Suriname.

Suriname is, ©venzeer jals b.v. Java, een bezitting van Nederland; en als Nederlanders hebben wij tegenover deze (kolonie een ernstige en heilige roeping.

Men kan niet zegigen, dat wij, Nederlanders in het algemieen, en als Gereformeerde christenen in het bijzonder, die roeping getrouw hebben betracht. Wat weten wij van Surinam'e af? Hoogstens is ons bekend, dat de Broedergemteente aldaar gezegend zendingswerk verricht; en daarbij laten wij het.

Maar daarbij miogten wij het niet laten.

Want het zendingswerk' in Surinamie verkeert in grooten nood.

Wij helpen naar alle kanten h'een: Russen, Oostenrijkers, Hongaren, Duitschers e.a. Maar zullen, magen wij dan , Suriname, een Nederlandsche kolonie, vergeten? Zullen, mogen wij het zendingswerk daar ten onder laten gaan?

De Broedergemeente ontving tot dusver grooten 'steun uit Hierrnhut; m; aax die tijd is natuurlijk' voorbij. En nu zijn de inkomlsten van de Broeders, hoofdzakelijk Duitschers, zoo enorm' 'gedaald, dat het werk' dreigt iom' te 'komen.

Zij zijn de eenig'e christenen, die in Suriname arbeiden. En zij hebben er veel zegen geïi'ad. Men leze het bij Callenbach zoo 'keurig uitgegeven werk van D's H. Weiss (Vier mlaanden in Suriname) er miaar eens op na. In 1740 zijn de Broeders begonnen, oimi de hand der ontferming uit te steken naai de slaven. Ook' zijn zij doorgedrongen in de boisschen, en hebben de Boschnegers het Evangelie gebracht. Christelijke scholen werden opgericht, en verschillende arbeid der liefde ter hand geno-mien, met namfe de verpleging der slaven.

Duitschland kan iOnmögelijk dezen arbeid verzorgden. Moet [hij nu worden opgegeven? Het tekort loopt van dag! tot dag omhoog, en bedraagt vele duizenden gulden; aan h'et einde van dit jaar zal [tiet, indien geen hiilp' geboden wordt, ruim' f 120.000 bedragen.

De d. g'. samenwerk'ende zendingscorporaties uit de Hjerv. Kerk willen trachten f25.000 van dit tekort te dekken. Maar hebben wij , als Gereformleerden ook niet [h'ulp te bieden? Zeker, onze eigen zending vraagt inspanning van onze krachten ; maar todh niet zoO', dat wij teg'en deze zending k'uimen zeggen: ga "ten onder, want wij kunnen niet helpen?

Een klein comlité, waarvan Idenburg', die als goiïi. vemeur van Surinamie het werlr der Broeders van nabij heeft gadegeslagen, voorzitter is, heeft onder den indruk van dezen grooten nood en in het besef, dat ook wij als Gereformeerden niet achter mogen blijven, aan de kerkeraden een circulaire gericht, met [hjet dringend verzoök voor deze Zending een collecte te h'ouden, of een bijdrage te verleenen.

Alle onze kerkeraden zullen gewillig ©en offer brengen, of liever, de gemeente in de gelegenheid stellen te offeren.

De zending der Broedergemteente is niet Geieformteerd in kerkelijken zin, maar wel predikt zij ifet Evangelie der Schrift. Legge dan niet één [Icerkeraad de circulaire onbeantwoord ter zijde, . en blijkte uit onze idaden, hoe wij door den Geest van Christus gedreven barmhartig weten te zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen