GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Soclallsatie of Bedrijfsorganisatie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Soclallsatie of Bedrijfsorganisatie.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het referaat van Mr Gerbrandy brengt tegen de I socialisatie deze bezwaren in: a. dat zij een systeem is, en de maatschappelijke orde omkeert; b. practiscb, althans internationaal, onuitvoerbaar is; c. over de behoefte oordeelt, en d. materialistisch van aard is.

III.

Er is nog: een ander bezwaar, dat het ons oiim'ogelijk maakt de socialisatie-gedachte der socialisten te aanvaarden. In de tegenwoordige samenleving is, bij alle gebreken, die deze orde van zaken aankleven, er een geestelijk-zcdelijk element, dat niet hoog genoeg kan geschat worden, n.l. de persoonlijke vrijheid, het reclit van de persoonlijkheid, het gevoel van individueele zelfstandigheid. Ieder bezit dit besef. Ieder strijdt voor deze onafhankelijkheid. Zelfs de z.g'.n. „geknechte proletarier" laat die vrijheid niet los, en hiji kan in deze maatschappij werken of niet werken, bij" dezen of bij dien patroon zich verbinden, en, zoo hij' daartoe lust heeft, van arbeid veranderen. Maar met die vrijheid is het in de bedeeling der socialisatie gedaan. Zij legt^ met het schoone doel om> terwille van de gemeenschap „in aller behoefte naar behooren te voorzien, een looden) last op' de samenleving, die, hoe prachtig mogelijkerwijs in uitwendige organisatie, het eigendomimelijke en geestelijke in het leven smoort en vernietigt. De voltooide socialistische socialisatie, in plaats van vrijheid en grootcr persoonlijke onafhankelijkheid te geven aan hen, die ze tot nu toe onvolledig bezaten, vernietigt ze voor allen. Al moge de leiding deze vrijheidsbeperking ter wille van het doel, de behoorlijke voorziening met stoffelijk goed, zich zeer vérgaand getroosten, zij zal er praktisch noodwendig den terugslag van ondervin-i den. Het raderwerk der socialisatie gaat straks stroef loopen. O, wee als er te weinig geproduceerd wordt! Hot product moet er komen. Men vangt aan miet , , stukloon omringd met waarborgen", het gaat voort met verlenging van den arbeidsdag, het eindigt in moderne' slavernij. De socialisatie zal niet kunnen ontgaan , wat haar pleitbezorgers zoo nadrukkelijk verklaren niet te willen, n.l. amlDtenarij en bureaucratie" (blz. 22), Want een centraal geleide gemeenschap'sorganisafie 'doet schade aan het verantwoordelijkheidsgevoel. De geestelijke spanning, die gevonden worcft m een particuliere onderneming, is tot op geen tiende te bereiken in een gemeenschapsbedrijf, waar de een zich op den ander verlaat, en de controle de aansp'rakelij'ken moet zoeken.

Wat is dan het bekoorlijke van de socialisatie? Heft zij misschien de' werknemers op?

Opent zij den heilstaat voor de loondienaars?

Ook op dit punt is het resultaat teleurstellend, want, wanneer men de socialisatie-lecfuur raadpleegt, bemerkt men, dat voor den arbeider geen hoogere plaats wordt ingeruimd. , , Het sp'reekt vanzelf, dat hij' in de nieuwe maatschappij niet mag staken, en dat hij flink nioet wei'ken, nu het niet meer voor de winst van enkelen, nïaar voor ons allen tezamen geschiedt. D'it is begrij.pelijk hoewel reeds niet zonder bedenking. Maar wat minder begrijpelijk is, is de geringe plaats, welke aan de tegenwoordige vakorganisatie en de bizonder hooge plaats, welke aan de leiding te beurt valt. Wij doelen daarmee niet in de eerste plaats op de onbekronlp'en salarieering dier leiders, op de aanmaning de beteekonis van intelledueelcn arbeid niet te onderschatten, op' den eisch, dat geestelijke arbeid geen broodzorgen mag kennen, wij denken vooral aan de zeggenschapi. Het bekende rapiport der S. D'. A. P. beperkt deze zeg'genschap.' tot controle over de arbeidsvoorwaarden, veiligheidsi maatregelen e.d.g., het ter sprake brengen van wenschcn nopens de arbeidsverhoudingen, doch alleen voorzoover deze liggen binnen de grenzen van vastgestelde arbeidsvoorwaarden, het geven van advies nop'ens arbeidsprestatie en verbetering! der productiviteit. De positie der werknemers is getypeerd in de woorden, diö een bekwaam criticus eens uitsp'rak: „de leiding op den bok, de arbeiders in de kattebak". Denkt u dit centraal doorgevoerd en heel de socialisatie wordt, wat de verhoudingen der werkers betreft, belichaamd in een opiperheerschapipij der technisch, knappe koppen" (blz. 24). Zij is in den vollen zin des woords de „militarisatie van den arbeid".

Er is nog een ander voordeel genoemd.

De socialisatie zal den niensohen een beter stoffelijk bestaan verschaffen, en 'al is het waar, dat wij! geeste-. lijk voel verliezen, economisch zullen wij' enorm: winnen. Is dit zoo? Mr Gerbrandy zegt er dit van: „Het is ontoelaatbaar dit stoffelijk 'bestaan te zien als de welvaart van het levend geslacht. Veel meer, en dat bedoelt ook do socialisatie, ga ons de toekomst onzer kinderen en kindskinderen ter harte. Onmiskenbaar is in onze, in den aanvang even aangestipte, economische orde onze productie-en consumptiemogelijkheid een resultaat van de kapitaalvorming van de gelachten, die ons voorgingen. Onze economische toekomst hangt aan kapitaalvorming. De overvloed van papieren ruilmiddelen en andere faktoren hebben op' ontstollende wijze tot consumptie buiten haar natuurlijke grenzen geleid, slechts op' straffe van ondergang der gansche cultuur kan die verhouding bestendigd blijven. Wat wiji behoeven is kapitaal en nog eens-kapitaal." (blz. 25.)

Doch is , , de gemeenschap voor die taak berekend? Allerminst! Nergens in heel het sociaal-economisch gebeuren is ook miaar één aanwijzing', dat de , , gemeen* schap" daartoe in staat is. Het ware spelen met vuur, hier, generaal genomen, in afzienbaren tijd den weg te verlaten, welke de kapitaalvorming doet rusten op besparing en reserveering van particulier en particuliere, onderneming. De toekomstverzorging: van het verleden, hoezeer ondergraven door den volkerenkrijig, verschijnt als zoo iets extravagants en grootsch, dat men huivert bij', de enkele gedachte, dat, wat de economische organisatie als „vanzelf" volbracht, zou worden toevertrouwd aan het beyvust overleg van menschelijke menschen. De kapitaalrente blijve lokken tot kapitaalvorming, de bevoegdheid aan zijn eigen vleesch en bloed de pretenties, welke aandeel, obligatie of fabriek en grond verleenen, over te dragen, worde ongerept gehandhaafd, omdat aan haar de economische toekomst van ons geslacht hangt. In dat licht bezien verschijnt de toevloei'i'ng van kapitaal naar gebieden of ondernemingen, zwaai'wichtig genoeg, om op dien grond principieele koerswijziging; te bepleiten" (blz. 28, 29).

Ook aan dezen kant is er geen lichtzijde. De socialisatie ontkomt niet aan het dilemma: her^ leving der kapitaalrente in vollen omvang d.i. terugkeer naar „het kapitalisme" of afglijden naar het volledig communisme, waarbij de gemeenschap aan elk niet alleen zijn arbeidstaak aanwijst, maar ook zijn tamelijk gelijk verdeelde portie toeschuift (blz. 29).

Maar de socialisatie bespaart ons toch het crisis-leed?

„Theoretisch ja, maar als de groote leidslieden der gecentraliseerde behooftevoorziening, de technische voormannen van het genationaliseerde monopolie, zich vergissen, is dat geen crisis? — Is zulk vergissen ondank, baar? —• Wanneer thans de voorziening' met een artikel zoo omvangrijk is geworden, dat een meerdere productie een prijsdaling zou effektueeren, niet vergoed doo.r den toegenomen omzet, dan wendt de productieve kracht zich als het ware vanzelf in andere richting'. Er is een tendenz tot evenwicht binnen een bedrijfstak alsmede tusschen de bedrijfstakken onderling', geleid door het rendement. Neemt de socialisatie een omvang van beteekenis, dat gaat deze maatstaf ontbreken. Aangenomen het gelukt de woningvoorziening te socialiseei ren. De berekening wordt statistisch opgemaakt, voor opgave van het bonoodigde materiaal gezorgd, een deel van het kapitaal in de richting van woningbouw geleid. Maar het blijkt achteraf dat teveel is gebouwd, de behoefte is overschat. Dan is er een versp'iUing' vaiii kapitaal en arbeid. Het gesocialiseerde woningbedrijf merkt dat in de exploitatie, maar Jegt de last op den gebruiker. Zoo wordt wanbeleid gemaskeerd. Terwijl — onze behoeftevoorziening is nog immer beperkt en sober — het zoo dringend noodzakelijk ware geweest de pJroductieve kracht vroegtijdig in andere richting te leiden, is zij reeds lang onnut besteed, maar die onnutte besteding wordt niet gestraft door ver-

