GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De verflauwing der grenzen - pagina 44

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verflauwing der grenzen - pagina 44

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

42

\ gang i6i). En hierin heeft hij gelijk; want ook ik schaam mij over de lafheid en het gemis aan beleid, waarmee, én in het i laatste der vorige én in deze eeuw, de strijd van Christelijke I zijde tegen het ongeloof is opgenomen; en zoo er één ding in staat was, om mij te sterken in mijn geloof, dat één Meerder dan wij zijn, voor zijn volk heeft gestreden, dan is het wel het verrassende feit, dat, niettegenstaande zoo laakbaren weerstand, onze kracht toch niet afnam, maar intensief stellig wies. Van de blague zwijg ik. Van de holle phrase, waarmee domme zelfgenoegzaamheid een oogenblik waande, een Strauss te kunnen afmaken, een Darwin te ontwapenen, een Kuenen buiten gevecht te stellen, is, God zij lof, de laatste nagalm onder ons weggestorven. Dat waren de smadelijke bulletins van het prinsje, dat bij Weissembourg de kogels had opgeraapt. Een hooghartig geroep van mannen, die toonden hun vijand, noch in zijn ernst, noch in zijn machtige wapenrusting te kennen. En zooals het altijd gaat met laffe, domme hoogheid, van de tien die toen zoo schetterend protesteerden, doen thans misschien acht met de ongeloofsbeweging meê. Neen, als ik gewaag van geboden weerstand, dan denk ik daarbij zelfs aan dat machteloos gekef niet, maar heb ik het oog op de drieërlei ernstige poging, die is aangewend, om de bedreigde positie te redden, en waarbij men optrok onder het devies van den Verweerder, van den Makelaar, of met als veldteeken op zijn schild het Amphibie. In de rol van den Ve^rweerder^ heeft eerst een reeks van mannen het apologetisch beproefd. Zoo dikwijls een schans of buitenwerk wierd aangevallen, trok men er ijlings heen, om elk schot van den vijand met een schot uit eigen vuurmond te beantwoorden. Waar ook de vijand zich vertoonde, sloop men hem in loopgraven na; hoe dikwijls men ook met bebloeden kop huiswaarts keerde, toch hield men vol; en met een taai geduld, dat eerbied afdwong, ging het altoos lans tegen lans gekruist, khng op kling geslagen, soms dolk tegen dolk gewet. Maar hoe men ook van zich afsloeg, het hielp niets; want achter het ééne heirleger van bedenkingen, dat hoogstens een oogenblik wierd opgehouden, kwam aanstonds

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1892

Rectorale redes | 104 Pagina's

De verflauwing der grenzen - pagina 44

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1892

Rectorale redes | 104 Pagina's