GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Argklistig is het hart”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Argklistig is het hart”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Arglistig is-liet hart, meer dan eenig ding, ja doodelijk is het; wie zal het kennen? Jeremia 17 : 9.

In het zondige hart zit, 'als in, - zijn eigen tempel, ons »ikje€ op den troon. En al werd door waarachtige bekeering dat > ikje« tendeele van den troon afgedrongen, om Christus op dien troon plaats te doen nemen, toch blijft ook bij Gods kind dat booze »ikje« nog altoos om dien troon heendrentelen, beproevend om nog telkens weer het aloude zeggenschap in ons hart te hernemen.

De profeet zegt daarom zoo terecht, dat ons hart van nature zoo droef arglistig is. In dat hart • voelen we, hoe ons »ik« gedurig gevaar loopt opzij te worden gedrongen door allerlei concurrentie om ons heen, concurrentie van goede en booze geesten, concurrentie van vrienden en vleiers, van tegenstanders en vijanden, en zno verliest het hart zoo gedurig zijn innerlijke vastigheid, wibbelt, en dreigt gedurig zijn evenwicht te verliezen. Wordt nu de hulpe hiertegen bij den Heere onzen God gezocht, dan is 't de Heilige Geest~^ die ons weer rechc zet en ons onze vastigheid hergeeft. Maar raken we innerlijk van onzen God weer los, dan is ons hart aan zichzelf over gelaten, en dan zint en peinst en doelt ons hart er bestendig op, ou; d^or f'!'erlei wrongen en bocht'; n zijn evenwicht te herwin: ; •'. en weer s; erk in zichzelf te staan.

Doch dat juist is buiten God nooit bereikbaar, tenzij we onze toevlucht nemen tot een listig bedenken, en dat listig bedenken zoo in het sluwe trekken, dat ons verzinnen ten slotte in argUstigheid owexgAsX. Hiermee is dan bedoeld, dat we d klare eerlijkheid, en oprechtheid er aan geven; ons weten voor te doen in vormen, die niet strooken met ons innerlijk bestaan; en door die verzonnen loosheid in ons hart, een positie in onze omgeving weten te erlangen, waarin we. ons veilig en gedekt voelen, niet door het schild dat God over ons opheft, maar door allerlei sluiers, waarachter w§ ons egoïstisch sik" weten te verbergen.

Almeer lukt 't ons dan, om anders uit te komen, dan we innerlijk bestaan. We erlangen dan de onheilige bekwaamheid orh voor anderen een schoonen schijn te doen spreken, die een indruk geeft die niet overeenstemt met .wat we innerlijk zijn.

En zoo wordt dan ten slotte ons arglistig hart een hoogst gevaarlijk wapen ter onzer'beschikking, waarmee we anderen als slachtoffer weten te wonden, en waardoor we onszelf een positie verzekeren, die in de wereld opgeld doet, maar gewraakt is van God.

Zoo kan het arglistig hart ons zelf ten val brengen, en ten slotte zoo droef van onzen God vervreemden, dat we in ons misleid en misleidend hart al armer worden.

Maar 't kan ook omgekeerd loopen. Zoo namelijk, dat niet wij anderen ten offer kiezen van onze eigen argUstigheid, maar dat we zelve de prooi worden van de arglistigheid die anderen op óns toepassen.

Nu is. het zeer zeker tienmaal beter, slachtoffer van anderer arglistig bedoelen en doen te worden, dan zelf anderen ten prooi te kiezen. Hieruit volgt echter geenszins, dat we, in onschuld voor God, door anderen met ons kunnen laten spelen.

Zeer stellig r.omt ook de eisch tot ons, om met een open oog toe te zien op wat anderen zich jegens ons veroorloven, en tegen hun opzet ten onzen laste, ons schild op te heffen. Anderer arglistigheid k^n ook voor ons zooveel zegen doen te loor gaan, die onze God ons had toebeschikt. Ongemerkt kan anderer arglistighcid ons zelfs in 't onheilige meetrekken. En al ware het, dat we zelve toch weer onzen voet uit de ons gespannen netten konden terug trekken, vergeet nooit dat anderer argUstigheid u zóó bewerken kan, dat ze. schade aan uw-gezin berokkent, u aftrekt van veel heiHg werk, en u een kraclit doet verspelen die voor hooger doeleinde door uw God werd opgeeischt.

Hierbij echter komt 't aan op menschenkennis.

