GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EvanBellsatie-rapport.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EvanBellsatie-rapport.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit rapport is nog een overschotje.

Het kon te I^eeuwarden niet worden behandeld.

Daarom heeft het nu de tweede plaats verkregen in den rapporten-bundel.

Het draagt, behalve de onderteekening van de beide hoogleeraren in het kerkrecht, ook die van wijlen Prof. Bavinck.

Men kan het een vrucht noemen van de evangelisatie-congressen, welke gehouden zijn, inzonderheid van het eerste.

De grondgedachten - van de referaten van de hoogleeraren Bavinck en H. H. Kuyper vindt men hier harmonisch uitgewefet.

Evangelisatie wordt hier omschreven als „dat deel der inwendige zending, dat zich wijdt aan de verkondiging van het evangelie door woord en geschrift aan de daarvan in meerdere of mindere mate vervreemde christenheid”.

De kwestie, van wie de evangelisatie moet uitgaan, van kerk of van vereeniging en particuliere personen wordt in dezer voege opgelost: „Het is de kerk als instituut, die in de eerste plaats tot dezen arbeid geroepen is, echter niet met uitsluiting, doch met gebruikmaking van de gaven en krachten, welke door - Christus' Geest in Zijn gemeente worden uit-[ gestort”.

De evangelisatie-middelen worden in deze alinea opgesomd:

Om aan deze roeping eenigermate te beanti. woorden, ware het aanbevelenswaardig, dat alle kerkelijke vergaderingen, kerberaad, classis, provincie, synode minder kracht en tijd besteden aan .administratieve weAzaamheden, maar meer en meer worden in vollen zin kerkelijke vergaderingen, die in de eerste pilaats zich wijden aan de behartiging van geestelijke belangen, met name ook aan de verbreiding van het Evangehe binnen en biaiten haar gebied. Er valt hier noigl veel te doen. In iedere gemeente behoorde voorts een Co-mmissie gevormd te worden, aan welke deze arbeid speciaal werd opgedragen, die met dezen arbeid direct o-f indirect zich bezig hield, de middelen aanwees. Waarmede, en de wijze aangaf, waarop deze arbeid g; eschieden moet. In enkele centra ware bovendien een dienaar des Woords aan te wijzen, die geheel voor het werk der Evangelisatie leefde, er leiding aan gaf, en ook met de voorbereiding van geschikte mannen werd belast.

In dit rapport wordt weergegeven, wa, t vrijwel de algemeene opinie in onze kerken geworden is.

Het laat zich dan ook voorzien, dat er ter Synodale vergadering niet veel over gediscussieerd zal worden.

Een besluit in den geest van het rapport zal spoedig kunnen genomen.

Maar hoe rustig het zicji waarschijnlijk ook z-al toedragen-, de zaak, waarom het gaat, is er niet minder belangrijk om.

Integendeel.

Zij alleen reeds maakt de Synode belangrijk..

Tragisch.

De Synode der Ned. Herv. Kerk heeft de aanklacht tegen Ds Theesing, den predika, nt van Middelie, die lezingen hield, welke tegen de grondwaarheden van het christendom waren gericht, ongegrond verklaard.

Men had op dè lezingen van 'Ds Theesing wel velerlei aanmerking.. Zelfs de moderne hoogleeraar Knappert verklaarde er pijnlijk door getroffen , te zijn. Anderen hadden zich gestooten aan den toon.

Maar er toe mede te werken, da, t Ds Theesing als predikant wordt losgemaakt, gelijk Pïof. Aalders. van Groningen wilde, ging den meesten te ver.

Veelzeggend heet het in het verslag: „Ten slotte is het woord .aan den president Dr Weyland, die herinnert aan het analoge geval-Bahler, dat in de Synode van 1905 is behandeld. Tóen had een contracta dien predikaht vrijgesproken, nadat hij. had verklaard alsnog, en , beter dan vroeger, zijne belofte te kunnen herhalen. In de Synodus plena werd deze vrijspraak hoogelijk afgekeurd, doch de leden der Synodus contracta hebben destijds niet zonder protest hunnerzijds hun goed recht gehandhaafd”.

Voor - deze redeneering boog de meerderheid het hoofd.

