GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE HEILIGE SCHRIFT EN DE BEGINSELEN DER WETENSCHAP.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE HEILIGE SCHRIFT EN DE BEGINSELEN DER WETENSCHAP.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Er behoort voeling te zijn tusschen ons Gereformeerde volk en onze wetenschap. Ons volk heeft getoond te waardeeren. Zün belangstelling kan het best worden aangemoedigd niet zoozeer door populariseering der wetenschap, als wel door bij wederzijdsche ontmoeting over de beginselen te handelen. Immers is de geloovige wetenschap gebouwd " . op het geloovige weten.

Welke beteekenis heeft nu de Heilige Schrift voor de wetenschap.

Onder hen, die eerbied hebben voor de Schrift — en da.a.rmee heb ik niet alleen het oog op onze Gereformeerden — worden twee tegenovergestelde stroomingen waargpnomen.

De eerste wó'rdt wel eens aldus gekarakteriseerd: zij beschouwen de Schrift als een wetenschappelijk handboek, een handboek voor natuurkunde, voor privaatrecht en dergelijke.-

Hierdoor wordt die strooming misschien wel meer gekarikaturiseerd dan gekarakteriseerd.

Want zulk een stoute steUing neemt, voorzoover wij weten, niemand — ook de meest eenvoudige niet — voor zijn rekening.

Maar wel leeft er een zekere opvatting, dat men uit de gedachten der Schrift een wetenschappelijk systeem kan opbouwen.

Het systeem is volgens de verkondigers van die opvatting wel niet ka.nt en kkiar gegeven.

Maar men kan er door deduktie, door afleiding uit de Schrift en de Schrift alleen toe komen.

In de Schrift vindt men dan de eerste beginselen.

Doch uit die beginselen kan men konklusies trekken, die weer tot verdere konklusies worden verwerkt.

En door konklusie op konklusie te stapelen, konstrueeit men dan een heel wetenschappelijk stelsel.

Die gedachte wordt niet alleen door sommigen in onze kringen gehuldigd.

Ook de Middeleeuwsche Scholastiek stond haax met eenige wijziging voor.

Behalve aan de Schrift en aan de Kerkvadersl ontleende zij. haaj beginselen aan de Platonische of Aristotelische filosofie.

Daarop paste zij hoofdzakelijk de methode der deduktie, der alfeiding toe.

Zij maakte uit die beginselen gevolgtrekking op gevolgtrekking en zoo meende zij een zuiver wereldbeeld te hebben gewonnen.

Zoo meende zij de tverkelijkheid te kunnen weergeven.

Ook wijsgeerige stelsels vervielen tot zulk een eenzijdigheid.

Als voorbeeld kan vooral dienen de idealistische Wijsbegeerte van Hegel.

Wel loochende zij niet 'ten èenenmale, dat er opk ©en andere methode bestond, maia, r zij bracht die weinig of niet in praktijk.

Zij ging uit van bepaalde ideeën, deze baarden Weer andere ideeën, de ideeën hadden een talrijk uakroost en samen vormden zij, naiar men waande, een logisch geheel.

Van den geest uit redeneerend maaite men uit, ''oe de natuur er uit moest zien.

Onderzoek der natuur zelf was da.arvoor niet zoo erg noodig.

Neen, de menschelijke geest spon uit zichzelf 'f'^ werkelijkheid.

Maar èn de Middeleeuwsche Scholastiek en de idealistische filosofig hebben het wegens haar eenzijdigheid moeten afleggen..

Zij werden door een wetenschap, welke naar de methode van het werkelijkheidsonderzoek, maar dan ook weer eenzijdig, werd beoefend, veFdrongen.

Dat is de straf van alle eenzijdigheid.

Men krijgt op den duur van, de ééne eenzijdigheid genoeg.

Dan begroet men de andere eenzijdigheid'als iets nieuws en iets frisch.

Totdat ook de laatste weer gaat vervelen en steriel wordt.

