Leemten in de wet - pagina 30
Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
Reflexionen
herinneren,
waarin hij leert, dat de zedewet stamt uit een
rede, die als deel van het rijk des geestes, van den Godsstaat, is aan te merken,
waarin
God Koning is. Dit raakt echter niet meer de logische
bezinning over het leemtebegrip, maar veelmeer de leer van de aanvulling der leemten, haar immanent critische
en transcendent critische grond
stellingen. 44) Men vergelijke: Prolegomena zur Rechtsphilosophie; Algemeiner Umriss einer Rechtstheorie von einem L a n d s t u r m m a n n (Oldenburg) 1915, blz. 20/1. 45) Opmerkelijk is in dit verband de aanvang van S c h o l t e n ' s bekende brochure, Recht en Levensbeschouwing, blz. 1: de oude waan „dat alle recht in de wet te vinden is, dat recht en wet synoniem zijn, ligt ver broken." In weinige woorden vinden we hier een treffend voorbeeld van de ontoelaatbare vereenzelviging van kennisbron en geldingsbron of wat hetzelfde is: van een miskenning van het Kant-critische probleem. De vraag of alle recht in de wet te vinden is, betreft het quid facti der rechterlijke beslissing; de andere of recht en wet synoniem zijn, raakt den titel, het quid juris der rechterlijke beslissing. Voor S c h o l t e n is daartusschen blijkbaar geen verschil! Dit gemis aan de voor rechtsphilosophie zoo onmisbare critische bezinning, treedt in dit geschrift herhaaldelijk in het licht. W a t te betreuren is, omdat dit werk in zoovele andere opzichten onze warme sympathie verdient. 46) Daarop met nadruk te hebben gewezen is mede een der groote verdiensten der vrijrechtsbeweging. Hierdoor werd echter niets nieuws aan het licht gebracht. Het was een oude waarheid, die op den achtergrond was gedrongen. Zie ook Pf e r s e h e , in: Die Geisteswissenschaften (herausgegeben von Bück u. Herr.) 1913, Heft 16, blz. 427. 47) Als voorbeeld zij hier gewezen op Het recht der werkelijkheid, Rede, 1910 van H y m a n s , voor wien de levende werkelijkheid zelf de bron is van het recht. Want alleen van uit dit psychologistisch, naturalistisch standpunt is het mogelijk herhaaldelijk ontstaansbron te vereenzelvigen met geldingsbron (passim); te spreken van een historisch realistische beschouwing der wet (blz. 13 ), van een recht, dat vloeit uit de werkelijk heid (15 ), of ligt in de werkelijkheid (passim), van een rechtsgevoel als kracht of bron van een oordeel (17) en dit oordeel weer, echt psycholo gistisch, te vereenzelvigen met het oordeelen; rechtsbegrippen woorden te noemen, (25) daarmee het ding en zijn „zin" te vereenzelvigen; in dit verband leerend — echt sensualistisch — dat denken zonder woorden onmogelijk is, (24) geen rekening houdend met de resultaten van het onderzoek van mannen als A c h en W a t t , B ü h l e r en B i n e t , S c h u l t z e en E r d m a n n e. a. v
v
48) N.l. de dood in von Hofmansthal: Der Tor und der Tod, slot.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920
Inaugurele redes | 31 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920
Inaugurele redes | 31 Pagina's