GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Socialisatie of Bedrijfsorganisatie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Socialisatie of Bedrijfsorganisatie.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze artikelen gaat het over do vraag, o£ de socialisatie'^ veroordeeld kan worden op grond van de' onschendbaarheid van het privaat bezit. De roomsche opvatting is besproken. Een aanvang is gemaakt met de behandeling van de protestantschchristelijke gedachte.

IX.

De eigendom.

In Ihet vorige artikel is ter sprake gekomen het standpunt van den Leidschen hoogleeraar Rivet, die de stelling heeft verdedigd, dat het priVaatbe^it olm der zonden wil noodzakelijk is geworden, 'en-er 'dus zbnder den val slechts com'munaal eigendom zou geweest zijn. In verband daarmee Avees ik pip een uitlating van Dr van Gr he el Gilde^ meester op het eerste christelijk'-sociaal congres, die 'zich (min of meer in dezelfde lijn beweegt, en walarop i'fc thans even wil terugkomen. In zijn referaat over de vraag: 'Welke be gins eken stelt de H. Sojirifft voor het bezit van goed en de beteek'enis vanden arbeid? stemt Jiij toe, dat de H. .S. het privaat-bezit erkent, en er V|an opheffing van den privaat-eigendom met j geen woord gerept 'w'ordt, miaar, zoo voegt hij hieraan toe: „Intussdien, wie den sociali'stischen eiscli van verandering van het privaat-bezit in gemeensoh'app'elijk eigendom kortweg „uit den booze" noemt, kan zich daarvoor alth'ans niet beroepen op! de instelling v, an Sabbats-en Jubeljaar. 'Immers dan was h'et priyaat-bezit over den grond altihans tijdelijk opgeheven; zelfs van den eigen akker taOdh't m'en alleen nemen, wat tot eigen gebruik noodig wa, s, en het .andere overlaten aan wie het behoefde. Indien nu, wat wij gelooven, het sabbatsjaar' als type wijst op. den tijd, waiarin de schepping van de dienstbaarheid der verderfenis verlost zïal zijn, .schijnt dan daarin o|old de a, anwij!zing gegeven: h'et privaat-bezit is om' onzer zonden wil noodzakelijk, maar van den beginne is dit alz'oo niet bedoeld? Miskent toen echter de werkelij'kheid van de zonde, en wil toen door dw|ang een paradijs herstellen, dan komt men'zeer zeker in strijd m'et Gods Woord" (blz. 160).

Deze uitMing is niet onbesproken gebleven.

De bekende Ds J. van And el, destijds predikant te Leeuwarden, in welken tijd hij een warm' propagandist is geweest van de gedachte der landnationalisatie, mjerkfe op', dat uit de Moi2ïaïsch'e rechtbedeeling voor ons 'heel wat te leeren valt. 'Wij gaan, zoor zeide hij, altoos uit van de tegenstelling tusschen de gem'eenscha'p en "het individu, en de hoofdv'mag is, !hoe de g-iemeenschap' niet te kort doen zal aan de rechten van het individu en omgekeerd. Miaar het Mozaïsme erkent die tegenstelling niet, en stelt een veel juisteren, die van de gemeenschlap en het gezin. Het individu treedt sledits op jais vertegenwoordiger van een nageslacht; als tzoodanig wordt hem^ een deel van den bodem verzekerd; en de societas is dit verplicht niet alleen aan Ihet individu, miaar ook aan zichzelf, opdat zij zelve in de toe'kbm'st Mijve besta.an.. En juist deze tegenstelling moet tegenover het socialismte-worden v; a, stgehouden. Wij staan tegenover de gemeenschap niet als losse atomen, maar als hoofden van de geslachten, die uit ons voortkomten zullen" "(blz. 374). Ik citeer deze regelen volledig om' het groote gewicht van de opmerking, die Ds vian 'Andel maakte." Hj heeft er terecht op. gewezten, dat in onze beschouwing en beoordeeling van privaat-en comtoünaal bezit deze fout schuilt, dat wij een tegenstelling aannemten tusschen die beide en de ScJh^ft juist dat contrast verwerpt. Individu 'en societas, persoonlij'lcheid en gemeenschla-p', staan niet per se tegenover elkaar, maar vormen oorspronktelijk de kostelijkste harmonie, en alleen wanneer deze verhoirding recht wordt ingezien, klan onze heschöuwing van de eigehdomsquaestie zuiver wekten.

- Doch hierover later meer. 147

Wij 'keeren nu naar [htet eerste ohristelijk-sociaal congres terug.

Ook Prof. Bavinck heeft zich over deze quaesüe uitgelaten.

Hij zeide het volgende: „Mijn bezwaar is, dat niet is uitgesproken, of er ook zonder zonde privaat-bezit denkbaar is. Schijnbaar is dit verschil klein, ni'aar metterdaad is dit anders. Is toch', zooals de Refereiit schijnt te willen, gemeenschappelijk .eigendom! einddoel, dan geldt de strijd tusschen socialisten en ons alleen een verschil in methode. Zij zijn dan ide radicale, wij de gematigden. Het is dan met ons als eertijds 'met de wederdoopers: allen waren voor comtounaal bezit, maar een deel onder Jan "vian Leiden voerde het te Munster in, ' een andel deel dorst niet consequent doorgaan. De diepste vraag is dus: Is h'et privaatbezit door God gewild, of niet? Is het door God niet gewild, dan imjoet het uit den weg" (blz.. 376). Op deze vragen wer'd door den referent getantwoord: „De moeilijklheid, waar Prof. B a v i n c 'k •Jap wees, is ook door mij gevoeld, en maakte, dat ik zelfs met de formiuleering der theses lang wachtte. Ik Izou kunnen zeggen: C'est vrai comtoe Ie contraire. Eenerzijds is hef waar, dat God aan den mensch privaat-bezit geschonken heeft; anderzijds evenzeer, dat zonder zonde het privaat-bezit in den tegenwoordigen vorm moeilijk kan gedacht worden. Gierigheid, d. i. de lust om het priva, at-bözit steeds te vermeerderen, is een 'gevolg der zonde. Wij zien dan ook, dat, als de H. Geest het hart bewerkt, dat hart losgemiaakt wordt v, an de banden van 'Mamimon en al losser kotmt te staan tegenover aardsche goederen" (blz. 378).

Wat blijft ons hieruit?

Dit, dat reeds op het eerste ch'ristelijk'-soiciaat congres de gedachte is uitgesproken, dat alle communaal bezit niet veroordeeld kan wordeii met een beroep 'op de H. Sciirift. Al heeft niemand zich geplaatst op hetzelfde standpunt als van Rivet, zijn wel stem'men beluisterd, die gewezen heblien op het nauwe verband tusschen privaat-bezit in den tegenwoordigen vorm en de zonde, en is met ernst gewaarsohuwd tegen een verkeerde tegenstelling tusschen individu en igemteenschap. En Avel heeft het congres zich vereenigd met de volgende stelling: Die H. Scihrift kent en aanvaardt het eigendom'srecht in den vorm ya; n privaat-bezit (blz. 138), in die stelling lees ik niet, dat deze aanvaarding principieel den comm'una0.1-!eigendom in welken vorm' ook, uitsluit.

Thlans keer ik tot ons uitgangspunt terug.

Het ging, oni deze qu, aestie .of het privaat-bezit er is om' der zonde wil, en wij zajgen hoe Rivet deze vraag bevestigend heeft beantwoord. Tegenover deze opvatting staat de meening van Voetius, die Rivet's standpunt in den breede heeft bJestreden, en van , andere gereformeerde ethici. Prof. Gee sink zegt in zijn reeds aaiigehaa], j werk er het volgende van: „Uit w^at hier slechts Van onze stamjouders, van Adaim en Eva, geldt, mag imen toch niet 'besluiten tot wat gelden zou, indien de ontwikkeling een no-rm^aal "\Herloop zou hebben ge|bad, m.a.w. indien de zonde niet ware ingekomen, van heel ons geslacht. Nu is zeker alle redeneering uit wat er gebeurd zou zijn, indien de zonde eens niet ware ingekomen, eenigszins bedenkelijk; doch zooveel is toqh wel zeker, dat de mensch, om' in de genieensdhap met zijn soortgenooten op deze laarde Gods wil te doen, ook' indien hij geen zondaar ware, ' een sfeer noodig heeft, waarin Jhij zidh vrij k'an iDewegen: een sfeer, waarin niemand hem onbevoegd storen mag. En tot deze vrijheidssfeer 'behoort dan ook de. eigendom'; h'et recht om van een deel van 'het aardsche goed iets het Zijne te k'unnen noemen; er toet uitsluiting van ieder ander' menscih over te kunnen beschikken. Eigendom toch is vrijheid. Dit is niet meer da.n menschelijk'. De wijze waarop thans de goederen der aarde' verdeeld zijn, moge in velerlei opzicJht al een 'gevolg van de zonde zijn — en a r m' o e d e is zeker eerst gekomen door de 'zonde — toch gaat het niet aan, kortweg te beweren: „Het privaat-bezit is om' der zonde wil noodzakelijk". Ja, men gaat zelfs te ver, indien men beweert, dat God.de verdeeling der goederen in den staat der onschuld, dus bij een normale ontwikkeling der menschheid, slechts zöu hebben vrijgelaten. De eigendom toch is niet maar een menschelijke uitvinding, want h'et besef van het mijn en dijn is, evenals dat van hiet ik , en gij, ingeschapen. De eigendom' behoort tot die „wet der natuur", welke door God ingeschapen is in de 'harten der menschen, en de geschiedenis leert dan ook', dat altijd en overal onder de volkeren de ^eigendom' 'heeft bestaa.n. Al moet dan ookjgrif toegegeven, dat bij Adam en Eva het m' ij n en d ij n zich nog niet heeft doen gelden — dit verandert niets , a|an het „natuurlijk" karakter van dit besef. Al hestond er in het Paradijs tusscjhen den eersten mian en de eerste vrouw „gemeenschap van goederen", het volstrekte comjiranismte is daarom nog geen Paradijstoesta.nd, en ide verdeeling der goederen is op zichzelf evenmin een vloek van de zonde , als de arbeid, dat op zichzelf Js. Alle voorstelling, als ziou de eigendom, bepaaldelijk de privaat-eigendom, een gevolg zijn van de zonde.

moet dan ook: als dwaling verworpen. Het is niet minder idan een tek'ort doen aan het Goddelijk karakter van .het eigendomsreclit. God de Heere zou in Zijn wet het „stelen", het vergrijp aan den eigendom, niet hebben verboden, indien er voor den eigendom des menschen niet een innerlijk'e, in Zijn souvereinen wil gegronde noodzakelijkheid ware" (blz. 270, 271).

Hierover is nog wel hst een en ander te zeggen.

De verhouding tusschen privaat-en communaal bezit is met dit al niet opgelost. Doch daarover een volgende miaal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Socialisatie of Bedrijfsorganisatie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's