GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Karakter van het Indische Onderwijs.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Karakter van het Indische Onderwijs.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Karakter van het Indiscbe Onderwijs. De huidige geestesgesteldheid der Indische bevolking wijst duidelijk aan, in welke richting zich de volksopvoeding heeft bewogen. De volle kracht is aangewend om den economisohen levensvorm tot ontwikkeling te brengen, met verwaarloozing van de beide andere levensvormen, die voor de volksontwikkeling de hoogste waarde hebben: het religieuse en het sociale leven.

Heel het onderwijs, zooals het door de Regeering voor de Indische volken is opgezet, bedoelt het aanbrengen van technische kennis en vaardigheden. De leerstof in de scholen, zoo-wel de Inlandsche en Hollandsche lagere scholen als Muloscholen en Middelbare scholen, is er op ingericht de jeugdl toe te rusten voor het economische leven, om den economisch en mensch te vormen. In de toepassing van dit beginsel heeft de Regeering met veronachtzaming van de geestelijke levenswaarden, die die het Chr. volksleven karakteriseeren, in Indië gebra.cht technische beschaving.

Voor het versta, an van den tegenwoordigen toestand kan de strukturpsychologie van E. Spranger in zijn boek „Lebensformen" en vooral ook het werk van Erich Stem, die Sprangers theorie paedagogisch verwertet heeft, van dienst zijn. Spranger onderscheidt verschillende vormen, waarin het menschelijk leven tot uiting kan komen: de theoretische, de economische, de .aesthetische, de sociale, de politieke en de religieuse levensvorm. VOOT ons doel zijn van belang de economische, de sociale en de religieuse levensvorm.

Voor den e c o n o m i s c h e n mensch is zelfhandhaving het voornaamste in dit leven. Het verwerven van goederen, kennis, vaardigheden, macht, dient dezen mensch, om hèm een goede, plaats te midden van de andere menschen te bezorgen. Alles wordt voor hem middel tot instandhouding en veraangenaming van zijn leven en in alle dingen stelt hij de nuttigheidswaarde voorop. Ook het weten is op dit doel gericht; slechts de kennis die nut voor zijn eigen leven brengt, wordt door hem gezocht, daarom behoort heel de techniek tot het terrein, waar hij zich bij uitstek thuis voelt. Het egoisme wordt de sterkst sprekende karaktertrek van zijn leven.

De sociale mensch vertoont een geheel ander type, tegenovergesteld aan dat van den economischen mensch. De sociale mensch geeft zich aan de gemeenschap, richt zijn handelingen op-het welzijn van anderen met verwaarloozing dikwijls van

eigen belangen. Hij vindt bevrediging in de vervulling van de wet der naastenliefde. In zijn leven is de liefde de heerschende factor, die hier nu eens niet blind is, maar helderziende maakt in het verstaan van anderer nooden en die mede doet lijden in anderer leed. De sociale mensch tracht zijn roeping te vervullen tegenover zijn naaste, in het gezin, in de samenleving, in de kerk en in den staat. De r e 1 i g i e u s e mensch zoekt eerst het Koninkrijk Gods in eigen hart en in de wereld buiten hem. Met zijn geloof reikt hij over alle kennis en wetenschap heen tot het goddelijke, tot den eindelijken zin der gansche schepping. Hij is een zoeker naar de goddelijke waarheid en vindt slechts rust, wanneer hij door die waarheid zijn ziel verlost weet en weer in gemeenschap gebracht met God.

Het opgroeiend geslacht in Holland vindt in de onderscheidene opvoedingsgemeenBchappen als gezin, kerk, school, vereeniging ruimschoots gelegenheid om de drie genoemde levensvormen, de economische, de sociale, en de religieuse, tot ontwikkeling te brengen.

De school leidt in hoofdzaak op' voor het economische leven door het aanbrengen van technische kennis en vaardigheden. De voornaamste taak van de school in Holland is de vorming van het kind voor zijn toekomstig beroep.

In het gezin, de elementaire vorm van de maatschappij, ontvangt het kind de opvoeding voor het sociale en het religieuse leven. Hier leert het kind zich te geven aan ouders, broers, zusters, familie en kennissen en voor hen te werken, waar de liefde dit gebiedt. In het gezin ook vindt het godsdienstige leven zijn eenvoudigste en na, tuurlijkste uitoefening. Op vaders knie of moeders schoot leert het kind reeds vroeg zijn hemelschen Vader kennen. De kerk is de gemeenschap voor de voeding van het religieuse leven, doch brengt door haar werken van barmhartigheid het kind ook in aanraking met de plichten van den mensch voor het sociale leven.

In al deze opvoedingsgemeenschappen kan het volle kinderleven tot harmonische ontwikkeling komen. Wat de eene niet geven kan, wordt door de andere aangevuld.

In hidië is de toestand geheel anders. Van een eigenlijk gezinsleven, de grootste opvoedingsge'meenschap, kan men nauwelijks spreken; het is tenminste niet doelbewust gericht op de opvoeding der kinderen. De opvoedende krachten als orde en regelmaat, strenge zede, gehoorzaamheid en vertrouwelijkheid kunnen moeilijk als eigenschappen van het Indische familieleven erkend worden. De kerkelijke en Chr. sociale arbeid, die zoo krachtig kan medewerken tot de religieuse en de sociale opvoeding, bereikt de Indische jeugd nog bijna niet. Jeugdvereenigingen, nog slechts hier en daar opgericht, dragen, door gebrek aan bezadigde leiders, nog weinig vrucht voor de volksopvoeding. Het grootste deel van de jeugd in Indië ontvangt slechts de opvoeding door middel van de school en vertoonde deze nu maar een eigen karakter op de Indische behoeften gericht, doch de [ndische school is een getrouwe copie van de school in Holland en evenals deze ingesteld op de ontwikkeling van den economischen levensvorm. De openbare lagere scholen en Muloscholen beperken zich tot het aanbrengen van technische kundigheden en vaardigheden. Voor het voortgezet onderwijs werden door de Regeering allereerst opgericht naast de vier H. B. S.-en, technische middelbare scholen te Soerabaja, Batavia, Djokja en Bandoeng; voor het hooger onderwijs een technische hoogeschool te Bandoeng. Toen de Indische Algemeene Middelbare School werd opgericht, die een Indisch karakter zou dragen, werd de A. M. S. te Djokja geopend, die genoemd wordt de wis-en natuurkundige afdeeling der A. M. S., dus ook weer technisch georiënteerd.

