GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ÜIT DE SCHRIFT.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ÜIT DE SCHRIFT.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daarom offert hij aau zijn garen, en rookt aan zijn net; want door deze is zijn deel vet geworden, en zijn spijze smoutig. Habakuk 1: IC.

Offers aan het garen.

Ook aan het garen kan geofferd worden. Ook voor het net Igan het altaar rooken. Habakuk heeft in zijn dagen dien rook zien opstijgen ten hemel, én de vlam van het offer heeft hem versohrikt. Hij klaagt er over tol zijn God, wanneer hij Hem smeekt, om aan de ijxehzucht van den menschenvisscher paal en perk te stellen.

Die menschenvisscher is de offeraar.

Hij rookt aan het garen, waarmee hij de menschen vangt en de volkeren "tot ziqh sleept, want door dat net is zijn deel groot en m-achtig. D'oor dat net is zijn spijze smoutig en overvloedig. Door dat net is hij in eer en rijkdom toegenomen, en wat is het net, waarmede Babel de natiën optrekt? Vragen we dat nog? We kennen toch de volk'erenvisschers wel. Hun net is hun kracht en wapengeweld. Hun net zijn hun legioenen en strijdrossen. Hun net is hun militaire kundigheid en onweerstaanbre dapperheid, en... ja, die kracht houden zij, zooals vs 11 zegt, voor hun god. Daaxaan schrijven zij de overwinning .toe. Daaraan danken zij hun" grootheid, en wanneer weer een vischvangst beëindigd en het net leeg gemaakt is, aanbidden zij het genie hunner veldheeren, den moed der krijgers, de steiMe der wapenen, en de geestdrift van hun volk. Zoo offeren zij aan hun . gaxen, en rooken aan hun net.

Maar God in den hemel vergeten zij.

Is dit niet het groote Babel, dat ik gebouwdJ heb ?

Dat offer is den profeet des Heeren een gruwel. Dat de menschenvisscher offert stuit hem reeds tegen de borst.

Maar dat hij zijn garen bewierookt is veel erger, en daarom klaagt hij over die gruwelij[ke zonde tegen God. Want zeker, hij erkent, dat Babel door den Heere ggzonden is. Tot een oordeel hebt Gij hem gesteld, en o Rots! om te straffen, hebt Gij hejn gegrondvest (vs 12). De Chaldeër is de roede in Gods' hand om Juda te tuchtigen, en hij moet 's Heeren raad dienen. Maar dat alles heft de verantwoordelijkheid van den volkere'nvisscher niet op. Ook.hierin zijn de voor ons besef niet, maar in de werkelijldieid Gods wel harmoniëerende lijnen van Gods raad en onze vrijheid, van Zijn bestel en onze schuld, en al is Babel een instrument Gods, hij blijft verantwoordelijk voor zijn daden. En die zijn door en door goddeloos. Niet alleen handelt hij in zijn menschenvangst onrechtvaardig, maar zijn offer, het brutale offer aan zijn net, is zoo zondig, en de proleet des Heeren roept uit: wsi. ar om zoudt G ij z w ij g e n ? (vs 13).

In dat bidden spreekt de liefde tot Gods eer. Hier smeekt een haxt, dat gloeit van ijver.

Dien ijver vraagt God van ons.

Ook wij zullen toornen tegen het zondige offer aan het garen.

Maar niet alleen tegen het offer, dat de , volkerenvisschers brengen.

Ook tegen het altaar, dat wij zelf oprichten, want wij doen ook aan dit rooken mede. Als het ons in onze zaken goed gaat, wrijven wij , oins vergenoegd de handen, en zeggen: het was toch maai een uitnemende gedachte, dat ik deze reclame gebruikte en dat middel aanwendde, en.... dan offeren wij . zoo licht aan ons garen en rooken aan ons net. Wanneer de akker veel vrucht draagt, en de velden rijken oogst afwerpen, wensohen wij ons geluk met de keuze van dit zaad, en deze wijze van bemesting, met ons goed inzicht en noesten arbeid, en dan offeren wij zoo licht aan ons garen, en rooken aan ons net. Of wanneer onze actie in Gods koninkrijk veel tot stand brengt, prijzen wij onszelf om dat comité, dat wijl stichtten, of die vereeniging, welke we oprichtten, en... dan offeren wij zoo licht aan ons garen en rooken aan ons net. Of no^-, anders, wanneer God werkeloosheid geeft, of• 'slapte in zalkén, klagen wij direkt: nu sta ik broodeloos, en... ook dan offert ge aan uw garen en rookt a, an uw net.

Aan dit verkeerde offer staan wij allen schuldig. De zonde van .zelfverheerlijking ligt aan de deur van ons haxt.

Klaagt dan over dat zondige offer. Maax klagtgl eerst uzelf aan.,

Belijdt uw zonde van hoogmoed, en smeekt den Heere, dat Hij door Zijn Geest de vlalsahe altaren verbrijzele, en u leere te brengen het offer, dat Hem welbehagelijk is. Want tegenover de menschenvisschers, die zichzelf bewierooken; tegenover de wereld, die het ereafuur aanbidt; tegenover den antichrist, die zichzelf als god verheft, heeft Gods volk te doen rooken het altaar des Heeren, en te doen vlammen Zijn offer.

Wat dat offer is?

Gods offers zijn een verbroken en verslagen haxt.

Dat offer zal het toch winnen.

Want wij zullen ons offer. niet sterven, juist in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

ÜIT DE SCHRIFT.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's