Met 12 stemmen tegen 5 en 2 onthoudingen, ging het voorstel van den voorzitter er door.

Het gebeurde met den „Boeddhist" Bahler werd alzoo als een precedent gesteld, dat voor altoos de deur voor de absolute leervrijheid heeft opengeworpen.

Bovendien werd de motie vaar de classicale vergadering van 's-Gravenhage, waarin de Synode verzocht werd „de noodige stappen te doen, opdat er in onze kerk leertucht kome naar schriftuurlijke beginselen"; met 14 tegen 5 stemmen verworpen.

Van reglementsherziening in deze wilde men niet hooren.

Het meest tragische is echter, dat deze besluiten door een „orthodoxe" Synode zijn genomen en vooral, dat zij in de Herv. Kerk zoo weinig ontroering verwekken.

De rechtsche pers keurt ze af.

Maar overigens blijft het stil.

Er vaart geen rilling door de belijders der waarheid in de Hervormde Kerk.

Het gemoed vlamt niet op in heilige verontwaardiging.

Men laat zich gedwee ringelooren door, ^vat Groen van Prinsterer noemde, bet caesaro-papistisch schepsel van het genootschap met zijn reglementen.

Men delibereert nog, terwijl 'Ket pure heidendom binnen de muren der Herv. Kerk zijn verwoestingen aanricht.

Hoelang nog, Hervormde broeders in Christus, zult gij dezen gruwel gedoogen?

Hoelang nog zult gij toezien, dat in uw eigen kerk de naam van Christus met voeten wordt getreden ?

Wij vragen u niet om te sepa, reeren of te doleeren, als gij maar aan dezen goddeloozen toestand een einde maalct.

En dan spoedig.

Een Gideonsbende vormen is niet genoeg.

Gij moet uitgaan in den Gideonsnacht. Maar zoolang die Gideonsnacht uitblijft, zullen we bedroefd zijn om uwentwil.

Zandvoort ter Synode.

De kerkeraad van Zandvoort zond naar de Generale Synode een bezwaaischrift rakende het besluit der Paxticuliere Synode van Noord-Holland, dit jaar gehouden.

„De Standaard" en andere bladen hebben het in extenso opgenomen.

Voor den inhoud van het bezwaarschrift verwijzen we onze lezers dan ook daarheen.

De Zandvoortsche kwestie is een dubbele: eenerzijds betreft ze het Vrouwenkiesrecht, anderzijds de bevoegdheid der plaatselijke kerk. >

Er zijn voorstanders van (het kerkelijk vrouwenkiesrecht, die oordeelen, dat de wijze, waarop Zandvoort deze zaak heeft aangepakt en vooral de tenaciteit, welke zij daarna tegenover de meerdere vergaderingen aan den dag legde, het belang, waarvoor zij strijden onberekenbare scihiade heeft toegebracht.

De saamkoppeling van beide vraagstukken brengt geen geringe vertroebeling.

Daarom zal men goed doen beide streng van elliander te scheiden.

Over het Vrouwenkiesrecht zijn de inzichten verdeeld.

Maar over de vraag of een plaatselijke kerk het recht heeft, zonder het kerkverband te raadplegen, een gewichtige regeling als die yan het toekennen van het Vrouwenkiesrecht in te voeren en tegen het ladvies der meerdere vergaderingen te handhaven, neemt men in onze kerken 'genoegzame teekening waar.

Door een groote meerderheid wordt dit veroordeeld.

Wijzelf hebben het als een begin van independentisme gequalificeerd.

Door het bezwaarschrift zelf worden wij hierin versterkt.

Ook hierin zet Zandvoort zich tegen het kerk-' verband, in casu de Generale Synode reeds bij voorbaat schrap.

De onafhankelijkheidszin moest nog even schril «n scherp zich uiten.

Immers leest men:

En dat hij zich dus alleea aan uw uitspraak zal kunnen ondervverpien., wanneer het duidelijk blijkt (en dat mag hij toch van u verwachten), dat daardoor gehandhaafd wordt het groote grondbeginsel van ons G-ereformeer'd stelsel van kerkregeering: de vrijheid en de zelfstandigheid der plaatselijke Kerk, om, in gebondenheid aan Gods Woord, de Belijdenisschriften en de Kerfcenordening, voor haar eigen kerkelijk leven zulke regelingten te treffen, die onder Gods zegen tot heil der gemeente Icunnen strekken.

