GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. Bavinck †

Nog altijd is onze Pers over Prof. Bavinck niet uitgesproken.

Van de vele stemmen do'e ik hier nog enkele hooiren,

„Utiechtsch Dagblad" (Ds ï. C. Rullmann):

Baviuck keimierkte zich steeds door een groote mate v; an waiardieerinig: voor den tegenstander, telkens 'diens goede a, ijde syimpathiek naar voren brengend.

Nog hoor ik 't hem .zeggen op liet Standaardjubileum in 1897: „Ik .zal den heldenmoed eeren, waar ik dden vinde. Ik aal liem eeren in ï'horbecke, als hij optrekt teg; en het conservatisme; in Mültaltdi als hij in verontwiaardiging de Droogstoppels geeiselt en het opneemt voor den verdrukten Javaan. In' alle helden van ons geslacht, die, op wat terrein dan ook, met de kracht der gewoonte en traditie hebben giebroken, en die in het besef hunner roeping en naar de inspraak van hun hart gesproken hebben, omdat zij niet zwijgen konden. Ik zal hem eëfen in de profeten en apostelen, üi de martelaren en hervormers, die meer dan de macht der menschen, ook de machten der duisternis hebben weerstaan. Vergunt mij, dat ilv hem ook eeïe in al de mannen van den Reveil en de Scheiding, in Bildördijk en Da Oosta, in De la Sauasaye en Van Oosterziee, in Groen van Prinsterer en Eeuchenius, en ook üi hem, idie meer üan zij allen de. banierdrager, van het Calvinisme mag heeten.

„De (Groiene) Amster-dammef" ; (pTöf. Anèrila):

Hij had nog véle 'plannen, met name 'begeerde hij nog, om .'de eischen en gevaren van "den nieuwen tijd uiteen te zetten, dien wij' na Sen wöreldoorlog tegemoet gaan; hij kon het moeüijk dragen, dat .zelfs mannen van beteekenis naar aijn meening daarvoor niet g'enoegzaam oog hadden. Het heeft niet mogen zijn. Ons Christenvolk, ons "Nederlan& sche vo'lk zal 'zonder zijn voorlichting dien tijd moeten ingaan. Maar hij heeft ons in zijne talrijfice werken' een schat van levenskennis en levenswijsheid nagelaten, die nog lange jairen een bron van steun en kracht kan zijn voor wie niet schuwt te graven in de diepte.

Groiotmeester in lie Godgeleerdheid, maar tevens een trouw dienstknecht en ©en gehoorzaam ©n • liefhebberid'-Éiiïcl van den God, • Diien hf-beleed — zoo za'r zijn .nagedachtenis orfder ons blijven voortleven.

„Oude-Paden" (Ds ï. J. Knap):

Men oveïrijk leven werd doior het heengaan van dezen geloovigen denker afgesloten. Forsch als een diepgewortelde eikenboom fstond hij d.aar jaren achtereen in 't midden der theologische wereld. Zijn plaats was ïn het heeï& ch'ende midden, terwijl het jonger en lager plantsoen zich rondom hem groepeerde, beschaduwd door de kennis raa. liezen machtigen geest, die zich nooit opSïong. Koningen zijn altoos bescheiden. Ten minste de koningen van het iïafellect. Hun majesteit doet z~ch onopzettelijk gevoelen, — zij schuwé'''het brutale trompefgeschal.

Zijn koningschap welrd algemeen erkend.

„Gereformeerd Kerkl^lad voor D'^ente en Overijsel" (Ds H. !W. L!aman):

Bavinclc was onze afgod". We. hielden van af onz.e professioren in allerlei toonaard; maar Bavinck was onze gteie. 'We hadden hem zeer IJef, niet omdat hij zoo verbazend aardig was, want 'liij bleef 'de professor, hoewel zonder ©enige professoirale pedanterie; hij was'heel goed te benaderen, maar hij Ibleef toch de piroifossor, zoo maar vanzelf. H'ij was niet ontoegankebjk voor ©en gezellig piraatje in het bekende pl-ofessorale 'fcwartiertjö, maar het was toch weer anders dan Mj de anderen, . en hij kon soms geweldig afgetrokken wezen, zoodat •' we er aïleh' zwijgzaam van werden. Doch lief hadden we hem 'meer dan iemand, lief met groot© vereering. Hij was voor ons Ba\'inck!! Dat zei alles.

„Watergraafsmeersche Keikbode" (Erica).:

Het was in .de negentiger jaren, tijdens "de besprekingen der vereeniging. Dir Bavinck zou 'in Amsterdam optreden. O, ieder kerkgebouw was t© klein. Maar zoo vol als toen de Nieuwe Kerk op de Keizersgracht was, zagen w^ij' het nooit. En als dan de jonge piröifessor, in zeker opzicht ' nog staande aan 'het begin van zijn loopbaan, zal 'spïeken en Gods Woord ontsluit, dan klinkt het „Tijd Sis geld". Zoo sptoeekt de wereld, maar ik , zqig u, , , Tij'd is genade", en bepaalt hij de Gemeente in die uBe bij Joh. 9:4: Ik moet werken de werken, Desgpnen Die Mij gezonden heeft, zoolang het dag is, de nacht komt, wanneeB niemand werken kan". — Woord van O'ntzaglijken ernst, van rijke beteekenis.

Gewerkt zoolang het dag is heeft Dr Bavinck. Wie za, ! het ontkennen? Gewerkt tot het hart niet meer kon. Wat Inoet dat laatste jaar geweest zijn voo'r zulk een werker. Te wachten —• "te wachten, onder doodsbenauwdheden, toen .ziel-en lichaam wiieJ? den ontroerd.....

Evenals Prof. Biesterveld heeft Prof. 'Bavinck eenigen tijd in de Wateïgraafemeer gewoond. Wanneer de hoogleeraar niet 'elders 'm B.e bediening des Woords voorging, schaarde hij zich met ons onder de prediking. D|3 J. L. Schouten heeft hij alMér bevestigd, terwijl 'hij' na h'et 'overlijden van l)s R. iP. Haan .meöitoalen in den predikdienst "onder ons optrad.

Een z, ijner laatste teksten, door hem tot 'grondslag ter ovexdenldng' gekozen, was. Psalm 4:7: elen zeggen, wie zal O'Us het goede doen zien? Verhef Gij lover ons het ücht Uws aanscMjns, o, Heere!

„De Wachter" ' (Ds G. Dioekles):

BaA-inck Was igeen strijder, Tiij was 'irenisch van aard, zelfs zoo, dat hij in de' kwestie-Netelenbos zich op 'den achtergrond Meld. Hij ia meegegaan naar Leeuwarden om als a: dviseerend lid dër Synode

zitting te nemen. Maar hij ging met een bezwaafd' hart. Zeer woog hem de ernst van de te hehandelen zaak. Hij' leed onder de g'edachte, da( ër 'een vonnis geveld moest worden, dat niet afgewend fscheen te kunnen Worden. Bet is niet onmo gelijk, dat dit bezwaair hem den knak beeft gegeven, die iet begin was van het einde. In elk géVa] is gedurende de Leeuwarder-Syno/ie zi|n lijden 'be gonnen, het lijden van het hart, dat bijna een jaai lang heeft geduurd.

2i]n werken imponeeren niet zoozeer door den vioïm. Bavinck was geen buitengewloon styLst. Bij hem 'zocht bien vergeefs naar de p-akkenda beelden •en de verrassende woordkunst van den taalkneeder. Waardoor Kuyper zijn lezei's, zoo kon boeien. Ma^i de inhoud was w'elovörwogen, diende zich aan als v'mcht van grondige studie, en pakte door zijn logischen gedachtengang.

Evenmin öiuntte hij uit door scherpe bolijning. ' • Overeenkomstig zijn aard was hij meer tot synthese dan tot antithese geneigd. .Doch zijn kracht ïag in de historische uiteenzetting der waarheid, waarom - dan oiolc ^zijn Dogmatiek vooral doigmeahistotische beteekenis heeft. Op dit terrein, op het gebied dër dogmenhistorie, was hij onovertroffen.

„Timothieus" (P. Br.):

Maar de beroemde - hoogleeraar, wien toch ook weer niemand van onwaarachtigheid of huiichelzucht verdenken dorst, was velen een raadsel.

En toen hij nu ih een onzer provinciesteden loptreden zou in> een „Christelijke Winterlezing" met 'een onderwerp-, dat min oï èieer verband hield met Wetenschap en Greloof, gingen er ook ettelijke niet-geestverwanten heen, om te hooren of dan werkelijk deze soepele geleerde de lijn des 'Geloofs precies even strak trekken zou, als die „stijve en istugge" Kuyper het deed.

Of Bavinck - dit wist, "heb ik 'niet gehoord.

Maar pnvergetelijk was de wijze, waarop-hij dien avond in keur van taal, - onberispelijk van vorm, doch iQok onweerstaanbaar in zijn zeggingskracTit, de p'soudo-wetenschap en het ongeloof te lijf ging.

Ademloos luisterden wij toe, toen hij met ovei*vlo'ed van bewijsplaatsen, die hij maar voor het grijpen had en waarmee hij kwistig am zich henen strooide, aantoonde hoe weinig die wetenschap werkelijk wist en verklaren kon en hoe zij opallerlei terrein, nauwelijks - op weg was gegaan, om verlegen, 't spoor bijster, rond te zien: „Wij weten het niet!"

Zoo kwam hij van 't een op 't ander.

Tot hij eindelijk den top van de climax had be­reikt.

En aantoonde hoe daar een raadsel is, waar de (Ongeloovige wetenschap al eeuwenlang zich mee heeft vermoeid; waarop zij al haar krachten vaak heeft geconcentreerd; dat haar beangst en benauwt; dat zij oplo'Ssen móét, zal ze ooit van victo-rie spreken kunnen en dat ze toch nooit oplossen kan. Het gro-ote raadsel van het Leven , an. van den Dood.

Toen hield hij even stil en er was'"gèën'voet, die "schuifelend zich bewo-og; diep was de groote schare onder den indruk.

En daarop Ischetste hij het eenvoudige, kinderlijke, onwankelbare geloof, dat ook tegenover de groote vragen van Leven en Dood, door de genade Gods in-Christus, triomfeerend zeggen mag: wij Weten! Hi-ermee sluit ik daa mijn Pers-saho-uw over wijten Prof. Bavincik.

Ho'Ogst interessante artikelen heb ik nog.liggen, die ik niet verm-eldde.

Van andere artikelen, waaruit ik wel iets - o-pnam, liet ik sotns het interessantste weg, o-mdat ik refe'ening mio-et houden met de ruimte in ons blad.

Laat ik daarom mogen verwijzen naar het Persschó'Uw-gedeelte in het bo-ek over Prof. Bavinck, dat' ik thans in bewerking heb én waarin ik over meer plaats beschik.

Ik dank allen, die mij artikelen over Pro-f. B. toezonden, zeer vriendelijk.

Ik houd mij echter aanbevolen voor verdere toez'ending.

Gaarne ztou ik een complete verzameling persbesohouwittgen hebben.

Eenheid van Op1eiding.

Eenheid van - opleiding!

Ziöt daar een der idealen, waarvoor Bavinck een tijdlang heeft. gestreden.

Hij mo'cht {het niet verwe-rkielijkt zien.

Nu scihijnt men hier en daar te miaenen, dat men bereiken kan, w.at hiem te hoog hing.

De kerkeraad van 's-Graveland pubÜöeerde dienaangaande een door h-e-m igienomen besluit en de kerk van Enschedé sloot er zich bi) ajan.

Dr de Moor velt hiero-ver in de „Utredhtsche Kerkbode" de voiigende - kritiek:

Volgens mededeeling in „De Standaard" nam de Kerkeraad van 's-Graveland het volgende besluit:

„De Keirkeraad der Gereformeerde Kerk van 's-Graveland,

gezien de circulaire bij w-elke ijamens het Curator tOTium der Theologische • School te Kampen van de kerken een som van f 150.000.— w-ordt gevraagd voor verbouvsdng van die school, besluit geen medewerldng te verkenen tot uitvo-eringdezer circulaire, aangezien de beoogde aanzienlijke verbouwing ons hoe langer hoe verder zou verwijderen van de zoo zeer gewenschte vereeniging der beide opleidingsinrichtingen onzer kerken, en 'drinigt er ten zeerste op aan, dat allerwegen en vóór alle dingen alle pogingen "Worden aan^ gewend om bedoelde vereeniging voor te > ereiden en mogelijk te maken en wel in dier voege, dat de Theolo-gische Faculteit van de Vrije Universiteit kome onder zeggenschap der kerken."

Dat deze beslissing gepubliëeèrd werd, zal wel met de begrijpelijke 'bedoeling zijh geschied, om tot - de andere kerken te zeggen: doet gij zooals wij, en ijvert met ons in die richting, want zooals het nu gaat, gaat het niet goed.

De gedachte van 's-Gravelands kerkeraad jzal trou-~ wens wel En meer harten zijn opgekomen, en lijkt op Jiet eerste gezicht (het slot er nu even buiten gelaten) zeer aannemelijk. Moet daar nu in Kampen weer anderhalve to-n verbouwd worden om de Scho-ol er vaster te zetten dan ooit en het nog lOnwaaTschijrilijker te maken, dat Kampen en Amsterdaan vereenigen ? Mo-et in een tij-d, nu voor allerlei nuttige doeleinden zoo veel geld noodig . is, een anderhalve ton verspild worden aan iets, wat beter niet geschiedde; temeer wanneer men in aanmerking neemt, dat tengevolge daarvan de gedeeldheid van opleiding meer bestendigd zal worden, met al de jaarlijksche - onkosten, daaraan verbonden ?

En bij sommige voorstanders der Vrije Universiteit komt dan nog bovendien de gedachte op, nu deze Hoogeschool in geldelijke moeilijkheden is: waarom kan het niet zoo, dat Kampen wordt opgeheven, de Kerken de Theo-logiB-che F-aoulteit bekostigen en daaldoor veel geld wordt gespaard, • idat laan de overige faculteiten ten goede kan fcomen; waardoor eenerzijds werd verkregen, dat de V. U. was geholpen «onder te veel o-p de schatkist des lands te steunen, en anderaijds-werd bereikt, diat niet langer dubbele uitgaven werden gedaan voor hetgeen met de helft ervan even goed kan geschieden.

Wie 000 denken, moeten wel .zög^êii: 'halt, bezint eer gij begint! De tijd is nu rijp om „allerwegen en vóór alle dingen alle pogingen aan te wenden om de vereeniging van Kampen en Amsterdam voor te bereiden en mogelijk te maken."

M.i. gaat het hier als in meer gevallen: het schijnbaar eenvoudige, wat het m-eest voor de hand Ugt, is volstrekt uiet het ware. Met een conclusie, die zo-o snel getrokken kan worden, moeten w-e voorzichtig zijn om niet te haastig te denken, dat • we het nu ook bjj! het rechte eind hebben.

Naar mijn inzicht — dat ik natuurlijk vo-or beter • geef — belpt de motie van 's-Graveland, hoe goed ook bedoeld, ons meer 'achteruit dan vooruit.

Door Gods goedheid hebben wij' de laatste jaren grooten' vrede gekregen op het gebied der opleiding. Wat we alto-os 'begeerden is tot stand gekomen, maar langs een geheel anderen weg dan wij het gedacht hadden.

Wij meenden: zoolang die twee inrichtingen niet 'O-p eene of andere manier samensmelten, blijft de onvrede in de kerken voortduren en houdt het gehaspel aan over A en B, van Kamp-en of van Amsterdam.

Daarom zijn er vele en ernstige po-gingen aangewend, jaren en jaren lang, o-m tot eenheid van •opleiding te komen. De eene na de andere is echter jpiislukt, en het resultaat van al die pogingen was, dat de tegenstelling al grooter werd, de p-artijv-o-rming toenam en allerlei verdrietige dingen werden gezegd en gedaan.

Toen is 'de raad gegeven: laat nu al die pogingen rusten. Geef Kamp-en weer gelegeriheid om izich te ontp-l-ooii'en en blijf kracEtig de V. U. steunen; laat die twee kalm naast elkander bestaan en tot bloei komen. En geef den kerken iTist 'door niet aldoor weer over deze quaestie de hartstochten - op te wekken, zooals die pogingen tot vereeniging voortdurend doen.

Deze ITaad heeft goede gevolgen gehad. Toen bleek, dat men noch aan de Theologische School noch aan de Vrije Universfteit eenig kwaad wilde do-en en beiden naast elkander een goede plaats in 'de zon gunde, is het vertrouwen langzamerhand wedergekeerd en zijn de kerken al meer samengegroeid. Men heeft elkander heter lee-ren begrijpen en waa; rdeeren. De vo-onnannen harmoniëerden hoe langer hoe beter met elkander nu deze twistappel was uit - den weg geruimd. En reeds iu 1914 lOp' tie Synode van den Haag kon prof. Bavinck verklaren, .dat de ho-ogleeraren van de beide inrichtingen daar hadden samengewerkt alsof ze één college voïmden. Iets wat (hoe wonderlijk het ook klinke!) juist daarom kon, omdat het niet zoo was.

