GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Odd-Fellows.

Indertijd werd in onze Kerkelijke Pers veel over de Odd-FellO'WS geschreven. M'eer dan één kerk kwam voor de praotische vraag te staan of een Hd eener Gereformeerde ke^rk tevens Odd-Fellow kon zïjh. „Tinloitheuis" geeft thahfe; 'eienigie belangwekkende bijzonderheden aangaa|n'de deze broederschap :

Onder de verschillende buitenkerkelijke geixootsdhapperi, die in onze dagen steeds meer belangstelling wekken, do'ordat aan den eenen kant sterk tegen 3ien gewaaïscliiuwd wordt en zij aan den anderen kant zich in verschollende plaatsen van ons land voortdurend uitbreiden., behoort oiok dat van do O dd-F ell aw s. Dat is een plant vaii' Amerikaanschen bodem. De kiem der Vereeniging ontstond in Engeland. Vandaar uit verbreidd-3 zij zich door den ijver van een der grootste jhlumanisten, Thomas AVildey, naar Amerika on vandaar weder naar alle beschaafde staten der lijedendaagsche maatschlappij. De Vereeniging zelf draa^ den naam van „Order of the Odd-Fellow'shiip."

Wat verstaat men onder den naam ö d d - F e 1-low?

Ejgenlijk is het - woord niet te vertalen. Sommigen Igeven het weer door „zonderlinge lieden". Odd beteekent oneven, onbepaald, raar, onwaarschijfllijk. In verbinding met andere woorden krijgt het eoms een geheel op zich'zelf staande beteekenis. An odd lor = een rommeltje. An odd volume of Shalcespeare's Works = een enkel deel van SHakespeaTe's werken. An odd man : = een oude vrijer. Fellow wordt gewoonlijk weergegeven door kameraad, gelijke, lid van een pS andere genootschap. Het verst HPmt men nog met de beteekenis van „onbepaalde broeders", , zooals verder blijken zal. Het beste is den naam onvertaald te laten.

De aanleiding tot de oprichting w'as: Hulp te bieden aan menschen, die tengevolge van epidemieën, aardbevingen, oorlogen, honger of watersnood noodlijdend geworden zijn. Dien nood te lenigen of to voorkomen is-het doel der Vereeni^ng. De naam Odd-Fellow wi} dus niets anders zeggen dan de aanduiding vanhetlid ma at-Schap eener Vereeniging van personen, o n V r r s c h i 11 i g V a n w © 1 k 1 a n d, g, p d dienstoltaal zij zijn, beoogendedeverzachting of leniging van m en se Helij ke ellende, de ontwikkeling van het verstand en de verheffing van het mensch e 1 ij k karakter. De geboorte der Vereeniging ging uit van de arbeidende klasse. Later sloten zich als beschermers menschen van invloed en kapitaal aan.

De loden worden vooral gewezen op hun plicK-. ten jegens hun medemen se hl en. De plichten, die er beslfian jegens den Staat en den Schepper, worden aan ieder persoonlijk overgelaten. In de bijeenkomsten wordt de bespreking van elk dezer beide onderw'erpen verboden. De hootdplicH-' ten der Odd-Fellowe zijn:

1. de zieken te bezoeken. 2. de dooden te begraven. 3. de noodlijdenden te helpen. 4. de weduwen te assisteeren. 5. de Weezen op te voeden.

Hij, die aanspraak wil maken op den naatn Odd-Fellow, moet drie eigenschappen in zioH vereenigen, die al zijn daden en woorden behcersclien. Hij ' moet de vriendschap willen bevorderea, de liefde aankweeken en de waarheid betrachten. De vriendschap Wordt bewezen door onderling hulpbetoon, 't zij direct of indirect. Ook door elkander te beschaven en te ontwikkelen.

Er is overeenkomst met de vrijmetselarij. Toch is er ook verschil-De Odd-Fellow Houdt zich slechts bezig meit een geringer arbeidsveld. De Odd-Fellow: kan dieper doordringen op zijn terrsia dain de vrijmetselaar, want het is minder uitgebreid. De vrijmetselarij is meer religieus. De inw; endige in^ richting verschilt zeer veel. De finantiëele eischen, die de Odd-Fellows voor de toetreding stellen, zijn lager dan van de vrijmetselaren. Alle handelingen zijn openbaar. Wat geheim is, Heeft alleen betrekking cp teekenen of woorden, waaraan men elkaar kan herkennen of op zaken van persoonlijken aard.

De leden komen samen in loges, die bestuurd V/orden door vijf personen, de geboren officieren, n.l. een voorzitter, ondervoorzitter, secretaris-penninigmeester en permanent secretaris. Diaarnaast staan benoemde officieren en een commissie van raadpleging. Wekelijks komen de loges saam. Boven de loges gtaan de districts-groot! oges en de r ij k s - grootloges, die de aangelegenheden regelen in bepaalde districten of in een bepaald land. Zij worden weer bestuurd door de Souve-, reine-GrooUoge, die zetelt in Amerika. Dat lichaam geeft de passeeTwoorden voor ieder jaar, lost Vragen op in het Hoogfste ressort, verkrijgt een deel van de contributie der leden, sanctionnaert alle wetten en besluiten der loges, en ontvangt de rapporten van het afgeloppen jaar, bevattende de namen der leden, der gegradueerden, officierein, overleden of geschorste leden. Dat KcHaam bezit de opperste rechtsmacHt over de geheele wereld, waar ook de vertakkingen der orde zich bevinden."

Zonneklaar blijkt hieruit, hoe een christen otoider de O'dd-Fellows niet thuis hoort. Hij' moet er over wat hem het liefst is, over Christus len Zijh dienst, zwijigen.

Strenge menschen.

Van de zijde der Odd-Fellows btegrijpt mten niet, waarom ©en Gereformeerde zich niet bij' hen kan voegen. Een der voormannen van deze orde, die schrijver dezes om ©en onderhoud haid verzocht, gaf dit dan ook , als| zijln meening t© kennen. We' konden er toch niet op! t.egen hebhen, d; 'J: zijl zidh het lot van armen en wetezten aantrokken, zei hijl En toen ik er opj Weels, dat de christelijks kerk flit reeds deejd vóór er nog Odd-Fellows bestonden, luidde het antwoo'rd: Ja, maar waarom moet de go'dsdieaist daar nu biji t© plas komen. Voor hem' waren de 'Gereformteeliden oveddreven strehg.

Inderdaad, is het zóó gesteld, 'dat als men sommigen wil duidelijk maken, wat Gereformeerden zijh, men hun het eerst iets van obze strengheid! moet laten gevoelen.

Niemand ondervindt dat misschien sterker dan Dr. Hairenstein, die onder de verstrooiden opl Sumatra arbeidt. In zijn reisjournaal van eett tocht door Zuiid-Sumaitra, dat hij-in druk' toevertrouwde aan het „Kerkblad van de Gereformeeïd© Kerken in Nederlandsoh-OoS't Indië", komt deze infeidödee^ ling voor:

Ofschoon ik alleen nog de namen van drie gezianen te Padang zelf had opgekregen, wilde iJc loéM een poging wagen om elders Gereformeerden op te sporen. La^at mij maar dadelijk izieggen, dat deze poging mislukt is, mijn. izoeken bleef zonder r& sultaat. Nu moet men zich de moeilijkheid vaa zulk zoeken goed indenken. Men komt op een .plaats en klampt een dergenen, die op de hoogte zijn kunnen, aan. Stelt zich voor als predikant der Gereformeerde Kerk. Dus, zoo krijgt men ten antwoord. Fort de Koek heeft weer een predikant. Met vreugde wordt dit niet gezegd, alleen maar constateert men het feit, dat de vacature o'aar door het Kerkbestuur weer is verguld. Neen, z^ ik, ik beu Gereformeerd predikant to Medan. Groote verbazing Ressorteert Fort de Rock dan tegenwoordig onder Medan?

Pardon, zoo antwoordt jei, ik ben Gereformeerd predikant en onderstreept nu duidelijk het woord Gereformeerd. Nog grooter verbazing. .VV^t is dat! Bent U dan niet Protestant? En dan kan jè probeeren het onderscWeid duidelgk te maken. Resultaat ds in den regel, dat uit je kerkbetoog maar één ding goed begrepen wordt, namelijk dit, dat Gereformeerd beteekent streng. En op do vraag; : Weet U ook of hier nog Gereformeerden woinien, wat izij dan uitleggen, als ^Taiag je: Weet II ook of hier nog strenge menschen wonen, krijg-je dan al g: auw ten antwoord: Neen, die ken ik hier niet. Op die manier wordt het zoeken heel lastig-Ik wil dan ook niet zeggen, dat er op genoemde plaatsen geen Gerefonneerden wonen, alleen maar, ik vond ze niet. Adressen hebben zvj niet opgegeven, belangstelling dus niet getooaid, maar daarom kunnen zij er wiel zijn. Alleen maar, om dat te weten te komen, is meer noodig dan een kort bezoek. Arbeid onder verstrooid-jn vraagt taai • geduld, soms na jaren kom je tot de ontdekking, dat zo vlak bij je wonen.

Naar Indië.

Door zulk© onthullingen wordt men er hoielalngs ztoo! meer van overtuig'd, dat er, niettegenstaande onze krachtige zendingsactie', nog lang niet genoeg voor Inidië door ons worldt gedaan. Vooral het onderwijs moet over meer kraphlen kunnetn beschikken. „De Scho'ol met den Bijbel" deeid een dringend beroep' op hen, die de vereis oh te bevoegdheid bezitten, om zich af t© vragen of hun roeping misschien niet in Indië ligt.

Indië biedt u ...

Neen, nu moet ge niet op'houden met lezen, omdat het over Indië gaat.

Lees nu door en ten einde.

Indië biedt u prachtig w'erk in pracHtige scholen voor pracHtig salaris en geeft • na 20 iaar prachtig pensioen.

1. Prachtig werk.

Kent u Indië? Doe nu niet als Heine, die op de vraag: „Wat denkt u van Goethe? " de armen tot een slamat over de borst kruiste en zei: „Lah Allab il lah lah!" Allah is groot.

Ik 'bedoel niet, of u. Indië kent izooals u de schualHoeken van uw portemonnade kent. Maar of u als Nederlander, als Christen met belangsti^llinig hebt gevolgd, wat God beizig is in Indië te doen ?

Ik fcan er één dinig van zeggen, dat voor inijn besef dem tO'estand typeert: „Het kind Indië komt in de puberteitsjaren".

Dat wil czeiggen: Nu, in dazem jtijd wordt voor Indië beslist, wait het zal worden. Zial worden voor Nederland — acht dat niet gering — voor Gods koninkrijk — denk daar eens over na! en voor de geheele wereld.

En nu heeft het ons allen noodig. Mannen eii vrouwen, Nederlandsche Christen-mannen en - vrouwen, die wiat voor Indië .willen doen.

Hebt Gij u-zolf al eens ernstig onderzocht, of God u — u persoonlijk — niet roept tot deze taak? Kom toch. Doe Het nu. Laat de gelegenheid u niet ontgaan om te luisteren naar die roepstem.

Indië roept: Kom, over en help ons. Uw; collega's roepen: Kom over en help ons. Als Paulus nu eens zoo lang gewacht Had voor hij aan de roepstem van den Macedonischen man gevolg had gegeven, wat w-as er dan van o-ns geworden? En van hem-zelf. In Europa is de Aziaat Paulus pas tot volledig ontplooiing van zijn krachten gekomen.

Zouden er niet heel veel Europeanen zijn, die nu in Azië pas tot volledige ontpiooiïng van hun kracluen kunnen komen?