Een stoute verklaring!

Als het Zandvoort niet duidelijk gemaakt wordt, dat de Synode door haar uitspraak de autonomie der plaatselijke kerk recht laat wedervaren, dan „onderwerpt" zij zich daaraan niet.

Wat dan?

Konsekwent genomen plaatst de kerk van Zandvoort zich dan buiten het kerkverband en wordt zij op en top independent.

Waarom toch zulk hoog spel gespeeld?

Waarom zulk een stroeve houding aangenomen.?

Kon het werkelijk niet w, at soepeler?

Natuurlijk gaat een Synode voor dreigementen niet uit den weg.

Dat Zandvoort geheel op zichzelf zal gaan staan, is vooralsnog moeilijk aan te nemen.

Het einde zal dan ook wel zijn, dat Zandvoort bij draalt.

Maar het onaangename daarin had zij zich kunnen besparen door op lager toon in te zetten.

Uit haar verklaring blijkt ook zonneklaar, waar haar de schoen wringt.

Zij spreekt over het groote grondbeginsel , va-n ons Gereformeerd stelsel van kerkregeering: de vrijheid en zelfstandighei d d er p 1 a a. t s e 1 ij kekerk.

Zoo hebben Voetius en Rutgers het echter nooit geleerd.

Voor hen was de autonomie der plaatselijke kerk niet het groote grondbeginsel, maar een der groote grondbeginselen van ons Gereformeerd kerkrecht.

De noodzakelijkheid van het kerkverband was het andere.

De eenzijdigheid van de Zandvoortsche opvatting komt zoo in helder licht te staan.

Maar nog een ander woord teekent die opvatting.

N.l. het woord: „onderwerpen”.

Dat hoort in ons Gereformeerd kerkrecht niet thuis.

De Synode is geen hooger bestuurslichaam, dat de scepter zwaait over onze kerken en waaraan alle zich 't zij oprecht, 't zij geveinsdelijk hebben te onderwerpen.

In die uitdrukking „onderwerpen" zit een gedachte omtrent het Kerkverband, die aan het Gereformeerde kerkrecht ten eenenmale vreemd is.

In de meerdere vergaderingen komen de zelfstandige kerken vrijwillig samen en zij leggen van •te voren de belofte af, dalt zij h'aar afgevaardigden volmacht geven mede besluiten te nemen, mits in gebondenheid aan Gods Woord naar Gereformeerde belijdenis.

De besluiten, daar genomen door de kerken, zijn dan geldig voor die kerken.

Mocht een kerk een opinie hebben, die afwijkt van het besluit, dan „conformeert" zij zich vrijwillig naar de andere.

Dat kan in het samenleven niet anders.

Samenleven onderstelt een onophoudelijk zich voegen, zich schikken, zich conformeeren aan elkander.

Maar dat is heel iets anders dan zich „onderwerpen”.

In één geval is dat zich „conformeeren" ongeoorloofd: als een besluit zou ingaan tegeii een van Gods ordinantiën.

Maar dan heeft zoo'n ' kerk dat ook uit Gods Woord te bewijzen.

Als straks )de Synode een besluit neemt en Zandvoort kan er zich niet mee vereenigen, dan moet niet de Synode het Zandvoort duidelijk maken, dat het in overeenstemming is met Gods ordinantiën.

— natuurlijk zal de Synode voor haar besluit wel gronden aanvoeren, maar hiet aan een • bepaalde kerk duidelijk maken is nog iets anders —, doch dan rust de bewijslast op Zandvoort.

Zandvoort moet dan aantoonen, dat de Synode tegen Gods ordinantiën in zake het kerkelijke leven inging.

Men mag d& rollen, niet omkeeren.

Het eenzijdige standpunt van d'aartoe wei-Zandvoort leidt

Maar van anderen kant 'dient daartegen dan o©.k te ernstiger gewaakt..'

Intussohen hopen we, diat dez.e z; aak een kalm verloop hebbe.

De Heilige Geest begiftigede Synode ook in deze met wijsheid' en voorzichtigiheid.

De Rapporten op de Particuliere Synode van Overijsse.

