GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 28

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

24

leven met het ideëele weinig of niet gerekend wordt, de phantasie beheerschen en in hare scheppingen de eerste plaats veroveren. De zonde, als scheiding van en vijandschap tegen God, maakt ook scheiding in het bewustzijn van den mensch, richt het op de zinnelijke wereld als de eenig reëele en doet de ideëele vergeten. Nergens openbaart zij zich dan ook krachtiger dan in het verkeeren dezer twee fundamenteele ordinantiën van het menschelijke leven. Losgemaakt van de idee woeden de geslachsdriften zonder teugel en leiden ten verderve. En de idee van heerschappij over de schepping, in het bewustzijn als ordinantie Gods niet meer geëerd, blijft hare werking openbaren in de phantasie, waar zij schept beelden van macht en de middelen om macht te oefenen: rijkdom en eer, een valsch beeld van vrijheid, en van wegen en middelen, waardoor heerschappij over de natuur wordt geoefend. Zóó ontstaat het kenmerkende van den roman.

De literatuur in al hare vertakkingen na te gaan en te toonen hoe zij met het beginsel der poëzie in betrekking staat, kan natuurlijk thans mijn doel niet zijn. Het wordt tijd dat ik kom tot het tweede deel mijner rede, de norm in de literatuur. Is het juist, wat ik beweerde, dat het beginsel, waar de poëzie uit opkomt en ook de literatuur, voor zooverre zij uit de poëzie is afgeleid, is: de aanschouwing van het ideëele in de zinlijk-reëele wereld, en de zuivere uitdrukking daarvan in woorden, dan volgt daaruit dat de norm der literatuur uit dit beginsel moet worden gekend: zij moet zijn in de uitwerking wat zij krachtens het beginsel is. Immers, het ideëel-reëele, ik herhaal het met nadruk, is niet subjectief, maar objectief gegeven, uitgedrukt in het zinnelijkreëele. Wat dus de dichter aanschouwt en weergeeft in zijn Hed, bestaat buiten hem; wat hij van dat bestaande opvangt is zells weinig in vergelijking met den rijkdom, dien het bevat. Dat hij meer ziet en gevoelt dan een gewoon sterveling, is natuurlijk geen bewijs dat het niet objectief zou bestaan, zoo min als het een bewijs van subjectiviteit is, dat de man der wetenschap door spectroscoop of mikroscoop of telescoop ziet, wat het ongewapende oog niet zien kan. De gaaf der poëzie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901

Rectorale redes | 46 Pagina's

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901

Rectorale redes | 46 Pagina's