GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van de minder gelukkige verdediging, door Minister De Visser geleverd van zijn voorstel om subsidie aan de Nederl. Opera te verleenen, schrijft Marnix in de Groninger Kerkbode:

Wij Gereformeerden zijn weer eens als echte pessimisten, als liefhebbers van den halven mensch tentoongesteld. Het is wel jammer, dat een minister uit dit Christelijk Kabinet daaraan heeft meegedaan.

Hij stond aan den eenen kant met de Kleerkopers en de Hermans en aan den anderen kant stonden de leden der rechterzijde behalve de heer Lohman en de heer tJakker.

De minister, gij zult bet uit het Kameroverzicht in de «Nieuwe Provinciale" hebben gelezen, wilde een subsidie toekennen aan de Nederlandsche opera.

De Rechtsche leden wilden zulk een steun voor het tooneel niet.

Eigenaardig, dat de minister in dit verband het pleidooi voerde voor den completen mensch.

Men heeft het rijkssubsidie wel eens vergeleken met een kruk. Een staatskruk voor het leven, dat door zichzelve niet kan gaan.

Zoo zou men tot de concluiie moeten komen, dat volgens minister De Visser de mensch zonder kruk niet compleet is.

Wij houden er een andere opvatting op na.

Ons is ook verweten, dat wij sombere menschen zijn, die de levensvreugde niet kennen en willen erkennen.

Dat bezwaar wordt onze jongeren vaak voor de voeten geworpen.

Gij moogt ook niets, zoo wordt gezegd. Is uw Christendom dan waarlijk zoo somber, dat gij u alles ontzeggen moet, dat gij dit niet moogt en dat niet moogt.

Kom, wees toch verstandig. God wil dat wij ons zullen verblijden.

Vele jonge menschen luisterden wel eens naar dit oppervlakkig gepraat.

En als men dan kwam aandragen met het leerstuk der gemeene gratie en aantoonde, dat de Christen in heel het leven zijn God moet dienen en overal de verheerlijking van Gods naam kan nastreven en dat düs geen terrein voor hem gesloten is, dan luisterde de Calvinist natuurlek zeer scherp toe. Want dat is ook zijn meening.

Het leerstuk der gemeene gratie is door Dr. Kuyper prachtig uiteengezet, maar menigeen heeft, wat hij daaromtrent leerde, wel eens willen gebruiken om op een weg te gaan waar een Christen niet thuis behoort.

Dr. Kuyper vertoont deze twee onmisbare trekken van een groot man : dat hij niet gewaardeerd wordt door zijn tegenstanders en dat hij niet goed verstaan wordt door zijn vrienden. Het laatste is het eigste.

Want, zeker, het is Gereformeerd, dat op alle terrein des levens de eere van onzen God moet worden gezocht. Niets is daarvan uitgesloten. Ook niet het terrein van de kunst. Alaar dit kan en mag geen reden voor ons zijn om ons te vermengen met de wereld. En het is toch wel vreeselijk, dat wij onzen lust tot werelddienst schuil zouden doen gaan achter vrome praat.

Wij Calvinisten, die niet naar den schouwburg gaan, die niet de opera bijwonen, wij zijn, naar men dan zegt, sombere menschen. Farizeeërs soms als wij meenen dat anderen, die wel gaan, geen goede Christenen zouden zijn, alsof wij ons een oordcel aanmatigden oVcr anderen. Een ieder zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd.

Maar wij zijn altijd bang geweest om hèt terrein van de wereld te kiezen als het terrein waar wij

onze levensvreugd zoeken. Een mensch kan niet alles genieten, evenmin als hij alles lezen kan.

Nu zijn er, die meenen, dat men, omdat een mensch alles mag onderzoeken, ook verkeerde lec

tuur moet lezen, als het maar kunst is. Wij zeggen echter: zoolang als gij de goede lectuur mg niet door zijt, zoek niet naar de minder goede. En eveneens nu gij alle genoegens niet kunt najagen, tracht naar de beste. Een mensch is in dien zin asceet, dat hij kiezen moet.

De menschen, die altijd in de kroeg zitten bij hun poije bier, meenen, det zij tegen alle ascetisme zijn en de vreugde des levens hebben gekozen.

Maar wie maar even nadenkt begrijpt, dat zij afstand hebben gedaan van de vreugde van het huiselijk leven en ten opzichte van dit heerlijke

leven asceet, onthouder zijn. Wij moeten kiezen tusschen de kroeg en het gezin.

Beide te zoeken, dat gaat niet, zonder dat ons h^rt verdeeld wordt en de levensvreugde van een verdeeld hart ... is niet bestaanbaar.

De mensch die de' vreugde dezer wereld zoekt, meent misschien dat hij heeft gekozen voor' de volle levensvreugde. Hij geniet alles wat er maar goeds is in deze wereld. Hij wordt soms benijd doo' den Christen, in wiens hart ook wel de lust tot de wereld leeft. ^

Maar het is wel duidelijk, dat de wereldling van iets anders afstand heeft moeten doen en dat is van de vreugde des Christens.

• Wie dit steeds in het oog houdt, zal minder zeggen dat de Christen van zooveel afstand moet doen. Het is zoo, maar dat is zoo met eiken mensch.

Óns hart kan niet overal zijn, ieder mensch moet een keuze doen.

Wie de wereld wil dienen is in het huis Gods niet te houden.

Wie in het huis Gods wil wonen kan de wereld niet dienen.

En nu is er misschien veel in de wereld dat hij principieel niet afkeurt, als bijv. het tooneel, maar hij heeft een keuze gedaan en met de wereld mist hij ook het tooneel.

Hij kan zeggen: laat mij het tooneel overbrengen op Christelijk erf .... maar het zal blijken dat dit maar nagemaakte wereld is. Zulks mislukt nu eenmaal. De ervaring heeft het geleerd.

Mist de Christus nu levensvreugde?

-Houdt hij er een sombere^ levensbeschouwing op na?

Hoe komt men er bij.

Wij kunne.i de menschen onderscheiden in twee partijen. De eene partij ziet het leven zwart op wit, de andere ziet het wit op zwart.

De Christen ziet eigen leven donker, omdat het onder de zonde ligt. Maar dat zoggiige leven ziet hij tegen een heerlijk lichten achtergrond, den achtergrond der eeuwige hope, van het eeuwige leven.

De wereld ziet échter het leven tegen den achtergrond van een eeuwigen nacht. Zij weet niet wat er achter dat zwarte gordijn is. Niets op zijn best.

Is het nu wonder dat zij tegen dien zwarten achtergrond het leven tracht te kleuren en dat zij het feestkleed aantrekt? Dat zij aliijd bloemen wil zien om dien zwarten achtergrond te bedekken, bloemen zelfs op het graf?

Maar vraag nu, bij wien de levensvreugde opspringt als uit een eeuwige bron, bij den Christen of bij de wereld?

De wereld kent de vreugde niet.

De ware Christen kent dien, ook al moet hij zich in dit leven veel ontzeggen wat hem van nature wel bekoort. Maar hij heeft gekozen .... en het beste deel.

Het is dwaas te zeggen, dat we een sombere levensbeschouwing hebben omdat er in die levensbeschouwing geen plaats is voor de kroeg, voor het tooneel, voor de kermis en meer van die dingen.

Wat een slecht teeken is? Dat men soms van die dingen op het Christelijk erf gaat namaken. Een anti-kermisvergadering, als er kermis is, een ongelukkige opvoering van een ongelukkig tooneelstukje op onze feesten, een behoefte om onze feesten een kleur te geven, die de wereldsche feesten nabij komt. Laat ons ook in onze levensvreugde uit eigen beginsel leven.

Wij mogen vroolijk zijn, wij moeten blijde zijn zelfs te midden van de ellende van onzen tijd.... maar ook op onze levensvreugde sta het stempel van onze keuze: dat wij de eeuwige dingen hebben gekozen boven de tijdelijke; sta ook onze levensbeschouwing, dat wij waarlijk ons leven zwart durven te zien... omdat het staat tegen den heerlijken achtergrond van het eeuwige licht.

Ontvang de hartelijke groeten en heilbeden van

Uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's