Wie intusschen mocht meenen, dat d'entengevolge nu wél - de tijd rijp was - o-m tot ineensmelting te fcomen, zou zich zeer vergissen. Dat bleek verleden jaar wel, toen voorgesteld werd (mede met het oog op de verbouwing) de Theologische School van Kampen naar elders te verplaatsen. Ofschoon dat 'plan volstrekt geen verband behoefde te houden met - de eenheid van opleiding en eenvo-udig een zaak van doelmatigheid betrof, kwam toch direct de wacht in het geweer tegen dezen aanslag op, de Theologische School, enz. en zagen we ©ven , met 'schrik den strijd van vroeger herleven. Da vonken zijn gelukldg dadelijk uitgetrapt. Maar laten we toch voorzichtig zijn met vuur , en niet op­ nieuw - de zaak aan den gang - brengen....

Dit te meer, omdat zoodra men uit de algemeenheden van het wenschelijke der eenheid van opleiding tot de bijzonderheden van: hoe moet dat gebeuren ? komt, de groote moeilijkheid weer 'Opnieuw zich vertoont: in welken vorm zal dit gebeuren? Wie vindt de quadratuur van "dezen cirkel ?

's-Gravelands kerkeraad heeft dat beseft en daar-

om .aan het einde zijner molie meteen even de oplossing van het vraagstuk gegeven: de Theol. Faculteit van 'de V. U. moet komen onder zeggenschap der. kerken.

Wie hoopten, hier den steen der wijzen te vinden, wenden zich teleuïgesteld af. Dat middel - pif^j kenden we al lang.

Inderdaad.

Dat middel kenden we al lang.

PPOI. B. deed m '99 op de Synodei van Groningen een desbetreffend voorstel.

Men-doet het da.n ook voorkomen, alsof deze vernieuwde pogingen in de lijn van Prof. B. zeilden liggen.

Daarin vergist men .^icih echter.

Dr B. heeft het meermalen ui; Lgesproken, dat '99 onherroepelijk voorbij is.

De kerken hebben nog altijd een besluit to.t eenheid van opleiding liggen, n 1. dat van da Ainhemscbe Synode in 1902.

Terwille van de hainderheid werd dit niet uitgevoerd.

En ik zou geen vrijmoedigheid tebben omi thans op uitvoering daarvan aan te dringen.

Nog steeds is m.i-van kracht, wat Prof. B. in zijn brochure .Blijven of Heengaan? " schreef:

Maar van dwang, zelfs van den schijn van dwang, mag daarbij geen sprake aijn. Indien de mannenbroeders, die in het beginsel eener eigen inrichting hun kracht zoeken, jiiet van harte en gewillig daartoe medewerken, dan is het beter, dat wij in den eersten tijd van alle poging tot vereeniging der beide opleidingsscholen afzien, en elk op eigen terrein, vergetende hetgeen achter is, met nieuwen moed aan den arbeid giaan. De dagen, waarin wij leven, , zijn veel te ernstig, dan dat wij nog langer in onderlingen twist onze kracht verteren mogen of .zelfs de eenheid onzer belijdenis op het spel mogen aetten. Laten School en Faculteit dan in vrede naast elkander wonen, in wederzijdsche waardeering met elkander wedijveren, en ieder in hare mate jagen naar het wit tot den prijs der roeping • Gods, die van boven is in Christus Jezus.

Misschien, dat wij dan aJlen te zamen in de droeve geschiedenis der opleiding ten slotte nog leeren bewonderen de diepten der wegen • Gods, wiens gedachten dikwerf zoo gansch andere dan de onze zijn.

Het staiiiom van '99 zijn we echter al lang gepasseerd.

Eenheid van opleiding blijve het ideaal.

Maar men make het niet opnisiuw toit een twistappel in onze kerken.

En in telk geval kome men niet opr de wijze van, zékeren niet onvermaarden landstorm, eenige tien­ tallen van jaren achteraan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1921

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1921

De Reformatie | 4 Pagina's