Vïaag er uw Indische collega's naar. ,

2. Prachtige scHolen.

Ik wou, dat ik rijk was. Dan zou ik naar alle scholen een paar groote pHoto's zenden, znoala ik ze heb leggen van de IdenburgscHool in Solo. Daair is uw school — ook uw, prachtige school — niets bij. En van Klaten. En van Soerabaia. F.n van zooveel andere scholen. Gaat ze toch' zien. Gaat er in werken. Kom tot ontplooiing van al uw krachten. Ik zal naar Indië schrijven, dat ze vandaar .aan alle kweekscholen pHoto'S van hun prachtscholen zenden.

Van het schitterende salaris en dilo pensioen jial ik nu maar niets citeeren. Daarom mag het vanzelf niet in de eefste piaatsl te doen zijn. Men moet zich toO'r iden nood van' todië laten verteeideren. En dan tan dit alsi geruststelling'dienen, 'dat fliei' maatschappelijke oonditiën allerminst ©en beletsel Jcunnen zijn.

De achturige arbeidsdag en de KerK.

Natuurlijk mogen wij om den igeestelijken nood van Indië, dien van het moederlamd niet vergeten. De achturige arbeidsdag heeft ons; voor een nieuw probleem gesteld. Wat doet del gewone man uit het volk met den vrijgekomen tijd? En wie dan oog en oor den kost geieft biemierkt aldra, dat niet immer die tijd nuttig besteed wordt. Hoie dit te voorffomen? (Ds.) H. C. H(ogerzeil) geeft ia „Beigopwaarts" den wensch te kenne|n> dat vooral de Kerk hier hau'delend zal optrieden.

De Kerk zorge, dat er in de verschillende deelen van de stad lokalen (geen - wijklokalen) komen^ gezellig ingelicht, altijd toegankelijk, ook op Zondag — dus niet alleen in 't middelpunt van de stad een gebou-w, maar verschillende en juist dit met 't ooff.„op de afstanden. Men moet *t dichtbif kunnen vinden, vooral niet te ver weg, .anders komt men er niet. Daar , moet aan de arbeiders gelegenheid gegeven worden tot het lezen van couranten, lijdsohriften, ^boeken, tot rustig studeeren. Daar moet gelegenheid zijn om elkander en ook anderen te ontmoeten in een speciaal daaivoor ingerichte zaal, die zoo is ingerichlt, dat men er gaarne komt.

Daar zo.u kamermuziek kunnen gegeven 'wordeö en meer wat behoort tol het terrein van de kunst. Daar moesten verschillende cursussen en voordrachten met licTitbeelden worden georganisesrd opdat men keuze hebbe om naar te gaan luisteren. In één woord zuDc een lokaal, volfcshuis of hoe gij 't noemen wilt, worde geopend, opdat er een gebouw zij, waarheen men gaan kan, als men er eens uit wil. Of, zij komen zullen? Zeker niet allen, misschien in 't begin slechts een klein aantal. Dat doet er niet toe; op den duur zal hefi doorwerkon.

Of het mogelijk is? Ach, ik weet wel, men kan er gjlerlei - "bezwaren tegen opwerpeu, men kan het utopie noemen, onuitvoerbaar en dus alles laten zooals 't is; maar wee ons, als - wij 't doem, als wij die duizenden aan hun lot overlaten, niet helpen om deel te krijgen' aan de geestelijke goederen, aan levensverrijKing, dan dragen wij mede schuld als de afval dok onder/hien steeds grooter wordt, dan zijn wij mede verantwoordelijk als hun leven almeer opgaat in plat genot en wereldiclie genoegens, waarbij de ziel onnoemelijke schade lijdt en 't ware geluk nooit te vinden is. Heerlijk zou 't zijn, alf-de Kerk 't deed, als de Keckeraden in onze steden voor 'dezen arbeid iemaJid aanstelden om met behulp van anderen speciaal dezen noodzafcelijken arbeid aan te vatten.

