Beginsel en norm in de literatuur - pagina 38

34

Het jaar van mijn rectoraat was voor onze Universiteit niet rijk aan belangrijke gebeurtenissen. Hulpe van God verkregen hebbende, staan wij tot op dezen dag. Groot en schoon is de idee eener Universiteit, die, vrij van andere banden dan die, welke in haar eigen wezen gegeven zijn, staat op den vasten grondslag van die beginselen, welke in de natuur der dingen en in de Heilige Schrift door God zelf gelegd zijn, wier waarheid en levenskracht den toets der eeuwen hebben doorstaan. De openbaring dezer idee in de zinlijke werkelijkheid blijft altoos nog klein en onaanzienlijk. Zoo moet wel menig jaar een edel zaad wachten op vruchtbaarheid, op zonneschijn en regen van Gods hemel nederdalende, vóór het zich, naar zijn ingeschapen idee, met volle kracht, in den weelderigen rijkdom zijner organen, voor het oog kan ontplooien. Het is God, die den wasdom geeft; op Hem wachten wij, doende wat ons te doen gegeven is. In de colleges van Directeuren der Vereeniging en van Curatoren der Universiteit kwam in het afgeloopen jaar geen verandering. Waar het te verwachten is, dat er in het komende jaar zeer gewichtige beraadslagingen gehouden en besluiten genomen zullen worden, van welke het welzijn onzer school af kan hangen, daar zij hun licht en wijsheid toegebeden van Hem, in wiens Naam deze Universiteit geopend, aan wiens gunst zij opgedragen werd.' In het college onzer hoogleeraren kwam wèl verandering. De verkiezingen van leden der Provinciale Staten en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, in den afgeloopen zomer gehouden, hadden ten gevolge dat de meerderheid verplaatst werd van hnks naar rechts. Voor de Vrije Universiteit bracht deze gebeurtenis reeds terstond een groot verlies. Het behaagde Hare Majesteit, onze geëerbiedigde Koningin, aan onzen hoogleeraar Dr. A. KuYPER, lid van de Tweede Kamer der StatenGeneraal, de vorming van een nieuw ministerie op te dragen. Hoezeer ook het feit, dat deze opdracht aanvaard en tot een goed einde gebracht werd, ons verheugde, omdat wij gelooven dat de belangen van land en volk er door gebaat zullen worden, toch was die blijdschap waarlijk niet onvermengd. Dr. A. KuYPER tot Minister benoemd, vroeg aan Directeuren der

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen