GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„En Jezus, met een groote stem reopende, gaf den geest”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„En Jezus, met een groote stem reopende, gaf den geest”.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

[GOEDE VRIJDAG].

En Jezus, wederom met eene giooie stemme roepende, gaf den geest. Matth. 37 : 50.

Eerst wts de dag, toen het uur, en cu ten slotte het Uatste oogenblik ingetreden, waumee het einde komen zou. Hust weigert once pen het neer te schrijven, maar het ieit ligt er toe, urenlang had onze Heiland aan het vloekbout hangen sterven. Een too vreeülijke dood! Dat langzaam, dat van lieverlede, dat allengs en ongemerkt uitgeput raken van de levenskracht.

En toch is er in dit sterven van Jezus iets, dat vac iets anders spreekt. Ge kunt niet zeggen, dat Jezus aan zijn kruis bezweken is. Immers er staat zoo uitdrukkelijk bij, dat Jezus in het eigen oogenblik waarin de dood hem overmeesterde, een uitroep deed, en wel een uitroep „mei groote stem.'*. Zoo nu gaat niet toe bij wie zieltogend beiwijkt, en bevend over heel zijn borst, zich zijn laatsten ademtocht voelt ontglippen. Wie zóó sterft moge nog hoorbaar zuchten, nog kermen dat 't u door het hart schrijnt, maar die roept niet, die roept vooral niet met groote, klare, heldere stem, zoodat honderden tegelijk het hooren kunnen.

Het stellige feit, dat Jeius vlak vóór hij den geest gaf, nog zulk een kracht in zijn stem en in zijn woord kon leggen, is alzoo voldingend bewijs, dat onze Heiland niet in onmacht bezwijkend wegstietf. Te meer klemt dit om wat Jezus vlak vóór zijn sterven uitriep: „Vader, in uwe banden beveel ik mijnen geest". Het bewustzijn van Jezus was dus in niets verzwakt. Hij voelde wat te komen stond. Jezus zou zich niet lijdelijk laten dooden, maar met volle bewustheid nog in zijn dood een daad volbrengen. Hij zou sterven^ willen sterven, doorleven wat dit sterven was, voelen dat hij scheiden moest van zijn geest. En zou dien geest niet in 't stil oneindige laten vervloeien, maar dien geest, nog eer hij stierf, stellen in de hand van sijn Vader.

Zelfs in het Evangelisch verhaal komt dit uit. Er stëi^t niet dat Jezus stierf, maar dat hij den geest gaf. Zijn geest week niet van hem. Zijn geest werd niet van hem genomen. Het is niet een ontglippen van den geest, dat hem met angst vervult. Neen, hij geeft den geest. Hij geeft zijn geest over. En hi] weet aan wien hij zijn geest overgaf: niet aan 't noodlot, niet aan de niet te stuiten macht van den Dood, maar aan ... zijn Vader, Het eenige woord zelfs waarmee dat geven van den geest hier wordt uitgedrukt, beduidt, gelijk reeds onze Kantteekenaren opmerkten, hij liet tijn geest van zich gaan. Die geest ging niet zelf, maar stond lot op 't laatste oogenblik onder Jejus' conti 61e. En nu lift hij hem gaan, en gaf den geest over. En : oo is voor Jezus het klaar bewuste, het helder doorleefde sterven geweest.

Jezus sterft niet als slachtofier van den gerechtelijken moord, dien Cajaphas en Pilatus begingen, maar als vrijwillige offerande. Hij moes willen sterven. En alleen dit willig karakter van zijn eeuwige liefde voor Gods uitverkorenen gaf aan zijn Kruisdood op Golgotha de geheel eenige waardij. Jezus werd niet gedood, maar hij gaf zich in den dood. Niet enkel daardoor, dat hij den Vader niet bad om twaalf legioecen engelen, öm hem te verlossen, maar ook daardoor, dat hij tot op 't laatste oogenblik sterven wilde, en toen 't op sterven ging, zelf zijn geest gaf.

En hiermede nu trad 't ontzettendste in dat zich denkeu liet.

