Zulks komt ook voort van den Heere der heirscharen; Hij is wonderlijk van raad, Hij is groot van daad", om dan, langs de korte vermelding van voorbeelden der Schrift omtrent de leidingen Gods met zijn uitverkorenen, te komen op „de ontmoeting van Philippus met den Aethiopischen kamerhng op den weg naar Gaza" — een gelukkig greep. En ook de VERDEELING, die daarna, more majorum, geannonceerd wordt: Z> e reiziger, de reize en wat de oorzaak van de blijdschap des reizigers was, — mag, uit den tekst als zij is en daarbij on« gekunsteld, niet minder gelukkig heeten.

Maar niet slechts uit een oogpunt van techniek, doch ook wat „talving" en „stichting" betreft, ii deze preek goed kanselwerk.

In haar toepassing waar, uit den verklaarden tekst, de vraag wordt afgeleid: „hoe staat gij tegenover des Heeren Woord ? „ raakt zij het hart en geweten van den hoorder en verkwikt met haar warme en gezonde mystiek zijn gemoed.

Uiteraard is in al deze preekea bij overeenkomst veel verschil.

Veel verschil door de mdividualiteit van de predikers.

Maar behalve, dat zij alle zuiver gereformeerd zijn, zit 'm de overeenkomst ook hierin, dat zij echte „populaire evangelieprediking" zijn.

3. J. W. MARMELSTEIN ATHALIE par J. RACINE. Avec Notices, Tableau et commentaire. Amsterdam—Meulenhoff et Cie.

Onder den titel „Les meilleurs auteurs fran-^üs" — geeft de Amsterdamsche firma MEU­ LENHOFF & CIE. sedert eenigen tijd, een verzameling uit van de werken der beste Fransche schrijvers, welke werken, met kanteekeningen voorzien, inzonderheid bestemd zijn voor het onderwijs m de Fransche letterkunde aan inrichtingen van Middelbaar onderwijs.

Voor het bewerken van een deehje in de door haar bezorgde serie heeft zij o a. ook uitgenoodigd de heer J. W. MARMELSTEIN en deze koos voor zijn taak de ATHALIK van RACINE.

De heer MARMELSTEIN is leeraar in de Fransche Taal en Letterkunde aan de Christelijke Hoogere Burgerschool te AMSTERDAM.

Het is te verstaan, dat hij zich onder de klassieken der Fransche Litteratuur, waarmee hij tijn leerlingen bekend heeft te maken, bijzonder getrokken voelde tot RACINE, die, opgevoed in PORTROTAL, meer dan anderen een godsdienstig schrijver mag heeten. En evenzeer is het te begrijpen, dat MARMELSTEIN onder de tragedien van dezen dichter uit de dagen van Lodewijk XIV, de voorkeur gaf aan die twee waarvan de stof is ontleend aan het Oude Testament: de ESTHER, die RACINE in 1689, en de ATHALIE, die hij 1690 schreef. Stukken, die de dichter, zooals bekend is, vervaardigde op verzoek van de mystiek vrome Madame DE MAINTENON.

Van zijn taak om de ATHALIE, deze „Tragédie thee de l'Ecrhnre Sainte" voor de leerlingen der H. B. Scholen en Gymnasiën te bewerken, heeft de heer M. zich, voor zoover ik kan beoordeelen, op verdienstelijke wijze gekweten.

Voorop gaan korte NOTICES over RACINE zelf en over zijn stuk, waardoor de leerling terstond wordt georiënteerd. Aan dé lijst der personae dramatis, laat M. voorafgaan een tabelletje, dat een overzicht geeft van de verhouding der personen tot het rijk van JUDA en het rijk van ISRAEL. Dan volgt de tragedie zelf, waarvan een zoo zuiver mogelijke tekst is gegeven.

Het voornaamste van M.'s arbeid vormen de ANNOTATIONS. Hier vindt de leerling een voor hem voldoende COMMENTAIRE. Duistere plaatsen zijn daarin verklaard; waar noodig, zijn de Schriftuurplaatsen, waarop in het stuk wordt gedoeld, aangegeven; van enkele ongewone uitdrukkingen wordt een HoUandsche vertaling gegeven; historische en archaeologische toelichtingen, waartoe de commentator ook de voorlichting van PROF. V. GELDEREN heeft gevraagd, worden hier rijkelijk gevonden. Een „plan van den tempel van Salomo" is er aan toegevoegd. Al wat de leerling noodig heeft te weten om vanl RACINE'S meesterstuk te genieten, vfaidt hij hier bijeen.

In de ANNOTATIONS doet MARMELSTEIN zich kennen als een nauwkeurig werker.

Ook kleine trekjes, maar die voor het recht begrip van het geheel toch van belang zijn, verzuimt hij niet te releveeren.

Zoo o.a. dit.

Het is een vrij bekende historisch-litterarische bijzonderheid dat de woorden van JOJADA tot den jongen koning JoAS gericht (Acte IV, Scène IV):

De l’ absolu pouvoir veus ignores fivresse,

Etdes Idches jlatteurs la voix enehanteresse, met wat daar verder tot regel 1398 volgt, door Lodewijk XIV werden beschouwd als meer speciaal aan zijn adres gericht, en dan ook, hoe goed door RACINE bedoeld, door den Zonnekoning allesbehalve vriendelijk werden opgenomen.

Zij het ook slechts met een paar woorden, verzuimt M. niet dit aan zijn lezers te vertellen.

Allereerst bestemd voor H. B. S.-en gymnasium-joDgens, kan ik de lezing van de ATHALIE in MARMELSTEIN'» editie aanbevelen aan allen, die belangsteUen in Fransche beUetrie.

De Firma MEITLINHOFF zal goed doen, wannser zij in haar COLLECTION de ESTHER mocht willen opnemen, de bewerking ook daarvan aan den heer MARMELSTEIN op te dragen.

4. JAARBOEKJE VAN DEN BOND VAN ZONDAGscHOOLYEKEENiGiNGEN. Auno 1912. Boudssecretariaat. Fagelstraat 291,

Gelijk ten vorige jare, voldoe ik ook thans volgaarne aan het verzoek om op dezen Bond en zijn Jaarboekje hier de aandacht te vestigen.

Op verzoek van enkele Zondagschoolvereenigingen nam de Kerkeraad van de Gereformeerde Kerk te Amsterdam op zich, om op het onderwijs en het aanstellen van onderwijzers en onderwijzeressen aan die scholen, toezicht te houden. Deze vereenigingen, die zich zelf dus onder het toezicht van den Kerkeraad stelden, hebben zich nu ook onderling vereenigd tot een Bond. Hoe gunstig dat toezicht en die Bondsverhouding werkt, wordt in het Jaarboekje vermeld. Het verslag over 1911-1912 spreekt o.m. over de inrichting der opleidingsklassen voor onderwijzers en onderwijzeressen en over de leerstof die op deze klassen wordt behandeld.

Wie ook op andere plaatsen, van ons land. een dergelijke inrichting van het Z.-S.-onderwijs begeert, zal den Secretaris, den heer G. v. D.j STEEN, Fagelstraat 29, zeker bereid vinden om hem nadere inlichting over den Bond te verstrekken.

Inmiddels dient in AMSTERDAM zelf deze Bond te worden gesteund.

Ook flnantieel.

Penningmeester is de heer J, ADVOCAAT, Fagelstraat 52.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juni 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juni 1912

De Heraut | 4 Pagina's