Antirevolutionaire Staatlcunde.

Het tijdschrift de „AntireTolutionaire iStaatlcunde" zal Ihaas gesplitst worden iu een theoTetisch-en een practisch-deel. Hiermee wordt beooigd, dat zij die enkel in practische kwesties belang stellen een eigen tijdschrift krijgen en zich niet meer behoeven te vermoeien met principiëele en moeilijk verteerbare artikelen.

Op zichzelf is het ongetwijfeld een verblijdend' verschijnsel, 'dat deze p'eriodiok er ZO'O goed ingaat, dat men zich de weelde van een splitsing kan verooiloven.

Anderzijds is nog niet dii'ect duidelijk waar de grens tusschen theorie en practijk dient te worden getrokken. Bijna allo practische kwesties hangen samen met onze beginselen en het is geen overbodige weelde, dat de , , practici" zo'O af en toe eens een tijdschrift inzien, waarin dat verband wordt blootgelegd. Wordt dit gedaan, d'aii zal dit ongetwijfeld _ aan de antirevolutionaire staatkunde ten goede komen.

Zulk een uiteenzetting zal echter moeilijk de theorie kunnen ontgaan. Spreek over „Zo'ndagsrust". „vloekverbO'd", , , rechtspositie van ambtenaren en arbeiders in Overheidsdienst" of andere dergelijke onderwerpen en aanstonds komt ter sprake de antirevolutionaire opvatting omtrent het karakter der Overheid.

Het schijnt niet ge^makkelijk om O'ver deze en andere kwesties beslissingen te nemen; zonder dat men zich vooraf over - de groote vraagstukken van het theoretisch staatsrecht, misschien geen heldere, maar dan toch eenige denkbeelden heeft gevormd. Het valt te vreezen, dat deze goedbedoelde poging om O'nze practische leiders in de gemeente-rad'en en provinciale staten (in 'de Kamers natuurlijk niet) te vrijwaren tegen de studie van het theoretisch staatsrecht niet beelemaal zal slagen.

Ongetwijfeld zullen ook zelfs de meest practische menschen behoefte gevoelen om ten opzichte van onze theoretisch staatkundige beginselen geregeld systematische voorlichting te ontvangen.

Overigens is de uitgave van dit practische tij'dschrift geheel in de lijn van onzen tijd. De staatkundige en economische kwesties worden, voo-rzoover de publiek-rechtelijke lichamen daarbij betrokken zijn, steeds gecompliceerder. De behoefte aan een „practische" oplossing en 'dan nog liefst in enkele regels, b.v. „stem voor" of , , stem tegen", is soms nijpend en nijpt meer naarmate het aantal personen grooter wordt, die zich als amateur O'p dit terrein bewegen.

Trouwens ook 'dit laatste is niet te ontgaan. Regeling en bestuur van onze publiekrechtelijke lichamsn mogen niet eenvoudig zijn, in dagen van algemeen. kiesrecht mag men aan 'de gekozenen geen anderen maatstaf aanleggen da, n zulk een die dO'O'r de massa te hanteeren is.

Gezien uit 'dezen gezichtshoek past grO'Ote dankbaarheid voor de ^Yijze waarop velen, die met ons publiek recht niet bepaald vertrouwd zijn, plo-tseling tot een regeerende of vertegenwoordigende functie geroepen zijnde, zich van hun taak kwijten.

Ju dit verband laat het zich denken, da, t straks het „practische" tijdschrift er goed ingaat. Mo'ge het er niet zoO' goed ingaan, dat de scheiding tusschen principe en practijk grooter wordt. Het .is allhans niet te wC'USchen, dat één der lezers van het oorspronkelijke tij'dschrift dit ten behoeve van het nieuwe opzij gaat zetten. Zo'U dat geschieden dan zou er ongetwijfeld verlies te boeken zijn. Geschiedt het niet dan zijn vele menschen gedwO'Ugen een tijdschrift méér tC' lezen, wat in onze, aaulectuur ZOO' rijke dagen, niet erg is te achten. Maar dit is dan oo'k het eenige nadeel, ' dat van deze nieuwe uitgave, in dat geval, te vreezen is.

E. VISSER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen