GEMENGD NIEUWS

Scheiding van Kerk en Staat in Wales. Het wetsontwerp waarbij de scheiding van Kerk en Staat (disestablishment) voor de Episcopaalsche kerk van Wales wordt tot stand gebracht, is door het Engelsche Lagerhuis bij tweede lezing aangenomen. Het Engelsche Hoogerhuis zal dit wetsontwerp wel verwerpen, doch dit lichaam kan het niet keeren, dat de Episcopaalsche kerk in Wales, haar privilegie verliest.

Het «Kerkleger» in Engeland. De j'aarlijksche vergadering van de Church-Army werd op 7 Mei onder voorzitterschap van den Aartsbisschop van. Canterbury gehouden. Bij deze gelegenheid sprak deze kerkvorst uit, hoe een halve eeuw geleden gevoeld werd, dat «de Kerk in Engelandsleed door haar conventioneele vormen en haar deftigheid, en dat zij haar werk om het verlorene te zoeken, .niet deed gelijk het behoorde, en daarom werd twee-en-dertig jaar geleden het Kerkleger gesticht, teneinde daarin, betering te brengen. l5e mannen en vrouwen die voor het Kerkleger arbeiden, zijn menschen die kunnen zeggen: «Ik zou u willen zeggen watjezus voor mij gedaan heeft, en wat Hij voor u wil zijn indien gij Hem toelaat".

Door persoonlijke kennismaking wist hij, hoeveel goeds er tot stand gebracht was door het werk in de kermiswagens en door den arbeid onder de hopplukkers in Kent.

Bisschop Taylor—Smith zeide, dat hij gekomen was om zijn dank aan het Kerkleger uit te spreken voor het werk, dat het onder de soldaten had verricht.

De Domheer Carlile deelde mede, dat in den laatsten winter honderden daklooze menschen uit geheel Londen gekomen waren om een nacht in de tenten van het Kerkleger te slapen. Ook deelde hij sommige.' zijner ervaringen mede van zijn behandeling van dronken menschen. Anderen sprekers werd gelegenheid gegeven, om in een tijd van drie minuten verslag te doen van hun werk.

Kapitein Prior, het verslag omtrent de Evangelisatie uitbrengend, deelde mede, dat het Kerkleger 526 Evangelisten en 455 Zendingszusters in dienst heeft, die hoofdzakelijk in de parochiën onder leiding van de dienaars der Kerk werken.

Invloed van de moderne Tlieologie. In Der Warheitsseuge, het orgaan der Duitsche Baptisten, (No. 17) lezen wij:

«Bij gelegenheid van de laatste Studenten-Zendingsconferentie te Kalle stond een jong student in de geneeskunde op, en verhaalde van de vele zegeningen die zijn kring door de Bijbelsamenkomsten ontvangen had. Zelfs Roomsche studenten hadden daaraan deelgenomen, en het was een lust geweest te zien, hoe zij voor het Woord bogen. «Slechts over een ding«, zoo voegde hij er bij, heb ik te klagen en dat is over het doen van studenten in de Godgeleerdheid. Hoe dikwijls hebben zij (jns den zegen weggeroofd ! Wanneer wij biddend over onzen Bijbel gebogen waren, hebben zij door hun twijfel en door het opwerpen van problemen in ongeloovigen zin, den Geest uitgebluscht. Wij verlangen daarom niet dat onze Theologische medestudenten in onze vergadering zijn, maar zijn altijd dankbaar dat zij ons alleen laten«.

De »Wahrheitszeuge« voegt er aan toe: »Zoo klaagde een buitenlander en vele Duitsche studenten vielen hem bij. Zij hadden dezelfde ervaring opgedaan. Als het noodig was, konden wij een voorbeeld aanhalen van een student in de Staatswetenschappen, die in den Bijbelkring door een student in de Theologie zóó in verwarring gebracht werd, dat hij het gebed opgaf, zijn Bijbel met stof liet overdekken en aan de religie den rug toekeerde.«

Het is bedroevend dat zulk een getuigenis moest gegeven _ worden. Studenten die niet op den bodem der H. Schrift staan, moesten de Bijbelkringen niet kunnen bederven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen