GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET JAAR 1922.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET JAAR 1922.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het jaar, dat voorbijging, bood aan Nietzsche's evangelie, de wil tot macht, een schioone kans. Evenwel ontbrak het de menschheid aan wil.

II.

Wenscht men voor bet feit dier algem'eene wilsverzwakking nog bewijzen?

Een rondblik over de staatkundige toestanden bij de kultuTirvolkeren. geeft er 'meer dan m'en noodig lieefl.

Wiisverzwatting kan zich op verscihillende manieren uiten.

Zij openbaart zich in dè schrilste tegenstellingen.

Iu passieve willoosheid, maar ooK in actieve willekeur.

In totaal gebrek , aan spirit, maar oolk in onbereieneeiid geweld.

De passieve willoosheid, het gebrek aan spirit, kwam wel het sterkst uit in Oostenïijk. Dit rijk is blijkbaar murw geslagen. Het heeft n-ag wel eenigö financiëele kracht. Vanwaar anders de weelde en overdaad, waarin velen te Weenen zich baden en welke boven de grijpsprong ^zelfs van menigen buitenlander hangen?

Maar de regeering weet aan deze verkwisting geen paal en perk te stellen en het geld, dat vermorst wordt, in de schatkist te doen vloieien. Zij heeft zich onder curateele van den Volkenbond gesteld en Rotterdams burgervader fungeert er als de strenge oom, die de gedragingen van zijn neefjes oo'ntroleert en op hun izaken orde stelt.

Het andere uiterste wordt in Griekenland zichtbaar. Daar scheen , aan [het begin v; an het jaar de wil tot macht op te staan uit herstellende rust. Imperialistische tendenzen kenmerkte de politiek der regeering. Men .meende den Turk meer naar het binnenland van Azië te kunnen terugdrijven ea eigen grootheidsdrpiom te verwezenlijken. Had men Engeland niet in den rug? Maar toen het op realiseering van zijn droombeeld .aankwam', bleek de kracht ontoereikend. Men beschouwde zich door de ministers bedrogen. De koning nain' de vluaht, deed afstand van den troon. Bruut, onzedelijk geweld, slachtte de 'piinisters af, anderen wlaren reeds opgetreden, van wien imen geen zekerheid heeft, dat zij het er hieter zullen afbrengen. Hiermee pleegde het Grieksche volk een misdaad, waartoe men 6en besdhaafde natie in dezen tijd niet meer in staat zou hebben geacht. Zal elk ministerie, , dat de volks-gunst verliest, er een dergelijk lot ondergaan? Zal ook het nieuwe jaar nieuwe ministerexecutie boeken? W^at toen waaxnain, was geen wil tot macht, maar wilsz'wakte tot moord.

Door de overwinning op de Grieken hebben de Turken meer praats igekregen. Zij zetten de conlerentie te Liausanne den voet dwars. Zij wierpen Mosoel-petroleum op, de verbolgen conferentie-wateren, maar met tegenovergesteld effect als gewoonlijk zoo'n operatie uitwerkt. De golven sloegen schuiniender oniboog. Feitelijk vertoont Turkije hetzelfde type als Griekenland. De Sultan Uet zijn harem in den steek en dit 'zegt meer dan tien compresse bladzijden uit een geschiedenisboek over Maria Theresia. De Kemalisten brandschatten en moorden met wreedheidswellust. Men Iheeft met hen te rekenen. Maaj wil tot toacht bezitten zij niet. Wel wilsuitspattingen en instinctachtig vsrraaJïbietooQ.

En in het land van Nietzsche zelf? Heeft het niet den schijn alsof m: en daar geen m'an met een Wil öieer kan ^ien ? Wie inaar even hoven anderen Uitsteekt en onder verdenking staat, dat hij de Kracht heeft een denkbeeld ten uitvoer te brengen, moet onder de vele gebeurlijkheden ook rekenen op een pistoolschot. Verschillende aanslagen getuigen hiervan. Inzonderheid die op Rathenau. Naar zijn vrienden vertelden mocht hij niet eens onder de wilssterken gerekend. Daarvoor was hij te veel idealist. Maar hij was niet al te onpraktisch. En hij [had moed. Dit is VOOT iemand, tot welke partij hij overigens böhoore, in Duitschland genoeg om te worden gevonnist. Intusschen zit de gewezen zadelmaker nog altijd in het presidentiëele zadel. Hij lijdt niet aan wilskracht. Dat is op 't oogenbli'k zijn kracht. De partijen smoezen: 't kon erger.

Kwam Duitschland met Oostenrijk en Rusland 't meest gehavend uit den 'oorlog, nemen we een vliegtuig en landen we in de Tereenigde Staten om per kontrast te oordeelen. Amerika bleef in den wereldkrijg van alle belligerante mogendheden het meest ongedeerd. Hoe staat het daar? Al even mistroostig als elders. Of voert Atoerika misschien wat in het schild? Past het weer dezelfde taktiek' toe als in den Europeeschen 'oorlog? Toen spiaarde het zijn krachten, tot alle strijdenden zoo goed als uitgeput waren en wierp toen een zijner zwaarden — waarlijk niet het - zwaarste — in de weegschaal der entente. De entente kon nu viktode kraaien. Zint het in dezen tijd van papieren vrede of wilt ge, van officieusen oöilo, g, op een dergelijke manoieuvre. Al schakelt men deze gedachte niet geheel uit, toch staat wel vast, dat het Amerikaansche volk zich voelt jals had het een vergissing begaan. Per slot van rekerii-ag had Wilson in het generaal toch meer de sympathie dan Harding. De laatste zal, zoo luiden , de voorspellingen, in 1924 wel uit het Witte Huis moeten verhuizen. Men is zijn knoopentellerij: wel met Europa ons inlaten, niet met Europa ons inlaten (bis) enz'. mOiede. Ziet men aan wat voor oogen is en rekent men niet met de toch onberekenbare diplomatieke zetten, dan biedt ook jhet rijke en verrijkte A'merika niet anders dan een schouwspel van wilsverzwakking. Zijn springvloed van krachtliteratuur, welke naar Europa - afvloeit en den Europeanen • den weg naar het succes wil wijzen, kan daaraan niets verhelpen.

Vanzelf oefent dat weer invloed op Amerika's schuldenaar: Engeland en voortgaande op , Engeland's schuldenaar: Frankrijk". Het fiere Albion is in de internationale politiek iaan het modderen. Het zette Lloyd George aan kant. Een toan van wil ? Ongetwijfeld. Maar zijn wil !had zich sportief ontwikkeld. Hij hield wel het doel in het oog, maar maakte sprongen al naar de veranderingen van het moment het eischte. Hij gooide zich meters van den grond omhoog. Hij bukte ook weleens zoodat zijn wit flanellen pantalon besmeurd werd door de drassige aarde. Hij was Real-politiker, zöoals Bismarck. Maar hij was niet gelijk' deze van massief ijzer. Neen, . om den ijzeren kogel van zijn wil was een hulsel van caoutchouc gegoten. Hij keeperde in de Grieksche kwestie mis. Toen werd hij uit-, gefloten. Het paard staat op stal. Voor hoelang? Tot men het weer over den hals strijkt en in "den nek klopt en optuigt. D, at zou' weleens spoedig kunnen zijn. Want zijn opvolgers zuchten wel, dat ze sukkelen met zijn erfenis, maar maken niet den indruk van wilsmenschen. En izoodra men in Engeland weer aan wilsmenschen behoefte krijgt, zal de schenker laan het hof „den toovenaar van Wales" zich wel herinneren.

Van ander makelij is Glém'enceau. Hij was in den oorlog de ruiggegraat van Frankrijk. Maar die ruggegraat maakte thans bedenkelijk slappe beweginjgen. Had jhet niet iets toeewarigs, dat 'Clémienceau den oceaan overstak om in Aniierik'a sympathie voor Frankrijk af te bedelen? Een koningstijger te zien loopen , als een kermisaap toet een bia!kje in den bek omi oenten op te hialen, spredct het niet van deerniswaardige inzinking ? Naar' het Oosten richten Clémenceau en Poincaré zich tnet Pruisisöhe "hardheid, maar naar andere richtingen worden ze slapper en slapper. En lachter zich hebben ze een volk, dat , geen wil heeft om zich als volk te handhaven en ondanks de smeekgebeden van overheid en pers om toch den grond te Mijven bevolken, zichl langzaam, maar zeker zelfmoordt.

Wordt dan de wil tot macht alleen nog bij de bolsjewisten gevonden? Hierop kan niet geantwoord . vóór een andere vraag is beantwoord. Bestaat het bolsjewisme nog? Mannen als Trotzky, Lenin, Radek, Litwinof zitten nog 'wel op den bok, maar 'hebben ze hun zegekar niet voor een janplezier, pardon, ik bedoelde: voior een janverdriet verwisseld ?

Het theoretisch bolsjewisme woTdt zeker hog wel aangehangen door breedrandig behoede en vliegerig gedaste man-en kortharig gehouden, slordig ingepakte vrouw-artiesten, maar ook' door de mannen met de leidsels ? Hebben deze laatsten hun stelsel niet in elkaar getra, pt en getroostten zij zich niet den [gang naar [het Canossa van [het kapitaiisme? ' Zij achten het niet te vernederend om nog een poosje .bloiotshoofds en barrevoets in Petersburgsche sneeuw en Siberische koude te moeten staan, mits zij mIaar geholpen worden. Hun wil tot macht is omgeba'kk'en tot zucht tot positie-behoiud.

Een vonkje wil tot macht gloorde in Italië. Mussolini, het hoofd der izwarthemden, dong naar de eerste plaats in het rijk en met behulp van een stouten staatsgreep veroverde hij die. Aandoenlijk wa, s zijn ontmoeting met den koning. „Bedoelt gij niet de dynastie omver te werpen? ", vroeg deze. En genadig antwoordde Mussolini: „volstrekt niet, sirel" Hij was er tevreden m'ee, dat de vorst zou regeeren bij zijn gratie. De k'omng omarmde hem. Diat het Mussolini zo'o gemakkelijk .afging de macht te veroveren, bewijst 'het niet de volslagen willoosheid van • het Italiaansohe volk, den koning incluis? Dia.t het fascisme het ver zal brengen, dat het de wereld zal veroveren, is niet te verwachten. Mussolini schijnt nu reeds tevreden. De lauweren lokken hem, wanneer de teekenen niet bedriegen, tot rust. Zijn wil lijkt op dien van den a, vonturier. En dat is geen wil tot macht, maar tot genot. Zooi'n wil holwerk't het niet.

De mensfthelijke wil kon in 1922 zijn smadelijk fiasco niet verheimelijken.

De internationale en nationale verhoudingen getuigen van een generale wilsverzWakking.

Eén wil hleef ongebroken. De wil vian God.

Maar dat is geen wil tot macht, geen wil, die de macht nog moet vermeesteren, doch het is een wil mei macht.

Tevens een wil met verdraagzaamheid voor de wereld en met liefde voor hen, die den Zoon gehoorzaam' zijn.

Het geëindigde jaar hazhinde en zij, die ooren hadden om te hooren, hoorden het: „Mijn Raad zal bestaan en Ik zal al Mijn welbehagen doeni'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

HET JAAR 1922.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's