GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onder den drang der bezuiniging.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onder den drang der bezuiniging.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nieuwe onderwijsplannen.

II

Tegen-de regeeringsvoorstellen zijn nog meer bezwaren in te brengen.

Niet alleen wordt door de ingediende regeling de waarborgsom in gevaar gebracht, doch ook èen ongelijkheid geschapen tusscheil het openbaar en bijzonder onderwijs. Immers volgt uit het wetsontwerp, dat in het vervolg. de gemeente niet verplicht is iets te betalen voor het zevende leerjaar van een bijzondere-scliool. Zij heeft n.l. èn voor de vergoeding der exploitatiekosten (art. 101) èn voor de vergoeding va-ir boventallige onderwijzers (art. 100) te rekenen met den maatstaf van art. 28, d.i. alleen met de leerplichtige kinderen, en krachtens dien' regel 'kan de bijzondere school voor he! zevende leerjaar, dat uit niet-leerplichtige kinderen bestaat, niets vorderen, ., .. Wel , is de gemeente vrij, het zevende leerjaar •vaai, - 'haar eigen openbare scholen te bekostigen, en zoo ontstaat er een tweeheid', die iii strijd is t met de• grondwet. Zelfs wordt do toestand zoo, dat voor zulk een boven-tallig leerja-ar geen subsidie wordt ontvangen, ma-ar de schoolgelden wel moeten afgedragen worden aan de gemeente. Deze onbillijkheid is - te groot, dan /dat zij terwille van de bezuiniging zou kunnen geduld worden. Er is ook nog zoo iets als de pacificatie, en die mag niet in het gedrang komen.

De andere gravamina noem ik' slechts even.

In de eerste plaats ka, n de vraag worden gesteld, wat onder „leerplichtige kinderen" moet verstaan worden. Vallen ook' zes-jarige leerlingen hieronder, als zij als leerlingen zijn ingeschreven, of wordS slechts, krachtens de leerplichtwet-gerekend me! kinderen van 7 jaar en ouder? Voorts is het aan groeten twijfel onderhevig of de datum in art. Vil „daarbij buiten aanmerking blijven de onderwijzers, die te rekenen van 16 September 192-1 aan scholen voor gewoon lager onderwijs irt dienst treden, boven het aantal, gesteld in artikel' 28 dier wet, zooals dat artikel tot en met het jaar 1929 wordt gelezen", niet belemmerend werkt voor dé bezuiniging. Vooi dien datum ktinnen nog heel wat extra.-o-ndervvijzers worden aangesteld, ' die later weer moeten „afvloeien". En eindelijk is het niet gewenscht om, zooala het voorgestel-de derde lid van art. 3 der leerplichtwet weer wil: „met dien verstan-de, dat in het laatste geval de verplichting niet eindigt, voordat 'het kind den twaalfjarigen' leeftijd bereikt en de klasse, waarin het bij het bereiken, van dien leeftijd geplaatst was, doorloopen he^ft", een ongelijke toepassing van dè leerpHohtwet'te veroorzaken voor zes-klassige scholen en scholen met meer dan zfes leerjaren.

Dit alles geldt slechts enkele detailpunten.

Onderdeelen, die niet van belang-ontbloot zijn, die toch op den achtergrond moeten wgken vpoï de 'hooi-dzaken, welke in het geding zijn. Het gaal n.l. ook bij deze partiëele wijziging om de hoofdlijnen, die in de onderwijswetgeving gevolgd worden, en wa.arfegen onzerzij-ds meer dan eens e^ustig bezwaar is gemaiak't. Ook nu is het 'wéer'Gebleken, dat de geheele schoolwet mank"g£a.t aan het groote euvel van te ver gedreven centralisatie, en te sterke gebondenheid van het ondef\vijs aan de regeering. Wat den toon aangeeft is de eenvormigheid, en het kan niet anders, of deze uniformiteit van bovenaf opgelegd, moet leiden tot beperking van de vrijheid in eigen kring. Door specialiteiten op onderwijsgebied is op dit gevaar met ernst gewezen, en we hebben bij het nieuwe K. B. weer eens heel sterk gevoeld in welke 'sfeer wij met onze „•vrije scholen" leven.

Er moet - daarom verandering komen.

Niet gedeeltelijk maar principieel.