En dan wordt het spel der eenzijdigheden voortgezet. • :

Zoo ontstaat er een vicietise cir.kel, een cirkel, die lijkt op een ingedeukten hoepel, doch die zoode lendenen klemt en knelt, dat men er zich niet aan kan ontwringen.

Voor zulk een eenzijdigheid kan men niet genoeg op zijn hoede zijn.

Ik geloof niet, dat iemand^ er mij van verdenken zal, dat ik de beginselen onderschat.

Zoolang ik de pen voor het publiek hanteerde, slond ik er voor in de bres.

En ik hoop , de vitaliteit, .i; /le levenskracht vaji onze Gereformeerde of C^^^iiéstische beginselen, te verdedigen-enf vooizoo^^^Fln mijn TOrmogen ligt, aan te toonen mijn leven lang.

Principiëel te zijn en te blijven, dat is de eer, waarnaar ik steeds wensch te dingen.

De beginselen der Schrift moeten voor mij heel het leven beheerschen.

Niet het minst het wetenschappelijke leven.

Haar aan deze liefde voor de beginselen, welke ik nooit onder stoelen of banken gestoken heb, ontleen ik de vrijmoedigheid om er de aandacht van ons Gereformeerde volk voior te vragen, da, t men met beginselen alleen in de wetenschap niet klaar komt.

Ik weet wel, dat vele eenvoudigen in die meening verkeeren.

Maar daardoor vormen zij zich van de wetenschap een averechtsch beeld.

Zij kunnen dan ook de wetenschap niet op haar rechte waarde schatten.

In hun binnenste ontstaat er misschien zelfs een heimelijk konflikt met de wetenschap.

Hun zou ik zoo gaarne een beter inzicht in deze hoogst gewichtige, reformatorische kwestie willen bijbrengen.

Laten zij toch dit van mij aannemen: door afleiding uit de beginselen der Sohrift alleen komt nooit een wetenschap tot stand.

Dat behoeven zij niet op gezag te gelooven.

Zij zelf kunnen dat nagaan.

Zelfs een wetenschap als de theologie, die toch de Schriftopenbaring tot objekt (voorwerpi) heeft, kan uit de beginselen der Schrift alleen niet worden opgetrokken.

Een paar bewijzen.

Tot de theologie behoort ook de kerkgeschiedenis, gelijk men weet.

Hoe wil men nu de feiten uit de kerkhistorie door afleiding uit de Schrift vinden?

Dit jaar herdenken wij, dat vóór 16 eeuwen het roemrijke koncilie van Nicea werd gehouden.

Wie ziet er kans dit uit de Schrift te deduoeeren?

Wie ziet er kans uit de Schrift opl te maken, dat Calvijn heeft geleefd?

Wie ziet er kans uit de Schrift te lezen, wat de Hernhutters leeren?

Ik noem nu maar wat voor het vaderland weg.

Men kan de gevallen zooveel vermenigmldigen als men wil.

De adventisten zijn op dit gebied heel wat mans.

Zij geven voor de auto's de vliegmachines, de dikke Bertha's, de gifgassen in de Schrift terug te vinden.

Maar hun stoutste fantastikus zal niet beweren bovengenoemde feiten met de jaartallen erbij in de Schrift te kunnen aanwijzen.

De wetenschap van die feiten moet men op andei'e wijze verkrijgen.

N.l. door wat geheeten wordt: het empirisch onderzoek.

D.i. het onderzoek van de werkelijkheid, gelijk die voor ons ligt.

Oude dokumenten moeten worden opgeslagen, ze moeten letter na letter bestudeerd worden, spreken zij elkander tegen dan moet de uiterste scherpzinnigheid worden aangewend om de waarheid op het spoor te komen.

Voor de kerkgeschiedenis dient een archiefstudie te worden gemaakt zóó omvangrijk, dat de oningewijde, wanneer hij er voor werd geplaatst, er va.n schrikken zou.

Het wezen der kerk, de idee der geschiedenis, leert gij uit de Schrift kennen.

