GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Zooals we beloofden, toen we \xQt Kerkelijk leven van Prof. Fabius aankondigden, zouden we nog nader, terugkomen op de vraag, of de Hervormde Kerk metterdaad, zooals door hem beweerd werd, als een schijnkerk is te beschouwen. Te meer is er reden om dit vraagstuk cnder de oogen te zien, omdat ook in onze kerkelijke pers meermalen de bewering is geuit, dat de Hervormde Kerk als een valsche Kerk is te beschouwen, omdat de kcnteekenen, die Art. XXIX onzer Belijdenis van de valsche Kerk opgeeft, op de Hervormde Kerk van toepassing zouden_^wezen, terwijl dan juist daaruit de plicht werd afgeleid van alle geloovigen om , met deze valsche kerk te breken, en zich bij de ware Kerk, d. i. de Gereformeerde Kerken, te voegen. En al is ïschijnkerk« en > valsche Kerkt nu niet geheel hetzelfde, toch raken beide qualificaties evenzeer het karakter en wezen der Hervormde Kerk en iS het daarom wel noodig, dat we het vraagstuk bespreken, hoe we als Gereformeerden over de Hervormde Kerk te denken hebben.

Wanneer we nu tegen deze qualificatie van Prof. Fabius bedenking hebben, dan is onze bedoeling allerminst om den indruk te verzwakken van wat hij in zijn aangrijpend betoog tegen het ongoddelijk karakter en den verderfelijken invloed der Synodale organisatie, door Willem I aan de Kerken opgelegd, geschreven heeft. Zooals hij in het Reglement van '52 op de meest afdoende historische en juridische gronden het onwettig karakter dezer organisatie heeft aangetoond en alle schijngronden, waarmede men die onwettigheid trachtte goed te praten, door zijn scherpe critiek heeft weggevaagd, zoo heeft bij in deze nieuwe studie, het onderwerp nog dieper opvattend, laten zien, welke geestelijke ellende, welke ontaarding en verwildering, deze organisatie over de Kerk gebracht heeft. Zoo is he«l deze studie één J'accuse tegen de Hervormde Kerk geworden. En niet het minst klemmende van dit requisitoir schuilt wel daarin, dat Prof. Fabius, thuis als geen een in de geschriften van Groen van Prinsterer en zijn geestverwanten, met de treffendste citaten telkens aantoont, hoe de aanklacht, die hij tegen de Hervormde Kerk inbrengt^

niet nieuw is, geen oratio pro domo voor onze Gereformeerde Kerken, maar door de uitnemendste mannen, die God in een vroeger tijdperk ons schonk, reeds .eren beslist is geuit ook toen dezen zelf nog lid der Hervormde Kerk waren.

Een dergelijk scherp requisitoir nu was zeker niet overbodig, want er dreigt metterdaad gevaar, dat de strijd ftgen dit »caesaropapistische instituut" gelijk Groen het noemde, verzwakken en verslappen zal.

Dat gevaar dreigt in de Hervermde Kerk zelve, waar de Gereformeerde broeders wel den strijd niet geheel opgarerf, maar dien toch lang zoo beslist en kloek niet voeren als dit door Groen van Prinsterer en de zijnen is gedaan. O zeker, men protesteert zoo nu en dan; men zendt wel eens een adres aan de Synode; men toont wel aan, dat de moderne rechtens in de Kerk niet hooren, en pleit voor een herstel van de Gereformeerde Kerkinrichting. Maar in het woord vlamt geen heilige toorn tegen de ontrouw dezer Kerk. Men bewerkt het volk niet om tot een krachtige en doortastende reformatie te komen. De vrees voor een nieuwe Separatie of Doleantie zit er zoo diep in. Met allerlei valsche leuzen, die in den grond Roomsch zijn en heel het recht van de Reformatie der 16e eeuw prijs geven, dient men het volk een slaapdrank toe. Hier heet het, dat eerst keel de Kerk tot reform'atie moet gebracht worden ; dat men geen klauw mag achterlaten; dat men daarom rustig heeft af te wachten, totdat heel de Kerk dit synodale juk afschudt. Daar beweert men, dat de Overheid, die dit onwettige juk aan de Kerk heeft opgelegd, geroepen is de Kerk van deze organisatie te bevrijden en de Kerk dan eerst in staat zal zijn haar rechten weer te dóen gelden. En ginder ziet men in deze Synodale macht een oordeel Gods over de zonden der Kerk, waaronder men zich lijdelijk heeft te buigen, aan God den Heere overlatende, wanneer Hij zijne Kerk weer verlossen zal.

