GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 25

Rede bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleeraar aan de Vrije Universiteit van Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

2

7

volstaan met wat ik aanvoerde ten bewijze hoe met theorie en geschiedenis de beschouwing in strijd is, die het bestaan van het recht laat afhangen van het goedvinden van de tijdelijke parlements-meerderheid, die zich van de staatssouvereiniteit meester waant. Geheel ten onrechte heeft men, misleid ook door een valsch begrip der souvereiniteit, den Staat gemaakt tot de bron van alle recht, en voorbijgezien dat het slechts zijne roeping is het bestaande recht te handhaven, en, omdat hij het handhaven moet, aan dat recht, terwijl het nog latent is, den vorm te geven waarin hij het, eenmaal als bindende norm te voorschijn getreden, handhaven kan. Gelijk oud­ tijds de privilegiën niets anders inhielden dan de sanctio­ neering van wat zich in het recht reeds lang ontwikkeld had, — ten voorbedde wijs ik op de magna charta, — evenzoo kan ook de wet slechts eene regeling geven van betrekkingen of toestanden die onder een volk feitelijk — bewust of onbewust — reeds vóór de wet aanwezig waren. Ook bestaan tusschen de verschillende staten onderling allerlei rechtsbetrekkingen; hetgeen bezwaarlijk in harmonie is te brengen met de hier bestreden opvatting van den Staat. Schept de Staat het recht, dan is het ondenkbaar dat hij door zijn eigen schepsel wordt beheerscht. E n toch, het behoeft geen betoog dat tusschen staten verhoudingen bestaan, die hen binden; en moge al de naleving dier betrekkingen gebrekkig gewaarborgd zijn, zoo kan toch geenszins iedere staat, die naar de wapenen grijpt om een anderen staat tot die naleving te noodzaken, van wil­ lekeur worden beschuldigd. Zonder nader in te gaan op zijne bewering, dat de toe­ stand in het verschiet is, waarin een nog hooger organisme dan de Staat eene aan de natuur der rechtsbetrekkingen beantwoordende regeling met bindend gezag zal vaststel­ len, zoo stem ik toch Preuss dit toe, dat het in den tegenwoordigen tijd tot de roeping van den Staat behoort

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 3 november 1890

Inaugurele redes | 46 Pagina's

De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van maandag 3 november 1890

Inaugurele redes | 46 Pagina's