GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. P. J. W. KLAARHAMBR, EEN ArscHEms-BEDE. Utrecht. — P. dea Boer — 1919. Afscheidsbede, düs is de titel van de leerrede, door Ds. KLAARHAMER uitgesproken, bij het verlaten van den actieven dienst, op 27 April 1.1. ia de Oosterkerk te UTRECHT.

Afgaande op dien titel zullen onze bij balvaste lezers al gissen wat van deze afscheidspreek de tekst moet zijn. Dit gissen is geen missen, want ook deze prediker koos voor het uur der scheiding, als velen vóór hem deden. Hebreen 13 vs. 20 en 21.

Heel gewoon en niets opzichtig, en zoo is ook de dispositie met haar thema: »Het gebed eens scheidenden voor de gemeente» en haar partitie: «grond en inhoud dezer bede*.

Maar achter dit gewone en niet opzichtige zit, wat deze preek zoo groote bekoring geeft, het heel persooulijke.

Men proeft er KLAARHAMER uit.

Het «mooie», als ge zoo wilt, zit 'm voor mij in de, onder haar lezing, op mijn ziel werkende kracht der persoonlijkheid van dezen prediker. De kracht van wat men, met een bijbelschen terra, zou kunnen noemen zijn «inwendigen mensch».

En opmerkelijk, gemeten aan haar werking op mij, bevond ik dat diè kracht van den 1 ü meer dan 70-jarigen dezelfde is, die van den eens nog geen 40 jarigen op mij was uitgegaan.

Dat was in de eerste tachtiger jaren der vorige eeuw, als ik te HILVERSUM bij mijn lieve Moeder logeerend, Zondags in de kerk op den BRINK onder ziju gehoor zat.

Hoe stond hij daar op zijn dorpskansel in al de ongerepte kracht van zijn „uitwendigen mensch.”

De levendigheid van zijn temperament uitend in beweeglijkheid van gebaar; met de eigenaardige intonatie van'zijn vèr-dragende, nimmer moeë stem zijn woorden gelijk prikkelen en nagelen, diep slaande in de ziekii zijuer hoorders; daarbij, met zija voorliefde tot het gewone en gespeend aan opzichtigheid, niet maar om oratorisch te doen, doch om, door hun opmerkzaamheid te wekken, en ze zoo tot luisteren te dringen, speleLd met tegenstehingen.

Maar in dit alles toonde zich ook toen de kracht van zijn door Gods Geest vernieuwden inwendigen mensch.

Achter htt spel der tegenstellingen toch zat de heilige ernst van den prediker, die zich bewust was en zijn hoorders weer bewust wilde doen-worden van het ontzettende der tegenstelling tusschen waarheid en leugen, recht en onrecht, geloof en ongeloof, eindelooze rampzaligheid en oneindige zaligheid; een ernst die uukwam in het nooit verdoezelen dier tegenstellingen. Ea wanneer hij, de in het Konmkrijk der hemelen onderwezen Schriftgeleerde, aüs voortbracht uit zijn schat oude en nieuwe dingen, moest ik wel luisteren en onderging ik, de jongere, de werking van zijn zoo krachtige persoonlijkheid.

In later jaren, toen KLAARHAMER van HIL­ VERSUM wèg was, toen hij niet alleen in de Kerk van MIDDELBURG, maar in tal van andere Zeeuwsche Kerken, reformatorisch optrad en ook sedert hij vóór nü 25 jaar de Gereformeerde Kerk van UTRECHT diende, zagen wij elkaar nu en dan weer.

Met name in die latere jaren waarin wij aan den «verkeerden kant van de 50" waren gekomen, hij nog wat meer dan ik, gaf, bij dit weerzien, zijn uitwendige mensch mij ai sterker den indruk van niet meer ongedeerd te zijn. Zal wel wederkeerig geweest zijn.

In de eerste alinea van zijn preek lees ik, dat al vóór vier jaren de overtuiging zich bij hem begon op te dringen, dat zija taak ten einde spoedde.

Zijn predikantstaak tot wier vervulling, onder meer, ook een lichaamskracht noodig is, die, naar ik ia de tweede alinea lees, hij nü met zekerheid weet hem te zijn ontzonken.

