GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN MEMORIAM DR. A. BRUMMELKAMP.

Uit het, de vorige week, door mij besproken JAARBOEK TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NtDEKLAND meen ik, om meer dan een reden, goed te doen dit IN MEMORIAM hier naar voren te brengen. Voor de samenstelling er van verzocht Mevrouw de Wed. BRUMMEL­ KAMP de medewerkiog van haar oudsten broeder, ' den heer I. ËSSEB, wijl deze, eerder dan zij, Brummelkamp kende.

„Bij onze eerste kennismaking was hij ruim 33 jaar en gehuwd, mede-redacteur van deu pas opgerichiea Standaard" zoo begint de heer ESSER.

„0p het bureel van 't nieuw orgaan heeft hij onder 't gedreun en gedaver van stoompersen, het kletterend geratel van 't op-en 'i neergaand kopijbakj^n en 't nimmer rustend rumoer van toeterende omnibussea, kanen, draaiorgels, gillende straatventers en blinde clarinetspeJers, boven den boekwinkel van H. DE HooGH in den bocht vao den Nieuwtn aijk, gearbeid met zijn nimmer zich verloochenend humeur en volstrekt onverstoorbare kalmte, mee zonder zijn prettige lach nu en dan, en gezellig gebabbel. Met den aard van zijn werk strookte dit alles wèl: het eerste jaar had hij het buitenland, later o. a. de loopende polemiek voor zijn rekening. De aaLhoudende zorg voor de binnenlandsche nieuwsberichttn enz., bij zijn collega HANA in zoo veilige handen, ware zijn zaak niet geweest.

De heer EbSER, zelf journalist, düs BRUMMEL­ KAMP als vakgenoot teektnend, toont zich in deze artistieke leekening tevens als belletrist. De rake beelding toch van het onrustig milieu vormt met de niet-minder-rake der placiditeii van mensch, die er midden-in-zit, een tegenstelling, waardoor die mensch in het volle lichi komt. De twee contrasteerende trekjes, welke m de beide laats e zinnen zitten, een tegtnstelling, die den journalistieken arbeid van BRUMMELKAMP terstond karakteriseert.

Maar ESSER, die het kan beoordeeled, waardeert in BRUMMELKAMP ook den belletrist.

Hij toont aan, dat er in diens litteraire nalatenschap bundels opstellen zijn . waaraan bet praedicaat belletristische joutnalistiek niei te ontzeggen valt, maar ook dat in diena'a'enschap als bewij'.end teeken vanBRUMMELKAMP's bellétristisch talent een éénige plaats toekomt aan »het boek over zijn vader*, de ILEVENS-BESCHRjjviNG van PROF. A. BRUMMELKAMP*. Voor dit betoog wijst de heer ESSER tevens op dtn idon voor conversa'iet, die zijn vriend en Echoonbioeder zoo rijkelijk bezat en waarbij hij dan »wanneer hij op dreef was, uit dtn rijken schat, ditn bij van de in-en uithf emsche fraaie letteren in zich had opgenomen, zoo ongezocht en op de meest eenvoudige wijze kan uitdteieo." »Maar", voegt EsiER hier aan toe „de dampkring moest sympathiek zijn", om hem op dieef te doen zijn, „anders kqn hij zwijgen". Toen ik dit las werd ik onwillekeurig herinnerd aan ditn avond waarop ik het voorrecht had in dtn HAAG bij BRUMMELKAMP te logeeren, 't Was nog in den tijd dat ik „uit preeken" ging. Door het tweemaal dienst-dotn en de vier verplichte wandelingen naar-tn-van de beide niet al te nabije kerkgebouwen was ik vermoeid. Maar in de comfortabele huiskamer week die vermoeidheid al spoedig. Wij zaten er met z'n dri> ëa en BRUMMELKAMP was op dreef.

Het gesprek kwam op de belletrie.

Toen had ik de'elfde ervaring als die waarvan het IN MEMORIAM meldt. Mijn vriendelijke gastheer verraste ons telkens „met een geestigen zet van dezen, een zangerigen versregel van genen, etn diepzinnige gedachte van een derde”.