Zij zijn zooveel als de fundamenten en het paslood van de wetenschap der kerkgeschiedenis.

Doch de materialen moeten van heinde en ver bij elkander gezocht. De werkelijkheid van het verleden moet ze leveren. Eiken schuilhoek uit het A'erleden moet men binnenkruipen en al is het er nog zoo stoffig, nog zoo donker, nog zoo muf, men mag hem niet verlaten voor men letterlijk alles heeft nagespeurd.

Van de studie der beginselen mag hierbij nooit worden afgezien.

Die moet gedurig worden verdiept.

Maar zij is betrekkelijk licht vergeleken bij het empirisch onderzoek.

Misschien vraagt iemand: maar vormt de kerkgeschiedenis in de theologie geen uitzondering?

Allerminst.

Bij het eene theologisch vak is wel minder empirisch onderzoek vereischt dan bij het ander, doch bij geen enkel kan het worden gemist.

Verlangt men opnieuw bewijs?

Nemen we dan het vak, dat de Schrift heeft te verklaren: de exegese of uitlegkuiide.

Er zijn wel menschen, die naar één tekst den heelen bijbel zoeken te verklaren of die aan een paar teksten genoeg hebben.

Maar het behoeft geen betoog, dat dit geen ernstige exegese is.

Dit lijdt tot ketterij en sektevorming.

We kunnen met niet minder toe dan met den vollen bijbel.

Anders is de exegese niet gereed.

Woord voor woord dient te worden nagegaian.

En wat is daartoe vereischt?

Allereerst: kennis van de oorspronkelijke talen, waarin de bijbel is geschreven.

Hoe verkrijgt men die?

Door afleiding uit beginselen?

Immers neen. Alleen door aanleeren en wie daarin wetenschappelijk wil arbeiden, heeft die talen empirisch te onderzoeken. Moet ook zelfs verwante talen kennen.

Voorts heeft men noodig: kennis der handschriften. Afleiding uit beginselen baat hier niet. Men moet die handschriften zelf onder ^e oogen hebben of althans fotografieën ervan. En dan kan ieder geleerde nog maar kleine stukken bewerken. Zijn leven is te kort om hier geheelen arbeid te leveren.

Want vervolgens komt hier nog bij: vergelij'king der handschriften. Door afleiding uit beginselen komt men hierin niet verder. Men moet verschillende codices naast elkander leggen, ieder streepje onder de loupe nemen en zoo voortschrijden.

Maar dan is men er nog niet.

Men is nog nauwelijks aan de grammatische vertaling toe.

Voor verklaring is nog meer benoodigd.

Ik denk er niet over dit alles op, te sommen.

De korte wandeling door de keuken van deze wetenschap zal ieder wel overtuigen, dat het empirisch onderzoek bij de exegese al een reuzenarbeid vormt.

Als dan de theologie, de wetenschap, welke in

de Schrift haai objekt ziet aangewezen^ uit de beginselen der Schrift alleen niet kan • worden afgeleid, hoeveel minder dan andere wetenschaippen!

Wie kan door afleiding uit beginselen den bloedsomloop in het menschelijk lichaam beschrijven?

Wie kan door afleiding uit beginselen de werking van het zenuwstelsel vaststellen?

Wie kan door afleiding uit beginselen een. bacteriologie opbouwen?

Wie kan door afleiding uit beginselen het bestaansrecht van een Eerste naast een Tweede Kamer betoogen?

Wie kan door afleiding uit beginselen het Russisch zich eigen maken?

Wie kan door afleiding uit beginselen op de hoogte komen van de literatuur na '80?

Wie kan door afleiding uit beginselen te weten komen, bij welk misdrijf volgens het Nederlandsch strafrecht eenzame opsluiting of geldboete moet worden opgelegd?

Wie kan door afleiding uit beginselen uitmaken op welken lengte-en breedtegraad Oslo ligt?

Men gevoelt het, de deductie, de afleiding uit beginselen laat hier in den steek.

Alleen met empirisch onderzoek kan men hier vorderen.