Angstvallig werd er evenals in Holland voor gewaakt, dat het groote levensgebied van h(jt religieuse, zedelijke en sociale leven niet werd aangeroerd. En dit is juist de fatale fout, die het neutrale onderwijs aan de Oostersche ziel begaat, want deze gaat naar het geestelijke uit en zij vat veel meer dan wij de wereld der dingen op als symbool van het ongeziene en meer dan wij leeft. zij daarin: , Het openbaar onderwijs, dat zuiver technisch van aard is, verplaatst voor hét opgroeiend geslacht in Indië het doel des levens. De verwoesting door deze eenzijdige opvoeding in Indië aangebracht, is ontzettend. Zij verstikt het godsdienstig besef, en even doodend als ze gewerkt heeft op een deel van de Nederlandsche jeugd, werkt ze nu op de Javaansche jonge menschen. Neen, sterker nog, want men vergete niet, dat, terwijl het Nederlandsche volk in den bloeitijd van het openbaar onderwijs nog behoudende krachten bezat in gezin en kerk, de Mohammedaansche jonge menschen geen enkel tegenwicht hebben, want de Moh. godsdienst is niet voor het kind.

De vruchten van deze eenzijdig economiscihe, irreligieuse en weinig sociale opvoeding worden dan ook reeds openbaar in velerlei verschijnselen. Allereerst in den zegetocht van het Communisme, dat in de Indische maatschappij een wel toeberei­ den voedingsbodem vindt. De leiders van de nu zoo verbreide commmiistische beweging in Sarekat Rajat e.a. verloren mede door dit openbaar onderwijs, wat nog uit kracht der traditie in het volksleven aan Hindoe-en Islamreligie en zedeleer was overgebleven. En nu ze los staan van de historie, los van eiken band aan den godsdienst, vallen ze ten prooi aan de uit Rusland binnenstroomenda nieuwe leer. Het Russische communisme, predikend een technischen staatsvorm zonder zedelijken grondslag, vindt den voorbereidenden arbeid reeds verricht door het technische neutrale onderwijs.

In het godsdienstig leven treedt steeds grootere onverschilligheid aan den dag onder hen, die de neutrale opvoeding ontvingen. Wanneer men dan ook tegenwoordig met een jong-Javaan uit Mohammedaansch milieu een gesprek over het godsdienstig leven begint, komt hij al spoedig met de bewering, dat alle godsdiensten gelijk en goed zijn. Hij bepaalt zijn plaats gaarne ergens in een driehoek, met aan elk der hoekpunten resp. den Islam, het Christendom en het Boeddhisme of de theosophie. Waar hij het dichtstbij staat, kan hij moeilijk zeggen, en dat is ook begrijpelijk, want bij verdere kennismaking blijkt maair al te dikwijls, dat het onderwijs alle religieus besef heeft afgestompt en dat hem eigenlijk een plaats buiten den driehoek toekomt.

Om dit met een concreet voorbeeld duidelijk te maken kan ik wijzen op de ervaring, die we op de Solosche Kweekschool gehad hebben met leerlingen, die van openbare scholen kwamen. De vijfjarige omgang met de jongelui heeft ons geleerd, dat de niet-christenen van Chr. scholen over 't algemeen beter christenen zijn dan de christen-leerlingen, die de openbare school hadden doodoopen. Dit paradoxale, gegeven \verd voor ons dan o-ok de maatstaf bij de beoordeeling van toelating tot de Kweekschool, zoodat nu niet-cfir. leerlingen van Chr. scholen afkomstig, de voorkeur hebben boven chr. leerlingen van openbare scholen.

Doch niet alleen is onder het opgroeiend geslacht groote verwoesting aangebracht in het godsdienstig en zedelijk leven, ook het sociale leven verkeert naar vorm en inhoud in droevigen toestand. Over den elementairen vorm van het sociale leven, het gezinsleven sprak ik reeds. En met den inhoud d.i. de arbeid in en Voor de gemeenschap is het eveneens treurig gesteld. Men kent wel den arbeid, zeer zeker — de Javaan is niet lui — doch die eenzijdige ontwikkeling van den economischen levensvorm heeft een, gansch verkeerd begrip van den arbeid in het jeugdige volksleven binnengedragen. Den jongen Javaan is slechts geleerd, hoe hij de verworven kennis, , 'en vaardigheden ten eigen nutte kan .gebruiken'jen, de talrijke pogingen, die , ook wel door het intellectueele deel des volks worden aangewend om iets voor het gemeenschapsleven te doen, zooals onderwijsvoorziening, verzorging van zieken en armen én ouden van dagen, het vereenigingsleven en zoo meer, lijden telkens weer schipbreuk op dezelfde klip: de verwaarloozing van dit sociale en religieuse element in de volksopvoeding.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Karakter van het Indische Onderwijs.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's