GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OPVOEDING EN ONDERWIJS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPVOEDING EN ONDERWIJS.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Fraternitas.

Niet ieder onzer lezers kent dit, veelszins uitnemend geredigeei-de, Studententijdschrilt. Het is het orgaan van de verschillende gereformeerde Studentencorpoxa, die er in het land zijn.

Onlangs werd er op gewezen, dat „de pers" zoo weinig notitie nam'vaii' datgene, wat. in dat orgaair werd gegeven, als uiting van het studenteiileven.

In die klacht is veel waars. Zelden ziet men dit orgaan, geciteerd, en meestal, indien het geschiedt, nog terwille van een i)erichtje' of eea» recensie.

Het is, te begrijpen, dat dit voor een beweging, als die, welke door „Fraternitas" wordt vertegenwoordigd, niet aangenaam is. Trouwens, we willen onmiddellijk zeggen, dat verscheiden bjijdragen, in het genoemde tijdschrift opgenomen, ten volle de aandacht van rneer menschen, dan enkel die binnen den studentenkring leven, verdienen. Natuurlijk staat er in dit tijdschrift ook wel eens iets, dat niet „rijp" is. Maar dat is geen wonder; in de eerste plaats zullen de medewerkers aan het blad onmiddellijk antwoorden, dat ze ook niet enkel „rijpe" vrucht begeeren; wat zou het leven trouwens hopeloos saai zijn, als studenten reeds enkel rijpe dingen zeiden; en in de tweede plaats is datgene, wat in andere bladen verschijnt, ook niet steeds gerijpte vrudit; iets wat vaak ook nog weer beter is dan datgene, wat aan den andteren kant van de rijpheid staat; hetwelk ook wel eens wordt gedrukt. In het algemeen kan worden gezegd, dat „Fraternitas" goed wordt geredigeerd, en dat men inderdaad veel van den geest, die onder onze gereformeerde studenten leeft, er in, en er uit vindt.

Om de studenten, „onze" studenten juist te beoordeelen, is dan ook een kennisnemen van den inhoud van dit blad beter dan de methode, die ook wel gevolgd wordt: één enkele uiting, die ongetwijfeld in een bepaald licht moet worden gezien, als kenbron van misère aan te halen.

Wel wil ik, in alle bescheidenheid, echter hen, die zich beklagen, dat ze door de eigen pers wel eens wat genegeerd worden, er op wijzen, dat zulks ook soms een zeer verklaarbare oorzaak kan hebben. Vergis ik me niet, dan komt een redactie er niet licht toe, een bepaald blad, of ds uitingen van zulk een blad te bespreken, indien niet, hetzij dan geregeld, hetzij dan af en toe, recensieexemplaren of ruil-nummers worden gezonden.

Voorzoover ik weet ontving ik in de dagen, toen ik nog kerkbode-redacteur was, (dat ben ik in mijn jonge jaren oo'k al geweest — 'tegenwoordig zeggen ze, dat dat niet goed is 'in je jongen tijd — hoe oud de zegsman is, weet ik niet) — toen ik nog kerkbode-redacteur was dan ont\ring ik nimmer een dergelijk exemplaar van „Fraternitas". Later voor andere bladen of 'tqdschriften ook niet.

Waaruit blijken moge, 3at het niet steeds onwelwillendheid is van de onderscheiden redacties, dat ze dit overigens belangwekkende, en dikwijls belangrijke tijdschrift niet bespreken, en zelfs wel misschien dikmaals aan den geest v; an dit blad' onrecht doen.

Hetgeen evenwel weer niet wegneemt, dat we volgaarne erop wijzen, dat uit genoemd orgaan dikwijls iets ware over te nemen, dat in broeden kring behoorde te worden gelezen.

Overigens .trooste men zich ook' m den kring van „Fraternitas" met de vertroostingen, die een redacteur zooi vaak moet zoeken. Wanneer je denkt, dat je nu eens echt goed hebt geschreven, wanneer je denkt, dat je blad nu eens echt goed weergeeft den geest, dien je bedoelt te vertegenwoordigen, dan lijkt het wel, alsof geen sterveling je geschrijf leest. En wanneer je je even hebt verschreven, wanneer er geen wacht voor de lippen scheen te zijn in een oogenblik, dan schijnt het wel, alsof je in je leven nog nooit iets anders gezegd hebt dan dat.

Dat is een ondervinding, die het leven aan ieder, die „schrijft" vroeger oï later bijbrengt, 't Is niet altijd een prettige gewaarwording. Maar door zulke ervaringen wordt men toch wijzer. Men leert er de mentaliteit van het lezend publiek door waardeeren. En men leert er de aloude levenswijsheid door, dat de menschen gewoonlijk rijkelijker zijn met hun blaam dan met hun lof; en dat ze je veel ndeer waardeeren, wanneer je ze gelegenheid geeft tot critiek dan tot instemming.

Evenwel, dit staat vast, dat er ook een breed© kring is van menschen, die zich van harte verheugen over het feit, dat er uit de publicatie in „Fraternitas" veelal blijkt een geest van ernst en liefde tot het beginsel, een geest van opgewekt jeugdig leveij, dat veel belooft voor de toekomst. Die menschen zijn er.

Ook al spreken ze niet steeds. „Fraternitas" heeft en houdt onze 'belangstelling.

Vsrsch gebrande pindas.

Deze week zag ik een winkel, waar met groote letters op een aanplakbiljet voor ©en raam den volk© werd verkondigd, dat er „versch gebrande pindas — voor uw oogen gebrand" — te krijgen waren.

Er stond een „brandmesjien", zooals de juffrouw •^ei, altijd maar te werken.

Intusschen bleek me, dat de „Mesjien" bestond uit een klein electrisch lampje achter een rood lapje, en dat een soort molentje een hoeveelheid pindas voor dat lapje lon-rs draaide.

Wanneer de pindas uit dat inolentje werden gehaald, dan heefta hst, dat ze , .pis gebrand waren". Ook al voelden ze koud en vochtig aan.

Maar het publiek, vooral de straatjeugd .stond gretig te kijken naar dat „branden".

En het geduldige papier verkondigde maar: „versch gebrand".

Er zijn ook op geestelijk gebied van dergelijke „A'^ersch gebrande pindas".

Ideeën, zoo oud, als Methusalem eens werd.

Ontwerpen, die reeds eeuwen geleden de onbruikbaarheid voor de practijk bewezen; maar die thans als fonkelnieuw weer aan den man moeten worden gebraclit.

Vooral het terrein van het onderwijs geniet den „zegeri", van die snertwinkeltjes vele te tellen, waar men altijd maar weer vent met „versch gebrande pindas" van verdacht kaliber.

Eigenaardig is het, dat die ideeën er zoo grif ingaan.

Dat ze verkondigd worden is zoo erg niet. Dat sommige mensclien, die er geen 'Tjeginsel op na schijnen te houden, het nog eens weer willen probeeren met die oude ideeën, — welnu, ....

Maar laten wij toöh voldoende historisch besef, en principieel inzicht hebben, zoodat we bij het verkondigen van allerlei nieuwigheden eersl vragen: wat zegt ons beginsel, en dan ook: wat wordt ons hier aan nieuws geboden?

Af en toe zullen we wel eens enkele voorbeelden noemen, waarbij het blijkt, dat de mensclien het schier beschimmelde voor splinternieuw aanzien, wanneer het maar met de noodige reclame wordt aangediend, en wanneer er maar een rood lichtje is, dat effect maakt.

Nu willen we het laten bij de opmerking, dat het waarlijk geen kwaad .kan, wanneer we ietwat gereserveei'der staan jegens allerlei zoogenaamd nieuwe ideeën. We hebben reden om zoo te schrijven. Af en toe hoort men uit de kringen van onze onderwijzers de klacht, dat door sommTgen zoo maar klakkeloos wordt geaccepteerd, wat een oogenblik mooi klinkt. En dat men wegloopt met dingen, die waarlijk slecJits „versch gebrande pindas" zijn, op de manier van het bedoelde winkeltje.

Speciaal heb ik hier het oog op datgene, wat ik hoorde omtrent de liefde van sommigen onzer voor de z.g. „ervaringsopvoedkunde".

Men bezinne zich.

En bedenke, dat men ook nog een beginsel heeft. En dat er een historie is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

OPVOEDING EN ONDERWIJS.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1926

De Reformatie | 8 Pagina's