Hij berust er in, want aftakeling van den uitwendigen mensch, wanneer de afdaling vau het hoogtepunt van onzen aardschen levensduur haar einde nadert, hij weet het ook wel, dat het ons niet, als een MOZES, gegeven is op dezen regel der' natuur een uitzondering te maken. Toch kan dit proces nog verhaast wanneer bij dat afdalen, als bij KLAARHAMER., aan een van blnnen-uit verterenden ijver voor het Huis des Heeren zich paart een zware druk van buiteu-af. Ea meer nog dan het laatste, heeft bij hem het eerste dit proces verhaast.

Want menigmaal, hoe die verdrukkingen ook hebben aangetast zijn uitwendigen mensch, is als hij zich had gesterkt in zijn God, ook voor hem, door diens goedheid, zijn druk eens verwisseld in geluk.

Maar wat nog veel dieper zijn ziel neerboog en daardoor veel erger zijn lichaam aantastte, was, bij zijn krachtig streven naar verwerkelijking van wat hij zich als ideaal van ons kerkelijk leven had gesteld, het bij sommigen zijner kerkgenooten waarnemen, dat door hen dit ideaal néérgetrokken werd, in stee dat het hèn optrok.

Dat was hem dan een aanstoot op zijn weg naar dat ideaal waartoe hij hen wilde opvoeren. Een aanstoot waar hij niet langs heen kon en waarover hij dan struikelde, al viel hij ook niet en al behield hij, ook ddn, zijn energie, d al stond hij, «man met een ruggegraat» als hij is, in een volgend oogenblik weer pal.

Maar toch had dit struikelen met den voet van zijn inwendigen mensch aangegrepen tot in de spieren en zenuwen mensch.

Men zag het uit het blikken zijner oogen, men hoorde het uit het spreken van zijn mond.

Men zag en hoorde er den gloed uit oplaaien van zijn toorn over de onaandoenlijkheid voor de eere van den Koning der Kerk bij wie hèm deze ergernis hadden gegeven.

Maar is het dan niet om tts knielen voor de schoonheid van de werking van Gods kracht in den inwendigen mensch van dezen Zijn dienstknecht, dat waar diens kracht van uit wendigen mensch der verdwijning nabij is, de kracht zijner persoonlijkheid niet is vergaan, het oog zijner ziel niet is verduisterd?

De Utrechtsche afscheidspreek biedt mij daarvoor een rijk bewijsmateriaal. Om ook u, mijn lezer, er van te overtuigen, doe ik daaruit een enkelen greep en ik pak dan wat op blz. 15 staat.

«Er zijn zware tijden aans.taande.^ ook voor 's Heeren Kerk en volk.»

«Tijden van druk en vervolging, waarin de Heere zich met wolken en donkerheid zal omringen en de zijnen door diepe wegen zal leiden.»

«Hij zal dan komen met de wan, om zijn dorschvloer te zuiveren en de stormwind der verdrukking tn vervolging zal het kaf doen wegstuiven uit het koren.»

«Velen zullen dan uit 's Heeren Kerk uitgaan en afï'allen, openbarende dat zij niet van haar waren.»

«Maar er zal een overbl-ifjel zijn naar de verkiezing. Een overblijfsel f'at de knie niet buigen zal voor Bdal, maar waarin de Heere Zijn kracht zal volbrengen, zoodat het met lijdzaamheid volhardt in de belijdenis zijns naams en in den arbeid der liefde aaa zijn naam.

«Want Christus Jezus, het hoofd des lichaams, de groote Herder der schapen, is gisteren en heden en eeuwig dezelfde.”

Dan, niet alleen als bewijsmiddel strekke deze aanhaling.

De Kerken, die Ds. KLAARHAMER gediend heeft en met haar al onze Kerken, mogen zich ook, en dat tot haar welwezen, deze dingen voor gezegd houden.

Ea daarom was het goed, dat zijn afscheidspreek, die ook als afscheidsbede bedoeld is, in druk werd vastgelegd.

Laat mij, met velen in onze Kerken, wederkeerig de bede uiten, dat, waar van dezen prediker, wiens innerlijke kracht nog niet is vergaan, te verwachten is, dat zijn nu van actieven kerkedienst vrije tijd, geen ledige tijd zal zijn, het hem vergund zal wezen, naar den wensch van zijn hart, te kunnen blijven werken, tot ook voor hem de nacht komt, waarop volgt de eeuwige morgen der zaligheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 mei 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 mei 1919

De Heraut | 4 Pagina's