De beginselen zijn bij al die wetenschappen, bij heel het empirisch onderzoek van beslissende beteekenis. Daarover hoop ik nog wel nader te schrijven.

Maar nooit kunnen de beginselen het empirisch onderzoek vervangen.

God spreekt als het ware tot de wetenschajpi: „hier hebt gij de werkelijkheid. Onderzoek die met het verstand, dat Ik u schonk. Maar wia^ar dSe werkelijkheid in het duister is gehuld, geef Ik u mede de lamp van "Mijn Woord".

Met de lamp alleen zonder de werkelijkheid kan de wetenschap niets onderscheiden dan een afgrond.

Met de werkelijkheid alleen zonder de lamp ziet de wetenschap slechts een zwarte vormlooze massa.

Maar als de lamp van het Woofd den voet der wetenschap voorlicht, zal zij snelle, reëele vorderingen maken.

Kan men, zoo wordt wellicht nog bedacht, het empirisch onderzoek niet aan de ongeloovige wetenschap overlaten, terwijl de geloovige wetenschap zich uitsluitend met de beginselen bezighoudt?

Eigenlijk moet ik deze vraag afzonderlijk behandelen.

Thans alleen dit.

Het empirisch onderzoek staat niet op zichzelf.

Het is op het allemauwst met de beginselm verbonden.

Het wordt steeds, bewust of onbewust, door beginselen geleid.

Gaat men nu uit van een verkeerd beginsel, dan kan het empirisch onderzoek spoedig iets vinden, wat in zijn kraam te pas komt.

Hoewel zeer zeker het empirisch onderzoek ook van de ongeloovige wetenschap ons van dienst kan zijn, mogen wij het niet ongecontroleerd laten.

En controle staat hier op één lijn met zelfstandig onderzoek.

Trouwens, God heeft in het hart van hem, dien hij met wetenschappelijke gaven sierde, een drang t'ot empirisch onderzoek gegeven.

Die drang mag niet worden onderdrukt.

Dat zou een verachting zijn van de gave Gods.

Het hooge gewicht van het empirisch onderzoek springt nu als vanzelf in het oog.

De man vain wetenschap, die alleen met beginselen werkt, maax van empirisch onderzoek afziet, is als een die de lucht slaat.

Hij is gelijk aan een arts, die .bij het ziekbed van een t.b.c.-lijder allerlei therapeutische theorieën uiteenzet, maar met zijn percussiehamer 's mans borst niet aanraakt, niet ausculteert, zijn sputum niet laat onderzoeken.

Nu vraag ik: wordt onder ons, vooral onder de niet-gestudeerden, soms niet teveel vertrouwen gesteld — ik zeg niet in de beginselen, want daa, rop kan men nooit te sterk vertrouwen — maax op menscheHjke deductie, afleiding uit beginselen.

Wie b.v. uit de beginselen der Schrift in de kwestie: vrijhandel of protektie ten gunste van de laatste beslist, maakt die geen misbruik van die beginselen? Men beweert wel, dat Kuyper dit gedaan heeft. Doch wie zóó spreekt, heeft zijn rede over de „Heilige Orde" nooit goed gelezen.

Wel is het een Schriftbeginsel, dat het Overheidsgezag in den weg van het recht het welzijn van de onderdanen heeft te zoeken.

Maar of dit welzijn vrijhandel of protektie vordert, moet het empirisch onderzoek uitmaken.

Nauwkeurig moet daarvoor 'de oeconomische toestand van eigen en correspondeerende landen worden onderzocht.

Dan kan men eerst tot een besluit komen. dan totnogtoe voor het empirisch onderzoek.

Gelet nu op de strooming, voor wie deductie, afleiding uit beginselen, alles is, zou ik het ons Gereformeerde volk op het hart willen drukken: geelt 'aw heilige beginselen nooit otte nimaner prijs, maar hebt tevens meer, veel meer eerbied

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

DE HEILIGE SCHRIFT EN DE BEGINSELEN DER WETENSCHAP.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's