Het gereformeerde beginsel en de kerkgeschiedenis - pagina 7
Rede gehouden bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt in de theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
6
)I,
jeder Beziehung unabhängig sein." 2) Op dat standpunt kan, het spreekt wel van zelf, de vraag, welke Weltanschauung de historieschrijver is toegedaan, geen het minste belang inboezemen . . Of hij materialist of idealist, Panth!=ist of Atheist, geloovig of ongeloovig is, heeft voor de wetenschap der historie geen belang. De eenige vraag, die op den voorgrond komt te staan, is, welke meJ1!ode hij bij de bearbeidin~ van zijne stof zal aan' wenden. "W eiterbildung der Methodologie" is daarom· he! Schlagwort van onzen tijd. 3) Onze Hoogeschool neemt een lijnrecht tegenovergesteld standi punt in. Ze bindt het onderwijs aan een zeer bepaalde "W elt, anschauung", want ze staat op den gr'bndslag der Gereformeerde I beginselen. En ze doet dit, ~iet omdat zij geen wetenschap wil, maar omdat naar haar diepste overtuiging een wetenschap, die niet door principiën gedragen wordt, geen wetenschap is. Daarom kan voor haar de vraag naar de me!!;ode, . hoe belangrijk ook, eerst in de tweede plaats aan de orde komen. Immers ook deze methode wordt door het beginsel, dat bij de beoefening dezer weten'5chap op den vo_orgrond staat, beheerscht 4). Het was daarom geen onbillijke eisch, dien de Hoogleeraar L. W. E. RAUWENHOF deed hooren, toen hij vroeg, dat de confEissioneele richting haar standpunt ontwikkelen zou ten opzichte r an de groote vragen, die op historisch en ' methodologisch gebied aan de orde waren 5). Het kan niet voldoende zijn, dat de Gereformeerde historieschrijver door nauwkeuriger onderzoek der bronnen, juister reconstructie der feiten en billijker waardeering het machtig verschijnsel van het Calvinisme beter tot zijn recht doet komen. Ongetwijfeld ligt ook daarin een roeping, die niet verwaarloosd mag worden. Noblesse oblige. Tegenover de miskenning, die het Calvinisme, met name in Nederland, eeuwen lang op het gebied der historie heeft moeten dragen, hebben de "issus de Calvin" het zich tot een eeretaak te rekenen, de vindicatie van ons eerstgeboorterecht niet langer aan een BAKHUIZE VAN DEN BRINK en BUSKEN HUET, een MOTLEY en FRUIN over te laten. Maar daarmede kan de taak van den Gereformeerden historieschrijver toch niet afgeloopen zijn. Veeleer is het zijn roepmg om in het worstelstrijdperk der die-
I
-
1
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1900
Inaugurele redes | 59 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1900
Inaugurele redes | 59 Pagina's