GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 56

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 56

Rede gehouden bij de overdracht van het Rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

50

zijn gedachten niet volkomen juist en duidelijk uit te drukken ? Niemand, die Plato zelf gelezen heeft, zal dat beweren. Zijn zijne gedachten dan zoo diep, en zijn ze daarom duister? Diep zijn ze zeker, maar dat daarin op zich zelf de moeilijkheid van het verstaan gelegen is, kan niet aannemen wie bedenkt, hoevele der diepzinnigste geesten in de meer dan twee duizend jaren, die sedert Plato zijn voorbijgegaan, hebben getracht hem te begrijpen. Is dan de moeilijkheid daaruit te verklaren, dat Plato ons zijne wijsbegeerte niet als een systeem heeft nagelaten? Dat kan veel verklaren, maar niet alles, althans niet, wanneer Plato voor zich zelven een wel doorgedacht systeem bezat. Of kan het eindelijk ook zijn, dat Plato zelf de grondbegrippen, waarop zijne wijsbegeerte rust, niet scherp en klaar heeft gevat, en dus vervallen is in de fout, die, zooals ik boven zeide, Steinthal heeft aangetoond bij den schrijver van de'EQjurjveial De moeilijkheid van Plato's philosophie zou dan haren grond van verklaring vinden in den oorsprong van het woord in zijnen geest. Prof. Arthur Drews meent dat inderdaad de zaak bij Plato zóó staat, dat de gedachte : het begrip van het zijn, door hem niet scherp is geanalyseerd, dat hij eenen genetivus obiectivus en eenen genetivus subiectivus in deze uitdrukking niet heeft onderscheiden. Indien dat zoo ware, zou wel is waar de duisternis in Plato's philosophie niet in licht zijn veranderd, maar zou de oorzaak dier duisternis voor een goed deel verklaard zijn. Immers stelt U, M. H., eenen theoloog voor: in zijne wetenschap is de kennis van God eene fundamenteele gedachte. Menig niet theologisch denkend mensch zal die woorden eenvoudig opvatten als uitdrukking van eene „Gesammtvorstellung", die hij niet ontleedt; hij merkt niet, dat zij twee scherp onderscheiden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1908

Rectorale redes | 84 Pagina's

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 56

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1908

Rectorale redes | 84 Pagina's