De vergadering heeft na praesadvies der resp. sectie., waarin des morgens de verschallende rapporten waren besproken, de volgende-uitspraken gedaan over de ^ in^ gemelde rapporten behandelde zaken. a. Rapport Art. 13.

De Synode betuigt hare volle instemming met het voorstel-Dr Dijk.

b. Liturgie-rapport.

Belijdenisvragen.: cf. conclusie' rappjoirt (in de verdere gevallen waarin de Syaodie zicili uitsp'rafc voor aanneming, van voorgestelde eonclusiën, is dit niet meer vermeld.)"'

Orde der Liturgie-.

Morgendienst.

Tegen de invoering van punt 5: : Belijdenis van zonden; eveneens tegen punt 6, : Verkondiging van de vergeving der zonden en tegen punt 8: Collecte. Liturgische geschriften.

Christelijke gebeden: ïegpn < ë.e wijziging van , alin©a. 7 van het gebed yooa: Formulieren.

Kinderd, oop.

Voor handhaving der uitdrukking in de, derde 'doopvraag: „u voorneemt".

Over ie wenschelijkheid van een wederwoord na het antwoord der ouders spreekt de Synode zich niet uit, hoewel zij erkent dal de ^formule, die voorgesteld wordt, haar goed toeschijnt.

Verkort Avondmaalsformulier.

De Synode spreekt zich uit tegen invoering van dit formulier, daar de verkorting niet beteekeneixd is.

Bevestiging Dienaren 'des Woords. In het da.nkgebed ware te lezen voor „deugden" het woord: „godzaligheid”.

Bevestiging ouderlingen en diakenen.

Over de disputabele exegetische tjuaestie, of onder „voorstanders" inderdaad zijn bedoeld 'de ouderlingen, acht de Synode het juister, dat het formulier zich niet uitspreke.

Hrrwelijksformulier.

In de aanspraak tot de bruid ware de oude formuleering i.z. de onderdanigheid der vrouw aan den man te handhaven.

Niet aanbevelenswaard is de invoeging van Ps 128, na het dankgebed.

Gezangen.

De Synode acht het niet wenschelijk, dat overgegaan wordt tot herziening van den bestaanden bundel gezangen; hoewel zij erkent, dat uitbreiding niet onschriftuurlijk is, acht zij echter deze zaak te weinig uit het leven der kerken opkomend, om — misschien ten koste van scheuring en twist — deze zaak door te zetten.

c. Legerpredikanten.

De Synode sluit zich aan bij de conclusies, en geeft de Generale Synode' in overweging te beslui ten, dat een D'. d. W. die een benoeming als leger' predikant .aanvaardt, geacht wordt te zijn overgegaan tot een anderen staat des levens.

d. Leerboek.

De Synode oordeelt, dat de vraagmethode-'niet behoort te worden losgelaten, en dat de theologische volgorde haar instemming heeft.

e. Echtscheiding.

De Synode spreekt hare instemming uit met-de tweede conclusie va.n Prof. Ridderbos.

f. Evangelisatie.

De wijze van evangelisatie worde overgelaten aan. de plaatselijke kerken. Zonder zich uit te spreken over 'de quaestie: , ambt der geloovigen of geïnstitueerde ambten, meent de Synode toch, dat de kerkeraden in elk geval leiding hebben te geven.

De kerken mogen zich aan evangelisatie niet onttrekken.

Het instituut van Legerpredikanten en zijn arbeid in ons Leger.

III

Gelijk reeds gezegd: onze samenkomsten worden, gehouden onder diensttijd en dat om vele redenen!. Na diensttijd zouden zelfs velen wegblijven, . die er; anders wel van houden, maar er niet voor, dun-en, uitkomen. Daarom worden de Bijbellezingen, .iia den. rusttijd gehouden, zoo verbazend slecht bezo, cht; . Men moet niet gelooven, dat alle Geref. .jongens; : 'daar komen! Was 't maar zoo; de ervaring is te' dien opzichte allertreurigst. , , 0m der zwakken wille'-' zeg ik vaak, moeten onze bij eenkomsten, onder 'diensttijd gehouden worden. Hij, die er niet. tegea kan, dat men hem een fijne noemt, moet kunnea zeggen: , , ^iou ik ga toch liever een uurtje onder 't gehoor van - den dominé zitten, dan exeercee^ ren!" „Daar heb je gelijk in", zegt de onverschillige, „kom ik ga ook mee!" Zie na diensttijd zonhet 10e deel niet komen en zelfs velen van. christelijken, , ja 'Gereformeerden huize wegblijven. En dat zou daarom te betreuren zijn, omdat, weer de ervaring ons geleerd heeft: zoo onder beademing van het Woord te komen, dat legt beslage op hart en geweten. Dat. houdt terug van afdwalen, en doet dikwijls iemand van het reeds ingeslagen heilloos; spoor terugkeeren.

