„Om het getuigenis”. Een woord van toelichting en verweer, door Dr J. G. Geelkerken. W. ten Have, Amsterdam.

Een zware en onaangename taak heeft Dr Geelkerken in deze brochure tot een gelukkig einde gebracht. Al de beschuldigingen en verwijten, waaronder van besEst lasterlijk karakter, heeft 'hij uit onze beroerde pers moeten verzamelen, keuren en beantwoorden. Het moet hem zekere zelfovorwinning gekost hebben in te gaan op een polemiek, die voor een deel niet met argnmenten, maai' met beleedigingen aankwam en kennelijk is ingegeven door een onuitgesproken verdenking van kettersche gesteldheid.

We zijn Dr Geelkerken dankbaar, dat hij het stilzwijgen onder de op hem aanstormende kritiek heeft verbroken, en streng zakelijk, stuk voor stuk, - de aanklachten in hun grondelooshleid .heeft ten toon gesteld.

Hoewel de schrijver (hoe kon het anders) soms aan zijn persoonlijke verontwaardiging uiting geeft, heeft hij óver het gebleet de rustieke, objectieve kalmte bewaard, die hem tot overtuigende weerlegging m staat stelde.

Over do uitwerking van zijn brochure^kan Dr Geelkerken aanvankelgk tevreden zijn. Van verschillenden! kant wordt het voorstel gedaan „de strijdbijl nu maar te begraven". Een Kerkbode kwam zelfs met het plan een soort verzoeningsmeeting te houden. Heerlijk, opeens, die vredelievendheid! Maar men zou kunnen vragen, waarom de broeders de bijl zoo forsch en luidruchtig hebben gezwaaid, alsof het gold een Schriftverdraaiei' en Kerfcelijke-muiterij-aanrichter neer te hakken? Hoe nu zoo plots die vredelust? Was de aanval niet heusoh zoo erg gemeend? Of merken zij uit Geelkerken's brochure, dat het gemakkel^ker was met aantijgingen dan met bewijzen te komen?

Hoe het zij, — het iniwe Noorden van hiageljacht en stormgeloei schijnt te gaan rusten, en de lente met spelend landvolk wint het pleit.

De brochure van Dr Geelkerken behoudt ook na den strijd echter haar waarde, al wals het alleen om de chronique scandaleuse van Kerkelijk-fanatieke bestrijd ding. Waarvan de schrijver hier de verzameling beeft gegeven, en die het nageslacht zal le.SEen hoe het i'n den goeden, ouden, tijd onder de vi'oede vadeiren toeging.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen