GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafei.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafei.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

SCHILD ES PIJL onder redacti» raa Dr. F. W. GROSEEIDS, Dr. J. C DE MOOR, Dr. B. WIE-LEXGA. Aflevering 3. — Uitgive van J. H. Kok te Kampen 1918.

I.

Met schier niet Isj te honden snelheid zet dit jonge Tifdschrüt zijn defensief es offensief voort =a uit een oogpont van afweer eu aanval dankt mij allermiiist on-^fak de prestatie van Dr. H. B.4.vDfCK in déze aflevering.

De opdracht vaa de LegerleidiEg ging hier o^-er wat deze ervaren strateeg zélf omschrijft als: DE NAVOLGUÏG VAN CHRISTUS ES HET MODERNE LETES.

Bij het Teel-omvattende van de uitdrukking: ihei moderne lacr^^ ware, om den lezer zich terstond te dcea oriënteeren wcIKcht niet ondienstig geweest het tweede Ed der omschrijving door DE cci.Ttn~a. VAX DEZEX TIJD te vervangen. Het probleem toch of de strijdvraag, waarover het ie deïe bruchnre gaat, is het door Prof. BAVISCE reeds meermalen besprokene der verhondJEg van Christendorn. ea CoJtnor. Nader z'ooals hij het in zijn geschrift ook stelt, of' de navolging van Christus ea het cnltunrleven vaa dezen tijd al daa niet vereenigbaar rijn.

Aan de optossing van dit probleem waagt hij zich ook hier - weer en hij doet dat niét op de wijze waarop, door éea van de twee termen den nek om te disaiea, vele problemen heel gemakkelijk, maar daa ook schgnbaar worden opgelost, doch zoo dat beide termen tot hun recht komen. En zoo stelt hij dan tegenover veler outkenmV.g, die Mj afweert, zgn bevestiging, die hij verdedigt.

Dit, ook door zgn kortheid, nog niet vol 32 bladzijden, op de lezers van SCHILD s> r PIJL berekend geschriftje is ia 5 onbetitelde hoofdstukjes verdeeld.

Het begai van het eerste staat ia het teeken vaa den iwereidkrijg, die in 1914 tdlbrak en eeriang misscMen reeds zijn vqfde jaar intreedt*, ilaar twee bladzijden verder raakt het daar weer oit. Na toch bij wijze van aanloop over het probleem van den oorlog, van ikzm oorlog, een en ander te hebben gezegd, schrijft BAVQ-CK op bl. 3: ïEr schtult hier achter nog een ander, oieper probleem. Het coaflict, thans door vden tnsschen Christendom en oorlog gevoeld, is maar een onderdeel van die geweldige spanning, welke er vooitdnrend tnsschen het Evangehè van Christus en de cnltttar bestaatc En dan sfeeit hij met zijn onderwerp vaa wal, om het eerst op p. 27 weer over den oorlog te hebben.

Het doet daarom eenigszins zonderling aan wanneer, in de NlEUWEROTTESDAiiscHECociusT' de scherpzinnige Redacteur, die daarin op veelslisa vQoitreaelgke wgze de rubriek KERssiEL^-wa verzorgt, ia het Nr. vaa 17 Mei schrijit, dat het boekje vaa Prof. Bavisck voornamelijk aan den oorlog is gewijd. Iets waardoor zgn, mijns inzien», min joiste critiek dan faeheerscht wordt.

Maar keeren wij terug tot het eerste hoofddeel der brochure.

Na met enkele trekken op de antithese te hebben gewezen, waarin aanvankelijk het jonge Christendom met zgn ascetisme of onthouding van aardsche genoegens tegenover de wereld stond, en voor welk ascetisme de kerk ook later' toenzij na dea tgd der vervolgingen, een compromis met de wereld had gesloten, geholpen door de theorie der consilia en p^aeapta. een plaats inruimde in het kluizecaars-en monnikenleven, doet hg uitkomen hoe dit asceösme sals de ware navolging van Christus" werd beschouwd en Qsis. ïnavolgingï hoe langer hoe meer veruitwendigd, als een s nabootsing* werd opgevat. En ook, hoe de veeïszins vocirtreffehjke linxAiio CHRISTI van THOHAS a KEMPIS, ai vat het de tnavolging" niét als > nabootsing" op, toch jaan de eene groote eenzijdigheid lijdt van wereldverachting en miskenning van des menschen aardsche levenstaak”.

Verder, dat »de Reformatie der 16e eeuw dit ascetisch ideaal wel principieel overwonnen heeft, maar dat verwante stemmingen en-neigingen toch herhaaldeïgk in de Protestantsche Kerken voorkwamen." Waarbq hg den lezer dan doet denken aan het Anabapatisme, het Pietisme, Hemhuttisme en Methodisme en saan de houding welke vele stifie vromen tegenover de wereld innemen"^ welke houdiag BAVESCK dan met kennis vaa Éiken beschrijft.