Niet op een enkel punt, maar een a.ndere fcóëfs moet gevolgd, en die koers is geruimen tijd geleden in enkele hoofdartikelen in „De Standaard" in den breede toegelicht. Met de doodende eenvormigheid dient gebroken te worden, en de methode tvan subsidiëering eischt verandering. Deze wijziging kan ook de bezuiniging in de hand werken, en dit resultaat hebben, dat eenerzij-ds het pad der overtollige royaliteit verlaten, en aan den anderen kant aan de vrijheid der school alle recht gedaan wordt.

Welke weg moet dan ingeslagen? Naar het oordeel van bevoegden deze, dat bij de wet niet anders wordt vastgesteld dan een algemeen e minimuiri leeft ij d van toelating voor alle scholen van b.v. 5 of 5V2 jaar, en het voorts aan de gemeente-en schoolbesturen wordt vrijgelaten den t o e 1 a t i n g s 1 e e f t ij d voor 'hun scholen vast te stellen. Het rijk vergoedt dan a 11 e e n d e s a 1 a r i s s e n - der verplichte o n-derwijzers, die aan deze zesklassige scholen verb o nd en zijn, ter wij 1 vo or di t aantal gerekend moet worden met alle leerlingen van de bedoelde zes leerjaren.

Dit zij de grondregel.

Wil dus een gemeente-of schoolbestuur een zevende leerjaar of meerdere leerjaren, dan komen de kosten voor hun rekening; het rijk betaalt alleen voor zes jaren, hetzij die jaren vajlen tusschen de 6 en 12, of 7-en 13 jaar, en wat daarbo-ven ^ uitgaat moet door de besturen zelf gedragen worden. Echter onder één beding. • Het zou mogelijk! zijn, dat een gemeentebestuur uit de publieke kas een zevende leerjaar bekostigt, en een schoolvereeniging zelve voor haar eigen hoogere leerjaar moet zorgen. Deze onbillijkheid mag niet voorkomen. Wanneer een gemeentebestuur meerdere uitgaven doet, is het verplicht eenzelfde vergoeding te geven-voor de bijzondere school, opdat niet de oude ongelijkheid terug'keere. Weigert echter de, gemeentelij-ko overheid een zevende leerjaar 'voor de openbare scholen te bekostigen, dan moeten de ouders, die het bijzonder onderwijs en in dat onderwijs een hooger leerjaar dan het zesde begeeren, zulks zelf betalen. Het spreekt wel vanzelf, dat, voor do m.u.1.0.-scholen in , den zin der wet van 1878 bijzondere maatregelen getroffen, moeten worden.

Deze weg^_, i§j; _p.i., ., uitnemend: er dan de fchïUis gevolgde.

Hij heeft dit voor, dat de verscheidenheid to! haar recht komt.

Met plaatselijke omstandigheden, met de bijzondere behoeften van, een bepaalde streek, met do eigenaardige levenseischen voor iedere school kan gerekend worden, en de individualiteit wordt, niet langer gedrukt terwille van de gemeenschap. W, ai toch is het geval? In sommige gedeelten van on^i land moet zeer sterk rekening gehouden worden meS de arbeidswet. In industriestrekén b.v. gaan de kinderen, wanneer ze de school verlaten, naar de fabriek, en daar moet dus verband bestaan tusschen het eind van den schoolleeftijd en de bepaling van de arbeidswet. Deze zegt in art. 9, dat pas op dertienjarigen leeftijd arbeid in : de fabrieken etc. etc. verricht mag worden, en in zulko plaatsen is het dus gewenscht den schoolleeftijd te stellen tusschen 7 en 13 jaar, opdat de jongens niet een jaar doelloos en werkeloos rondloopen.

Elders staan de zaken anders.

De land-, en tuinbouw vallen niet onder dat artikel van de arbeidswet. In de streken, waar die beoefend worden, heeft men dus met dezen regel niet te rekenen, en kan de leeftijdsgrens zijn , 6 en 12 jaar. Zoo is er in het leven verscheidenheid, en - daarmede heeft ook de schoolwet in overeenstemming te zijn. Zij bin-de niet het geheele land aa, n één gebod, maar geve, vrijheid om te handelen, naar gelang de plaatselijke omstandigheden zulki^ eischen. xllleen zoo, wordt het groote euvel der eenvormigheid voorkomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Onder den drang der bezuiniging.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1924

De Reformatie | 8 Pagina's