liezen maar slechts gecontroleerd door m e n s c h e n . Of wilt ge anders: in onze bestaande verhoudingen heeft ieder en iedere combinatie het recht om, ziende, dat een menschelijke begeerte doeltreffender kan worden gestild, een poging in die richting voor eigen risico .te wagen. Is juist gezien, de moed on de energie vinden tienvoudige bolooning. Ia de socia-, lisatic-orde mag die zelfde persoon of groep voor. stellen doen en aanmerkingen maken" (blz. 30)'.

Dit zijn onoverkomelijke bezwaren.

„De socialisatie mist die merkwaardige genezende kracht, die in de bestaande orde met al haar imonopolies en afspraken, op den duur haar werking oefent, zij' steunt in laatster instantie op toezicht. Uit een oogpunt van productiviteit brengt ze ons rrteer achter-dan vooruit. Ook wordt 'er niet meer per persoon geproduceerd, en in de werkelijkheid is er uit p'roductieoogpunt niets waar die nieuwe orde een , , p!rae" geeft boven de bestaande.

Juist hel tegendeel is waar.

De gesocialiseerde maatschappij maakt den toestand nog slechter. Zij absorbeert den enkele in de gemeenschap, zij ontneemt den mensch zijn persoonlijke vrijheid. Zij doodt alle particulier initiatief. Zij geeft geen meerdere arbeidsvreugde en arbeidsijver. Zij bevordert evenmin de technische vervolmaking. Zij is in wezen bureaucratie, tenzij de mensch verandert, en door zedelijke overwinning a: lle bezwaren, die tegen de socialisatie kunnen ingebracht worden, logenstraft. En die overwinning verwachten de socialisatie-idealisten zeker. De niensch zal zich zoo hoog verheffen, en door den wil om goed te zijn het kwade door de deugd verdrijven. Doch hierin ligt de grootste vergissing van het social Ilsme. Met een nieuwe maatschappij wordt de mensch niet beter. „Vormverandering, zoo heeft de heer Schouten eens gezegd, vormverandering van de maatschappij is niet het geneesmiddel voor mensch én nïenschheid; want de mensch van thans gaat over in den nieuwen vorm; de mensch gaat miede met den nieuwen vorm; de mensch met zijn fouten, miet zijn egoïsme, met zijn benepenheid, met al de zedelijke gebreken, die hij ver» toont, en die wij noemen de vrucht en het gevolg van de zonde."

En Mr Gerbrandy zegt er van:

„Wij zien tot op' heden den mensch-^^'"erker arbeiden onder sterke prikkels, wij omgeven hem nog steeds met een doornenhaag, 'die hem straks wondt, als hij' zijn productieve kracht verkeerd besteedt, iBiaar wij laten hem vérgaand vrij. De socialisatie sluit hem binnen zeer enge perken, maar neemit principieel de doornen en de prikkels weg en wil de productie doen drijven op' het gemeenschapsbesef, dat zal groeien en worden en dat zal leiden naar de , , 'Widmmigswirtschaft" of „den noch höhern Aufbau, dem das soziaJe Ideal des Gebens im Christentum zustrebt".

Hoe krachtig, door Gods gunst in Christus' zoeftblood, de liefde tot den naaste en tot de gemeenschap van het eigen volk en het eigen medschelijk geslacht hier en daar moge opschieten ver uit boven zelfzucht en traag-i heid, Gods onfeilbaar Woord leert ons, en het geloovig hart belijdt, dat de mensch van nature geneigd is zijn naaste te haten. Alles wat er goeds is en edel in ons productie-leven, danken wij enlCel aan de vrijmakende kracht van Jezus Christus; daarom bouwt elk streven, dat van een groeiend gemeenschappbesef op zich zelf heil inwacht, op wrakke fundamenten. Daarmee is de eisch van een eigen streven, dat Hem^ en dus het Woord vast houdt-, in beginsel gesteld en een accepteeren van de socialisatie ten dêele, met uitzifting der beden4 kelijkheden, geoordeeld. De socialisatie is ons een kwade boom, die geen goede vruchten draagt, geestelijk niet, economisch niet" (blz. 32).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Soclallsatie of Bedrijfsorganisatie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's