De verzuchdng van den hier bovengenoemden KEEKSiEtrws-schrijver: »het blijft steeds zoo lastig, dat »het Christendom" zulk een geinig coacrete grootheid is", krijgt in dit verband iets van het slaken eener verzuchting naar de lente op 'n mooien Meidag. Toor Dr. BAVDTCK toch is, gehjk ook van een schrgver in SCHILD EK PrrL niet anders ware te verwachten, hèt Christendom niét, om iets te noemen, het alLesbehalve concrete van DR. BaHLES, maar het zeer concrete der Reformatie, en dan bepaaldelijk het CALVESISCHE, ïhet Christendom van groote keur.!”

Eindehjk vesngt Dr. BAVETCK hier de aandacht op het verschijnsel, dat aan het ascetisch ideaal verwante stemmingen en neigingen, ïna het midden der vorige eeuw ook in de tieschaafde kringen opkwame. En in die beschaafde kringen »voelde men zich aangetrokken door de moraal van de Bergrede; en diep ging men weer gevoelen de scherpe tegensteHing, aïs: er bestond tusschen het leven van" Jezus ea den wandel der Christenen in de tegenwoordige eeuw.”

Onder dèïe beschaafden ziet tsj daa drie soorten.

Die van de eerste soort drongen er op aan, dat de Christenen, indien zij wild'in zijn. wat zij heetten, ook weer naar het voorbeeld van Jezns hun teven moesten inrichten en daarbij verwijst hij daa o. m. naar den schrijver van: Ds WARE GEscHiEDEsis vAif JosiTA DAVIDS, naar SHELDOS'S WAT ZOU JEZCS DOEK, en naar TOLSTOI in diens MEIN GLAUEE.

Die van de tweede soort »erken den wel ass. grooten afstand tnsschen h^t oorspronkelijke Evangehe en het tegenwoordige C'nristendom. maar leidden daaruit af, dat het Christendom zich zelf overleefd en uitgediend had. Er is toch geen verzoening mc^geliik tusschen de eischen van het Evangelie des N. T. en de pEchten welke de moderne ciiltnnr ons oplegt.”

Die van de derds soort zijn dan zij, welke jde Christelgke moraal wel willen liandhaven voor het private leveit vsai den Christen, maar ze onvoldoende achten als regel voor het openbaar leven in Staat ea Maatschappi}”.

Na deze specifieke verscliillen tusschen de aanvallers op de Christehike moraal, brengt de geachte schrijver een, toch niet geheel verdiende, beschuldiging in tegen de theologische ethiek. Ik heb hierbij niet op het oog, dat sde oplossingen, die zg aan de hand doet, van zedelgke vraagstukken, & & thans aan de orde worden gesteld, varre uiteen gaan". Dit toch kan niet gelden als een beschuldiging tegen de theologische ethiek. Zij, .-s dé theologische ethiek" is, als mefi^ let op de confessioneele verschillen en de geestelijke stroomingen, om met deuKüsxN'iïtrwsredactear van de N. R. Ci. te spreken, en ik doe dat hier zonder verzuchting, »een weinig concrete grootheid". Maar wel heb ik hier op het oog, > dat zij zich menigmaal niet voldoende rekenschap gerft van dea ernst der problemen, die rich heden ten dage op zedelijk terrsia voordoen; dat het is, alsof de macht der werkelijkheid haar boven het hoofd h gegroeid". Dit toch dunkt mij, met betrekking tot de beoefening en de litteratuur der theologische ethiek onzer dagen, niet geheel juist. PROF. BAVINCK geeft hier een hjstje van »zedelijke vraagstukken" en beweert dan, dat als men h? ? '' over deze gewichtige qnaesties raadpleegt, swij meestal een onvoldoend of ia het geheel geen antwoord ontvangen". Wat het eerste betreft, hangt dat af van de eischen & & men aan een theologische ethiek stelt; wat het tweede betreft is, wat de nieuwere Ktteratuur betreft, een zwijgen hetwelk lang geen goad zou wezen, op zijn zachtst uitgedrukt, eea niet-onweerlegbare bewering. En ook dient, wat het eerste I> etreft, toch niet vergeten te worden, dat de theologische ediiek, zal zij geen mer a boire worden, de grenzen tusschen de aanverwante vakken niet mag overschrijden.

In het niiddelpunt van die zedehjke vraagstukken, welke hij genoemd heeft, staat dan. zoo z ^ DR. BAVISCK terecht, dat der navolging van Cniistus en het moderne leven, sis ert, zou formuleert hij, op het einde van dit inleidend hoofdstuk, scherp en juist dit probleem, »voor die navolging nog plaats ia het cultuurleven van den tegeawoordigen tijd ? c > Kan men*, zoo vraagt hij, > met haar nog rekenen in den staat, in nijverheid en handel, op de m»rkt, op de beurs, in de bank, het kantoor en de fabriek, in wetensciiap en kunst, in den oorlog en aan het ftont? iHet antwoord op al deze en dergeïgke vragen hangt af van den zin, welke aan de navolging van Christus in de Schrift wordt gehechte.

Over den zin & & daaraan volgens hém moet gehecht, eea volgend maaL

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafei.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1918

De Heraut | 4 Pagina's