GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 14

Rede uitgesproken op den 46sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

12 Martens van Sevenhoven hebben, de een voor wat betreft de bestuursinrichting van Utrecht, van het gewest zoowel als van stad en platteland, de ander ten aanzien van de justitieele colleges van Holland, trachten aan te toonen, dat de verandering dikwijls meer schijn dan wezen was. Zij doen uitkomen, dat de toepassing der revolutionnaire theorieën niet alleen door de tijdsomstandigheden belemmerd werd, maar soms ook wel, doordat zij onderling met elkaar in strijd zijn, zoo b,v, met betrekking tot de onafhankelijkheid der rechterlijke macht, de leer der volkssouvereiniteit en die van de trias politica. Gaat het proefschrift van Lohman slechts voor een gedeelte over het rechtswezen, dat van Martens van Sevenhoven heeft daarop inzonderheid betrekking. Ten aanzien hiervan was, zoo in het algemeen gesproken, ook al door Vree de ^) en voor wat Amsterdam betreft door Breen") een groote mate van continuïteit geconstateerd. Is er dus in de waardeering van de beteekenis van 1795 wel verschil, dit neemt niet weg, dat er toch op tal van punten een r sterke mate van eenstemmigheid heerscht. Dat 1795 en volgende jaren een tijdperk gevormd hebben van ,,nationa:le ebbe", waarin „geestelijke onmacht onze signatuur" was, waarin we, zonder vast plan leefden van den eenen dag in den anderen, men kan het vinden bij Huet, bij Jorissen, niet het minst bij Colenbrander, in onze dagen wel den man, die met het tijdvak het meest vertrouwd is. Ook wanneer men de ongunstige tijdsomstandigheden ten volle in rekening brengt, dat men voortdurend in staat van oorlog verkeerde, ook dat men in de edele regeerkunst zoo weinig ervaring had, ook dan nog worden de mannen van 1795 te licht bevonden. Ze theoretiseer en zwaar — nog zelfs in 1804 komt een commissie, benoemd om een strafwetboek te ontwerpen, met een bundel wijsgeerige bespiegelingen voor den dag — , maar wat ze doen is in hoofdzaak negatief van aard: opheffen, afschaffen, vernietigen, of hoe men het noemen wil, is aan de orde van den dag. En wat men tot stand brengt, loopt in de jaren van de reeds in 1801 intredende reactie gevaar weer ongedaan te worden gemaakt; verscheiden rechten, zoo b.v. met betrekking tot kerkelijke aangelegenheden, welke eerst waren opgeheven, worden dan weer hersteld; ja er zijn zelfs ,,onverbeterlijke regenten", die de contracten van correspondentie onzaliger *) Bijdragen, 1ste Stuk, p. 48 sqq, *) Amstelodamum, XII, p, 93.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1926

Rectorale redes | 46 Pagina's

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1926

Rectorale redes | 46 Pagina's