Het mooie van des heeren ESSER'S bijdrage tot dit IN MEMORIAM is ook het zich invoelen in BRUMMËLKAMPS zieleleven, dat er u uit toespreekt. „Hij bezat" schrijft ESSER van hem, wat oe Engtlschtn noemen „a cafholic^iaste" en daarmee is dan bedoeld, dat hij niet bekrompen of eenzijdig was.

Dit gold pok van zijn waardeering der belletrie. Echter met ééa uitzondering en dat was > de beweging van ’80.

„Slechts over de grenslijn van 1880 heeft bij noott een voet gezet. Hiertegen kwam heel zijn verleden, geheel zijn natuur in verweer, instiüctelijk voelde hij den revolutionairen ondergrond". Kan er van meespreken.

Had het al spoedig gemerkt, en het was een cbapitre dat ik dan ook maar liefst niet mei hem aanraakte.

Maar overigens, hij had „smaak" ook in wat over de grenzen van zijn eigen, bijzonder milieu lag. Voelde hij, wat dit laatste betreft, zooals ESSER schrijft, voor de literaire kuüst van BIL DEEDijK, BEECHER STOWE en DA COSTA, hij voelde ook voor die van GOETHE, EMANTS eu LONGFELLOW.

Zijn „caiholic taste", zijn »algemeene smaak", bewaarde hem voor de eenzijdigheid van den dweper, en deed hem ook elders de schoonheid genieten.

„Wat het oor streelde en sprak tot zijn hart, zijn geest boeide, nam hij aan, genoot er van, en deed er gaarne anderen van genieten”.

Dan, niet alleen in BRUMMELKAMP'S esthetisch voelen, maar ook in diens rdigttusiteit heeft de heer ESSER zich met liefdevolle belangstelling ingevoeld.

iTegenspraak en afwijkende meeningen kon hij zeer goed verdragen en met name in het godsdienstige was deze zoon der afscheiding de verdraagzaamheid zelt", zoo lees ik weer in het IN MEMORIAM.

Toch is dit niet zoo te verstaan, dat bij een voorstander was van het iieligieus eklckiic sme".

Daar toch, ik wtet het, moest onze BRUMMEL­ KAMP, de Calvinist pur sang, niets van hebben.

ESSER voegt er dan ook aan toe, »het is waar, in verirouwc ijke gesprekken kon hij wel eens zeer krasse woorden bezigen, want hij was een dier niet zoo talrijke Nederlanders, die zich voor iets warm konden maken”.

Dat het getal onzer volksgenoot en, die zich «voor iets" warm kunnen maken, gering is, dunkt mij • een bewering, die ik niet gaarne zou onderschrijven. Het verkeer met htn bracht mij althans tot de ervaring, dat er velen zijn die zich zeer lichtelijk voor »iets" warm maken en daa'onder weer velen, die zich warm en zelfs gloeiend kunnen maken voor »iets", wat mij fut'liteiten zijn en deze laatste ca'egorie is mij bij tijden meer vermakelijk, dan op den duur sympathiek. Doch hoe dit zij, waar het de religie, de eenig ware, de meest zuivere' gold, kon BRUMMELKAMP zich warm maken, al was hij ook de verdraagzaamheid zelf. Deze verdraagzaamheid, deze tolerantie, was bij hem echter geen vrucht van uit scepticisme opgeschoten probabilisme, maar van zijn «catholic taste". Van wat ik zou willen Doemen zijn zin voor de «Katholiciteit van het Christendom". Iets wat, om begripsverwarring te voorkomen, haast ik mij het te zeggen, heel iets anders is dan zin voor het Romanisme.

ESSER schrijft, dat BRUMMELKAMP'S zich-warmmaken waar het ging om het godsdienstige, bij hem «niet verhinderde de ruimte van blik". Dit laatste documenteert hij met een citaat uit een brief van zijn vriend.

Naar aanleiding van dat citaat schrijft hij dan: «Zulke uitingen van een, omtrent wiens beginselvaste trouw aan eigen overtuiging wel bij niemaod twijfel kan bestaan die van zijn leven en werken eenige ktnois draagt, dunken mij veelzeggend en kenmerkend."