Een wereld die zich zelve vergiftigd en verïondigd heeft, en daarom prooi van ondergang en verderf wordtj en nu daalt in die bang verongelukte wereld de Heilige neder, Gods eenige Zoon die 't leven in zich draagt, en 't aan die wereld brengen komt. Israels heil wacht nu op de voltooiing.-Zelfs Gods engelen verwachten, dat, waar heel de afgekeerde wereld hem vreemd blijft, dthans het gewijde en geheiligde volk in Israël voot Jezus zs^l kiezen. En het jammerlijke einde is, dat juist omgekeerd de hoogepriester van dit volk der patriarchen en profeten, de keizersmacht van Rome te hulp roept, om den Immanuel van deze wereld te verwijderen door den dood.

De Christus kwam uit het driemaal Heilige, waarvan wij ons zelfs geen zielsbeeld vormen kunnen. In onze heiligste momenten zijn we nog niet éénmaal heilig. En dan verre daarboven in de tweede sfeer vaiï heiligheid. Eu nogmaals verre daarboven weer het driemaal heilig. En vandaar was Immanuel nedergedaald op deze diep in schuld verzonken wereld. En in plaats dat nu die wereld in heilige siddering voor Jezus de knie buigt, randt keKkeUjke en wereldlijke macht dien Verkorene dei Vaders aan. Hij wordt niet geduld, hij moet weg, al wat vloeken kan vloekt hem.

En nu treedt dit bangste aller oogenblikken in, dat die Heilige Jezus uit deze wereld terugtreedt, weer van baar scheidt, en haar verlaat, niet door weer op te varei\ vanwaar hij kwam, maar door onder vloek en dood zijn geest te geven, en juist doot dit bange sterven die wereld te redden van 't verderf, en ook uw ziel-van de rampzaligheid aller eeuwen.

Wat er in dit sterven plaats greep en gebeurde, heeft toen het intrad, niet één levende ziel op aarde verstaan. Cajaphas heeft gesidderd in zondige spanning. Pilatus was onrustig geworden. Zelfs voor Petrus was alles een raadsel O, gewisselijk, voor zijn jongeren is het licht straks opgegaan, maar op dat eigen oogenblik ging de laatste straal van licht ook hun in grauwe donkerheid oiSder. Het was of 't zwerk loodzwaar op alle menschelijk leven drukte. Er was dan toch ia Israël nog een glinstering geweest, maar ook dit morgengloren verdonkeide zich ten leste gehegl. Toen Jezas stierf, bleef er op deze wereld niet één enkel lichtpunt meer achter. Het licht was gekomen, maar brutaal teruggestooten. Er was nu niats meer dat op redding uitzicht gaf. Die geheele wereld was nu aan haar zelve overgelaten. Ze had Immanuel, ze had den 2k> ae Gods nu, althans die drie laatste jaren, met al de rijke ontplooiing van zijn heerlijke, heilige, reddesde kracht bezeten en genoten. Het licht had geschenen in de duisternis. Maar nu werd over dien glans de korenmaat gezet. Eerst flikkerde het nog, toen was 't al uit. Geen vonk, geen stip van licht meer. Al duistere nacht, waat Jezus had den geest gegeven, Jesus stierf. Jezus was KU dood. Hij sprak niet meer, hij deed geen kracht meer, van zich uitgaan, zijn oog glansde niet meer bij 't naar hem opzien, In lijngewaad gewikkeld, werd hij uitgedragen naar de grafspelonk. Een geween onder Gods vrome kindeken, een gegil van helsch genot onder de democen, Jezus was nu dood.

Als er toen niets meer gebeurd wai, zou er dan ok niets dan eeuwige jammer gebleven zijn. En aarom kunnen we ook den Goeden Vrijdag niet part nemen. Goede Vrijdag meet altoos onlosakelijk aan 't Paaschfeest gehecht zijn. Dan erstaat ge dit sterven van Jezus. Dan zegt eigen zielsvreugde het u, hoe eerst door dit sterven het heil kon dagen.

Jezus stierf in den dood weg, en uit dien dood ontspringt voor n het leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 maart 1913

De Heraut | 4 Pagina's

„En Jezus, met een groote stem reopende, gaf den geest”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 maart 1913

De Heraut | 4 Pagina's