Maar ook in onze eigen kringen ziet men die verslapping evenzeer doorwerken. Er komt een nieuw geslacht, dat den bangen strijd met de Synodale machtshebbers niet mee heeft doorgemaakt en dus niet meer aan den lijve gevoeld heeft, tot welk grievend onrecht deze organisatie tegen de trouwste belijders van Christus' naam in staat was. Het twistvuur, dat toen de broeders verdeelde, heet nu gebluscht te zijn. Men leeft nu broederlijk naast elkander, eigenlijk het betreurende, dat door Separatie en Doleantie een scheiiismuur werd opgetrokken tusschen hen, die als kinderen Gods elkander liefhebbeh. Men reikt niet alleen over dien scheidsmuur elkaar de hatid, maar wipt er zelfs over heen om ook in de Hervormde Kerk eeas een preekbeurt te vervullen. En men voeR niet meer, hoe deze Hervormde Kerk met haar onheilige vermenging van geloovigen en pngeloovigen, met de aanranding van de eere van Christus als Koning der Kerk, met reglementen, die ze boven het Woord van God stelt, een zonde is voor God en een bederf voor ons volksleven, waarmede men geen gemeenschap hebben mag.

Dat Prof. Fabius hiertegen zijn kloek en mannelijk protest hooren deed, was niet alleen zijn recht, maar gaf hem aanspraak op onze dankbaarheid. Al is veel van de persoonlijke bitterheid, die door den kerkstrijd in 1886 gewekt was, gelukkig weggevallen ; al trekt de band van het Gereformeerde bloed ons naar de broeders in de Hervormde Kerk, die met ons eenzelfde belijdenis deelachtig zijn ; al kunnen we op meer dan één gebied, dat buiten het tprrein der Kerk ligt, gelukkig met hen saamwerken; het zóü een verloochening van ons beginsel wezen, wanneer we ook maar een oogenblik ons verleiden lieten om ter wille van persoonlijke sympathieën den schijn zelfs aan te nemen, alsof we met de Synodale organisatie vrede badden géslotea of haar suprematie over de Kerk zoo erg niet vonden. Zooals we zeer zeker in de Roomsche Kerk nog ware Christenen erkennen en met deze Christenen saam kunnen werken op politiek gebied, maar daarom nooit mogen aflaten met te protesteeren tegen de hiërarchie van den Paus, tegen de .superstitie van Rome's eeredienst en haar creatuurvergoding, zoo is het ook hier. Het is daarom, dat we het ook zoo betreurd hebben, dat een onzer predikanten een predikbeurt in de Hervormde Kerk vervulde. Niet zoozeer omdat daarmede werd ingegaan tegen een artikel onzer Kerkenorde, maar omdat onze principieele strijd tegen de onschriftuurlijke organisatie dezer Kerk daardoor verzwakt werd.

Maar al staan we even beslist als Prof. Fabius tegenover de Hervormde Kerk, toch meenen we dat hij te ver gaat, wanneer hij in de Hervormde Kerk niets dan een schynkerk ziet. Bedoelde hij dit alleen van de Synodale organisatie als zoodanig, zoo zouden we tegen deze qualificatie minder bezwaar hebben. Maar dit is zijn bedoeling niet. Hij laat deze uitdrukking wel degelijk ook slaan op de plaatselijke Kerken, die in deze organisatie zich bevinden. Hoogstens wil hij een uitzondering maken voor die plaatselijke Kerken, waar de Kerk nog niet door Separatie of Doleantie tot reformatie kwam. Maar behoudens die ééneuitzondering geldt dit oordeel volgens hem voor alle plaatselijke Kerken, die tot de Hervormde Kerk behooren. En dit oordeel gaat o.i. te ver. Het zou, wanneer het juist ware, tot zeer bedenkelijke consequenties voeren; consequenties die door onze Gereformeerde Kerken gelukkig ook nimmer getrokken zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 oktober 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 oktober 1918

De Heraut | 4 Pagina's