Ook mij, die van het aardsche leven van dezen Calvinist en van wat hij daatin gewerkt heeft, eenige kennis draa? , is het kenmerkend, dat hij, de strengkerkelijke., vrij was van kerkisme, en onder het vele dat dit leven en wciktn mij ? egt dunkt mij, zoo het een als het ander, voorbeeldig te zijn.

Aldus duQkt het mij en dit zegt het mij, al weet ik, dat het, ook door BRUMMELKAMP bestreden religieus ekltkticisme, vaak het «antikerkisme" gebruikte als een vlag om er zijn lad ng mee te dekken.

Ik ontneem aan wat de heer ESSEB schreef nog een zin.

„Maar hoezeer heeft hij bij al dit FORTITEE IN RE, "— hier wordt blijkbaar gedacht aan DR. BRUMMELKAMP'S kiasse woorden waar het om de religie ging — «het SUAVITBR IN MODO toegepast.”

Ook in dit STERK VAN DAAD EN ZACHT VAN AARD dunkt mij dat BRUMMELKAMP, nog nadat hij gestorven is, over het verkeer met afwijkende Cnristenen ons een behartigingswaardige les toespreekt.

Na diens «inwendigen mensch, " voor zoover dat de een van den ander mogelijk is, te hebben geteektnd, doet ESSER met een enkelrn trek ons-nog herinneren den «uitwendige mensch" en wel iiï deze aandoenlijke woorden: «Ja! de zachtmoedige vriendelijkheid straalde hem de oogen uit — de arme oogen, die ongewapend zoo goed als niets konden zien, en waarin toch zoo weldadig was in te zien onder 't licht van zijn bekoorlijken glimlach.

Aan wat de heer ESSER voor het IN MEMORIAM leverde, voegde MEVROUW BRUM­ MELKAMP toe wat niet minder waard is herinnerd te worden.

Zij schrijft, dat bij was „een kind in de boosheia" en „buitengewoon teer van geweien”.

Vertelt van de boerenwoning te HATTEM waarin djn vader, toen deze, 't was in de dagen dei Vervolging, uit zijn Pastorie was gezet, met zijn gezin een onderdak had gevonden, en dat daar zijn jongste zoon werd geboren.

Van dat ANTONy nooit op school is geweest, maar huisonderwijs ontving en dat hij reeds op zijn twaalfde jaar belijdenis des geloofs , aflegde.

Vertelt, dat hij, na zijn studie aan de KAM-PER-School te hebben voltooid, een jaar naar SCHOTLAND ging.

Zij verhaalt van zijn beschroomdheid om bet „hooge en heilige ambt" zooals hij het noemde, ie aanvaarden en waarvan dan het gevolg is geweest, dat hij eerst in 1876, dus toen hij al 37 jiar was, predikant werd en wel te ALKMAAR, Van dat bij, sedert hij 1879—'87 de Kerk van GRONINGEN diende en ook na dien tijd zeggen kon, „dat er maar weinig kansels waren waarop bij niet had gestaan, " want „Ds. BRUMMEL­ KAMP, die «beleefde wat hij beleed", was eeu „veel geliefde prediker”.

„Op den eenvoudigen gedenksteen op Oud-Eikeuduinen staat gebeiteld Lucas 10 vers 20b. iMaar verblijdt u veel meer, dat uw namen geschreven zijn in de hemelen.”

„Het zijn de woorden, die hij den 'aatsten dag zijns levens viermaal heeft gezegd tot degenen, die hem bezochten; sprekende-over: -waar het voor hen en ons alleen op aankomt in dit leven".

Düs eindigt het IN MEMORIAM.

Wie het JAARBOEK bezitten, behooren niet te verzuimen het er in op te slaan en het dan in zijn geheel en nauwgezet te lezen. Maar evenmin behooren zij te verzu men, het ook wie het ni; t bezitten te doen lezen. Want de „nederige, bescheiden, beminnelijke en beminde", zooals de heer ESSEE onzen BRUM­ MELKAMP noemt, was, gelijk hij ook terecht schrijft, een „veelzijdig begaafd mensch" tn hij behoorde aan heel ons volk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 februari 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 februari 1920

De Heraut | 4 Pagina's