Dat de Kerk hiertegenover geen Galliohouiding mag aannemen, biehoeft geen betoog. Zij' b'ehoort vooral haar evangelisatie tot hooger ontwikkeling te brengen.

Echter mag niet voorbijgezien, flat de kerk hier niet alleen een roeping heeft te vervullen. Ze beware ook bi| haar evaagelisatiewerk haar geestelijk karakter. Om voor allerlei recreatie (ontspanning) te zorgen is zij niet aangewezen. Hier ligt terrein braak voor vereenigingen op sociaal gebied. Ik denk bier aan „Patrimonium", dat door het oprichten van christelijke biblioth'eken en leeszalen (vooral de laatste!!) nuttig sociaal werk kan yerrichten.

Leven binnenshuis.

De kerk moet oppassen, dat zij^ niet te zeer buitenshuis gaat leven. Ik bewaei^ niet, dat daar vooralsnog groot gevaar toe bestaat. Maar als men over heel ons land de evangelisatie werkelijk goed gaat organiseeren, wat hartelijk tei hopen is, dan dient daarmee toch van meetaf te woa-iden gerekend. Binnenshuis' valt nog zooveel te doen. De Kroniekschrijiver in „'G-ereiformeerd Theologisch Tijdpchrift" geeft enlsele citaten uit geschi-iften van ouderen datum, die thans nog van belang zijn. Eerst haalt hij! uit het bioek van Ds. N. J. Engelberts „De Gerefoirmjeerdie Klerk" enz. (1869) dit aan:

„Wij wülen uitgaan van een belijdende gemeente, ; en niet van , een vereeniging, die staat buiten de ordening Godis".... „Wij willen' andeien het evengelie verkondigen, maar evenmin vergeten, dat wij zelf moeten worden opgebouwd in het allerheiligste geloof, en dus de prediking des Woords niet van het gebruik der zegelteekenen scheiden, opdat het „medicijnmeester genees Uizelven" van geene toepassing izij voor ons .... Men gaat voort verwarring te stichten ini het gemeenteleven: darbisme en baptisme te voorschijn te roepen^ omdat men het gemeenteleven negeert, en de sacramenten verwaarloost, waardoor de ziekelijke verschijnsels zooeven genoemd te voorschijn treden".

En dan uit de „ptedikkunidigei aanteekeningen" van Ds. Wi H. Giispm (1886):

Evenwel is nog altijd wiaar, wat - wijlen (Ds.) W. H. G(jspen) schreef in zijn „prêdi kkunjdige aant eekeningen" (1886): „Ook zijn er die hiermede nog niet tevreden zijn. Voor hen is de prediking niet gereformeerd zoo er niet ïn zekere bekende termen en geijkte uitdrukkingen gepredikt - wordt. Ook mioet men over alles durven preeken. Tegen een thema als: „Het stinken voor God", „Het liggen in bet bloed", „De jonge zuster, die nog geen borstem heeft" en dergelijken., , , moet men niet opziea^ zoo men een ma.u is van be-•ginsel en overtuiging".

Ook Idez© kroniek^ gedateerd 1 Decelnbér 19.20 verscheen weer anderhalvie maand later, oimsitretekte 20 Januari 1921. Maar die tiitgever beridit, dait de oorzaaJi' hiei-van te wijten is aan uitbreiditogl en verbouwing zijiier dlTikkerij. 'Wiainneer dat M^erk is aigeloopjen, kunnen we , , ons" tijdschrift op tijid verwachten.

Vermelden wö nog, dat Dr. H. W; . van der "Vaart Smit nogmaals van leer trekt tegien Prof. VisSoher van Utrecht en zijn scherpten aanval van yroegeir voldoende gemotivaerd acht en flat Dr. N. D-van Leeuwen voor die Oostersche bieeldspïaafc' van „een haak in den neus en leien gebit in de lippen leggien" (Jes. 37:29) de aandacht vraaglt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's