Niet weinigen toch weten de argUstigheid van het hart zoo dicht te omsluieren en te verbergen, dat ge er onwillekeurig de dupe, van wordt. Te goed van vertrouwen te zijn, is daarom nooit goed te keuren. Ge moet ook in uw omgeving scherp uit uw oogen leercn zien. En al moogt ge nooit de achterdocht als wapen tegen de .arglistigheid iaanwecden, toch moet.ge nimmer u overgeven aan den zoeten droom, als hadt ge in uw omgeving enkel met engelen, en niet pok met menschen te doen, en als wist ook gij niet, hoe nood en verlegenheid ook den besten vriend verlokken kan, om 't hoekje om te gaan, eer gij er aan toekomt.

Natuurlijk is de heilige kunst om hierin het juiste midden te kiezen. Niet te scherp en schamper telkens boos opzet, of arge-list te vermoeden. Maar ook nimmer te ziende blind zijn, om u door anderen te laten misleiden.

Steeds moet ge weten, dat ge ook te doen kunt hebben met lieden, in wier hart niet altoos de gebaande wegen zijn; maar ook daarbij moet 't de gemeenschap met uw God zijn, die u 't oog ontsluit voor wat u anders bedreigen zou. Van Hem zij ook tegen de arglistigheid uwe hulpe.

Mag dit laatste nu metterdaad uit genade ook uw deel zijn, dan kan 't ook uw blijde ervaring wezen, dat zelfs die arglistigheid waartoe uw eigen hart neigt, en die ge bij anderen vaak aantreft, u ten zegen kan worden.

Niets toch leidt er meer toe, om de inwoning en bestraUng op uw hart van den HeiUgen Geest te zoeken, dan juist een steeds sterker wantrouwen in wat een ander en in wat uw eigen hart uit zichzelf opgeeft.

Het menschelijk hart is zulk een wónderheerlijke schepping. Het bezit een innerlijke instruraenteering die haar wedergade zoekt. God schiep dat menschelijk hari zoo wonderbaar, opdat uit dit menschelijk hart de trekkingen, de bewegingen, de aandoeningen zouden opkomen, die een geboorte konden geven aan al wat in zijn machtige schepping groots en heerlijks zou zijn. Er is geen deugd, er is geen treffelijkheid, en geen hoog bestaan, waarvoor de tooverende spieren en zenuwen niet in ons menschelijk hart zijn ingeschapen.

Nooit zoü zelfs de Christus voor ons geweest zijn, wat hij was en is, zoo niet 't menschelijk hart, dat ook hem hierbij tot orgaan moest dienen, van Godswege, reeds in de eerste Schepping, die o verrijke en heerlijke organisatie had ontvangen. Dit is natuurlijk mcê dé oorzaak geweest, dat 't hart in zijn bedorven staat in zoo demonische arglistigheid glorie kon zoeken. Maar 't doet 't ons dan toch verstaan, hoe juist de toenadering en de inwoning van den HeiUgen Geest ons ten deel moet vallen, zullen we dat wondere hart weer in zuiveren toon zijn hemelsche melodieën voor God doen spelen.

En dit nu wordt juist bevorderd, niet zoo we, gemelijk en schier gedachteloos, • ons hart aan zichzelf overlaten, maar wel indien we voor de groote gevaren die ons hart met zich brengt, almeèr een open oog krijgen.

Wie meer en meer ontwaart, tot wat argheden en listiglieden ook zijn eigen hart ten slotte neigen zou, en op gelijke wijze, ja erger nog, bespeurt, met wat argheden en listigheden hij zelf door anderen beloerd, belaagd en belasterd wordt, die schrikt van 't gevaar dat ons zondig hart met zich brengt, die ziet in, aan wat ellendige verkalkingen ook zijn eigen hart bloot staat, en die 'komt vanzelf op de knieën voor zijn God tot de conclusie, dat hij met zijn eigen geest steeds verder dreigt af te dolen, en' dat daarom alleen en eeniglijk de gemeenschap met den Heiligen Geest ook hem op veiliger spoor leiden kan.

Juist hij, die een open oog kreeg voor de slingers die ons zondig hart om zichzelf slaat, verstaat, wat in den Pinksterdag ons als genade is toegekomen.

Wat opwoelt uit 't eigen hart moet teruggedrongen, en in dat hart moet 't altaar ontstoken voor den Heiligen Geest van God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 november 1915

De Heraut | 4 Pagina's

„Argklistig is het hart”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 november 1915

De Heraut | 4 Pagina's