GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 12

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

8

Hooger staan uit het oogpunt der kunst dialogen, zooals en PLATO alleen, ze schreef. Hier geeft de phantasie den' dramatischen vorm, de karakteristiek der personen en de mythen; hier is de kunst der taal in al haren rijkdom uitgestald. Maar toch is de kunst dienstbaar, zij is hulpmiddel voor de dialectiek. Logische deductie of ook inductie is het wezenlijke in den dialoog. Niettemin zullen de dialogen van PLATO door ieder, die ze heeft kunnen genieten, tot de literatuur in engeren zin gerekend worden om hun kunstgehalte. Laat mij de lijn, die ik volgde, van den omtrek van het begrip literatuur af, waar de grenzen zeer onzeker zijn, naar het middelpunt toe, thans afbreken, om ons op eenmaal in het middelpunt zelf te plaatsen. Dat de groote werken der dichtkunst van alle tijden tot de literatuur behooren, wordt door niemand ter wereld ontkend. De poëzie staat in het middelpunt: het heldendicht, de lyriek, het drama vormen de kern der literatuur. Om die kern heen echter hggen het leerdicht, het epigram, de fabel, om niet meer te noemen, wier wezenseenheid met de poëzie geenszins boven allen twijfel verheven is. In vele gevallen is het niet meer dan een uiterlijke, van het wezen losgemaakte, vorm, die er toe geleid heeft deze literatuur nog tot de poëzie te rekenen. Van den anderen kant hebben de parabel, het Marchen, de vertelling, het sprookje, den uitwendigen poëtischen vorm geheel afgelegd, terwijl ze toch tot de poëzie behooren en er algemeen toe gerekend worden. Zoo heeft zich allengs de overgang van de eigenlijke poëzie tot de novelle en den roman gevormd en aldus tot het ruimere begrip van literatuur. We komen derhalve tot dé slotsom dat dit begrip niet scherp begrensd is, dat het in de eerste plaats alle werken der dichtkunst omvat, en voorts die geschriften, die, in overeenstemming met hunnen inhoud, een zekeren kunstvorm bezitten. 8) Vragen we dan thans wat het beginsel is, de innerlijke drijfkracht, waaruit de literatuur opkomt, dan hebben we in de eerste plaats na te gaan wat het beginsel is der poëzie; wanneer dat gevonden is, zullen we verder onderzoeken, hoe datzelfde beginsel oorzaak is van het ontstaan der literatuur buiten de poëzie. ARISTOTELES zoekt het beginsel der poëzie, en van alle kunst, in onze zucht tot navolging en nadoen, in de pt/ptJ^o-;--, Deze opPLATO,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901

Rectorale redes | 46 Pagina's

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901

Rectorale redes | 46 Pagina's