De invloed van het christendom op het Romeinsche recht - pagina 13
Rede ter gelegenheid van de 60e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit
aan Justinianus' codificatie eigen is, zal de studie van het Romeinsche recht moeten behouden. Dat recht is voor ons van beleekenis, omdat het de grondslag is, waarop het moderne recht is opgebouwd, omdat het een groot deel van de rechtstaal en van de juridische begrippenwereld van Europa heeft geleverd; en ook omdat het voor de vorming van den jurist van heden en morgen van groot nut is, de geschiedenis van een rechtsstelsel g-edurende tien eeuwen te leeren kennen, het ontstaan van rechtsregels en den groei van instellingen te volgen, en dat bij een volk van zoo juridischen aanleg als de Romeinen en bij een zoo ontwikkeld en verfijnd rechtsstelsel als het hunne; om de praetoren en de juristen en de Romeinsche keizers aan het werk te zien en zoo iets te leeren omtrent de wijze waarop recht ontstaat en groeit. Een belangrijke periode voor de wording van het Justiniaansche recht is de na-klassieke tijd, de drie eeuwen die ligg'en tusschen den dood van Ulpianus en de troonsbestijging van Justinianus. Vérstrekkende wijzigingen heeft toen het Romeinsche recht ondergaan. Intusschen staan ons voor de rechtsgeschiedenis van dien tijd slechts schamele bronnen ter beschikking 4). Den rechtshistoricus, die zich afvraagt, hoe die wijzigingen zijn doorgevoerd, welke daarbij de rol der rechtspleging, welke de rol der rechtswetenschap is geweest, die wil vaststellen wanneer en door wien klassieke teksten zijn geïnterpoleerd, die wil nagaan welke invloeden het zijn geweest, die tot deze wijzigingen hebben geleid, ontbreken vrijwel alle rechtstreeksche getuigenissen. Over de keizerlijke wetgeving zijn wy iets beter ingelicht door de vele constituties, die bewaard gebleven zijn niet alleen in den Codex van Justinianus, maar ook, en dan niet geïnterpoleerd, in oudere verzamelingen. Maar de talrijke tot ons gekomen constituties van Diocletianus geven nog in hoofdzaak het klassieke recht weer, en de ons bekende besluiten van Constantijn, van Theodosius II en van de overige voorgangers van Justinianus hebben slechts weinig betrekking op het privaatrecht. Om over de rol van wetenschap en practijk te kunnen oordeelen, zouden wij over werken van de hoogleera-
11
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1940
Rectorale redes | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1940
Rectorale redes | 40 Pagina's