Het geeft een totalen indruk; er wordtiover „nageboomd" en brengt zoo op de kamers • onderwerpen van gesprekken, die zegen kunnen; .aanbrengen. Wie in de praktijk, of van nabij daarmee bekend is, , 'die zegt: dat toespreken onder diensttijd metterdaad een zegen is te achten.. „Dat. ra.oeten wij niet meer loslaten", zei nog dezer dagen een sergeant-majoor van Geref. belijdenis; tot, mij. Alleen, officieren, die te ver boven den.troep staan en 't wel eens lastig vinden, 'dat zij • hun; dienst moeten, onderbreken voor een „dominé'-', . die beweren wel eens: , , 't kon even goed. nia diensttijd.. L.aten de onverschilligen dan wTeghlijven-.!" Wat een rede-neering; immers al de arbeicll onder de militairen zou met lamheid geslagen worden, als men het gros aan zichzelven overliet, . Dat. is het wat m. 1. te veel uit het oog verloxea, wordt. Als - de niet-kerkelijken heelemaal buiten bewerking, buiten; aanraking van het Woord blijven, dan. zal geen enkele fce-rkelijke bearbeiding kunnen bestaan. Door die massa (want het is de groote> meerderheid, die to-t geen kerk behoort), z, al direet vecstikt, verstoord, , uitgebannen en onmogelijk gemaakt worden elke arbeid onder hen, die." dan, fiog , ., kerkelijk" genoemd kunnen worden.

Juist zooals nu ons werk is. eui wordt gedaan, krijgen de kerken de gelegenljjfiid! nui nog bijzonder aan hun leden te arbeiden.

Maar als eens doorging wat, , zooals; ik gelezen heb ad 2e van het advies, van, Deputaten aan de-'Geref. Kerken geschreven werd in hun Rapport, , dan weet ik zeker, dat elk.e-ivader e kerke 1 ijk6' bearbeiding onaa.ogelij^k z.al blijken!' Zelfs de meest welwillende houding der Regeeriag zou hier niet kunnen, baten.

Maar door hetgeen, de legerpredikanten n u doe.n, zooals zij 't doen, wordt de-dear geopend en kun-nen de kerken hma meer amhtelijken arbeid verrichten.

De arbeid van de legerpxedikanten maakt hpt dea kerken mogelijk en onderstewnt hnn werk; zal oorzaak zijn, dat niet direct elke kerkelijke bearbeiding worde ujtgewisdht.

Als ooit bepaald m.odht worden wat ad. 2. in dat Rapport staat, dan kan niet alleen het werk der legerpredikanten, ophouden, maar ook el; ke kerkelijke arbeid. Dan zal men het leger aans zichzelven moeten overlaten en ook onze Geref. jongens er aan wagen. Wie durft die zware verantwoording op zieh te nemen? Niet deskundigen kunnen op de studeerkamer of in vergaderingen mooie theorieën verkondigen en daarop voorstellen bouwen, de praktijk zal al die plannen als onuitvoerbaar ter zijde schuiven. En dan heeft men niets! Is eenma, al wat wij nu hebben weg, dan kan men er zeker van zijn: Zelfs d : a t krijgt men niet terug, waar men zelf aangedrongen heeft om het weg te doen!

Laat men toch voorzichtig zijn en eerst terdege onderzoeken: is wat wij wenschen, praktisch uitvoerbaar? Zoo neen, dan niet verworpen wat men heeft, al zou men 't graag iets anders hebben,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1923

De Reformatie | 4 Pagina's

EvanBellsatie-rapport.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1923

De Reformatie | 4 Pagina's