GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Reformatie in de predilcing.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reformatie in de predilcing.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Leeuwen en beren. I.

Reeds jaren bestond bij ons het voornemen eenige artikelen te schrijven over „Reformatie in de prediking".

. Dikwijls rees bij ons de vraag: wordt die behoefte door de gemeeate ook gevoeld?

Het eenig bruikbare middel om daaraohter te kornen scheen ons het instellen van een enquête.'

Daartoe gingen wij dan ook over.

Over de deelneming daaraan zijn we ten zeerste voldaan.

Bij wijze van inleiding willen wij' nu eerst het resultaat van deze enquête mededeelen.

Het is echter onze schuld niet, dat aan die inleiding nog-weer een inleiding dient vooraf te gaan.

Men heeft toch van meer 'dan 'één zijde' tegen onze enquête bezwaren geopperd. Verrassen deed ons dit niet.

Wie niet precies het paadje inslaat, dat vroede vaderen vóór hem bewandeld hebben, stelt zich bloot aan kritiek'.

En hoe vooruitstrevend de Nederlandsohe Gereformeerden o-p-menig gebied ook zijn, er blijven er toch altijd, die, gewoon zijn bijl het kiezen van een anderen weg een haridbewaging te maken in de richting van hun hart en met benauwd gezicht te zuchten: als dat maar goed gaat!

Met zekere nieuwsgierigheid waahtten we daarom af wat men tegen ons plan zou inbrengen. Wanneer wij dan thans - nu men erover is uitgepraat - de balans oipmaken, kunnen wij konstateeren: het is meegevallen.

Immers, men heeft een hooip' 'bezwaren ontwikkeld tegen een enquête, welke door mij' juist NIET werd bedoeld.

^.Sommigen hebben verschrikt leeuwen eaj beren op-den weg gezien. - 88^:

En och, het waren wat onnoozele schapen en vreedzame geiten.

Achteraf zal men wel wat verlegen zijn over zijn loos alarm.

Psychologisch interesseert het ons zeer sterk, liöe men tot zulk een vergissing kwam.

Onze eerste onderstelHng behoort natuurlijk te zijn, 'dat \yij min duidelijfe hebben geschreven.; Maar bij herhaalde herlezing moesten wij deze onderstelling loslaten.

Er bleef dan ook geen andere over, dan dat men verkeerd had gelezen.

Wat was daarvan de oorzaak?

^ De haast, welke onzen tijd fcenmeirk't? Zekere vermoeidheid jils gevolg van de spanning, welke wij hebben doorleefd met daaraan gepiaard gaande nervositeit? Zekere bewustzijnsvernauwing, waardoor men alles beziet uit den geziohtshoek van Assen?

Wij achten het beter daarnaar geen onderzoek in te stellen. ___

Ook beweren we niet, dat we hierboven alle mogelijke oorzaken hebben opgesomd. In ons nummer van 11 November 1927 stelden wij voor het deelnemen aan de enquête enkele voorwaarden.

De eerste daarvan luidde: KRtTlEK OP EEN BEPAALDEN PRERIKER OF OP PREDIKERS IN EEN BEPAALDE PLAATS WORDT DOOR ONS NIET AANVAARD. BRIEVEN MET ZULK EEN INHOUD VERHUIZEN DADELIJK NAAR DE' PA­ PIERMAND. ., , ; , , - ., , , - , ,

Ons dunkt, < iitf"'^^feai; ; SSm-duidelijkheid niet te wenschen over. • ' ' • • .,

Bovendien drukten we deze voorwaarde nog een paar maal af.

Alle mogelijke voorzorgen waren dus genomen. Toch schreef de redacteur van een onzer keA'elijke weekbladen en hij dikte dat aan in een kroniek, welke hem ten dienste 'staat: „We voelen al evenmin veel voor de enquête, die de Reformatie ingesteld he; f t n a a r 'd e pi r e e k e n h u n ne r dominees. (Wij spatieeren. H.) Nu ja, als ieder lid van je gemeente een brief naar de Reformatie schreef; en als dan ook bij den betrokken dominé ge'infcrmeerd werd naar den betrokken broeder, maar dan was er geen doorkomen meer aan''.

Me.n ziet, hier wordt aan onze bedoeling een tegenovergestelden zin gegeven.

Wij hebben niet gevraagd, dat de lezers hun oordeel zullen te kennen geven over de p; reeken h u n n e r dominees. Wij willen juist n iets hooren over bepaalde dominees.

Het gaat dus ook niet om een dominé. betrokken

Wij wenschen den betrokken dominé-kroniek'schrijver niet ten laste te leggen, dat hij onze woorden heeft verdraaid noch deswege opi aanbieding van excuus aan te dringen.

Want opzet onderstellen we niet bij hem.

Hij heeft alleen zijn overbez'orgd gemoed willen ontlasten.

Toch geven we hem den raad om zich voortaan beter den ouden, maar nooit verouderden stokregel te herinneren: lees wat er staat.

Doet men dit niet, dan bezorgt men niet alleen zichzelf bange oogenblikken, maar ook anderen.

Want vooral de woorden van dezen redakteurki'oniekschrijver hebben psychisch infecteerend gewerkt.

Ze werden door anderen overgenomen. Al gauw was ook de liberale pers erbij.

„N. R.Ct." en „Handelsbl." blaatten — men vergeve mij dit oneerbiedigheidje — hem na.

Ze waren daarin al even oorspronkelijk als, onze lieve schaapjes.

Ziethier den aanhef van het „Hbl."; „Een medewerker schrijft ons: Prof. Hepip' heeft onlangs in „De Reformatie" de lezers (en lezeressen) opgewekt, om hem vertrouwelijk over de preeken van hun dominees te schrijven, teneinde dan 'daajna over de ingekomen brieven en hun inhoud een serie artikelen — zonder namen — in „De Reformatie" te schrijven. Deze serie zal weldra beginnen".

De „N.R. Cl." begint:

, Proi. Hepp' heeft onlangs in „De Reformatie" d^ lezers (en lezeressen) opgewekt, om a; an hem vertrouwelijk over de preekten van, hun 'dominees tg schrijven, ten einde dan daarna over d© ingekom3ii brieven en hun inhoud een serie artikelen — zonder namen — in , , De Reformatie" te schrijven. Deze serie zal, blijkens bericht in „De Reformatie" weldra een aanvang nemen".

Deze staaltjes geven een interessanten kijtó erop, hoe in beide bladen kerknieuws wordt gefabriceerd.

Zij hebben, blijkbaar denzelfden medewerker wiens rechterhand heel goed weet, wat ^ijn linker doet en die wat graag van twee walletjes eet Deze bladen betalen immers goed! Of.... huren zij een en denzelfden medewerker om bezuinigingsredenen? Zijn zij op een koopje uit?

Wat wij hier vermelden is heusoh niet het eenige gevaJ. ^ '^ïyi^ï; !/

gevaJ. ^ '^ïyi^ï; !/ Eerlijk gezegd, hadden wij wtt'd'e oorspronkelijkheid van bericfhtgeving aangaat, van beide bladen hooger dunk.

Doch niet alleen de liberale pers is er inge­

vlogen. 'Ook enlcele van onze eige.ii bladen ondergingen hetzelfde lot.

Nu ])eklagen wij ons daarover niet al te zeer.. Een scribent staat nu eenmaal aan zulke dingen bloot.

gen bloot. Wij zijn dan ook ''stellig van plan om als we daar niet .meer tegen kunnen geen letter meer op' het papier te zetten.

Maar wat ons wel pijn heeft gedaan is wa, t de bewuste Kroniekschrijver omtrent 'de houdingvan de 'predikanten inzake Assen debiteert. Hij vindt de enquête ook in een tijd, waarin we thans leven, wel ietwat gevaar lijk (wij' spatiëeren, H.). „Ik kan mij best dominees denken, die nogal geschud worden", zoo schrijft hij'. En dan heft hij'; de weeklage aan: „Arme dominees, die in handen' vallen van een briefschrijver, die in zijn halve wetenschap ten opzichte van Assen plus royaliste que Ie roi is".

Als wij ook eens moge weeklagen, dan gouden we zeggen: Arme dominee-kroniekschrijver, die hierover ^00 zat of misschien ook wel lag te tohben! Dw hart werd _ door' wantrouwen doorknaagd. AVantrouwen in dé lezers van ons blad en wantrouwen in den redakteur van déze rubriek.

Over de lezers straks een enk'el woord.

Eerst even over den insfceller der enquête.

Stel al eens, dat een briefschrijver zijn dominee beschuldigde van schismatieke gevoelens. Dacht gij nu • hfcusch, . dat ik het epistel van iemand, die met zijn bezwaren niet den kerkelijk'en weg bewandelde en zich door belofte van geheimhouding gedekt voelde, ten einde zou doorlezen? Dacht gij, dat ik daarvan ook maar op eenigerlei wijze gebruik zou maken? Zeg zelf, •waarde kroniekschrijver, is zulk eien. gedachte eigenlijk niet beeedigend, al verzeker ik' u bij voorbaat, dat ik et niet zoo hoog opneem, omdat gij het beter bedoelt? En zijt gij er'niet verantwoordelijk voor, at een ander, klaarblijkelijk door u ge'infekteerd, de uitdrukking uitvond van „het juk van deze reek-inquisitie".

reek-inquisitie". Praktijken, als waarop hier wordt gedoeld, worden door ons verafschuwd.

Gevaar, dat wij er ons mee zonden afgeven, estaat niet.

Daarom is d'eze enquête, ook al wordt ze gehouden na Assen, i n h e t m i n s t n i e t g e v a a r-lijk.

En nu de deelnemers aan de enquête.

Hoe maken zij den dominee-kroniekschrijver en anderen beschaamd! , 0f^'' k»

Wie wantrouwen koesterde is tegenover hen wel verschuldigd eenige boete te doen!

Onze lezers hebben over het algemeen onze bedoeling zeer goed begrepen.

Een van de eerste brieven, welke wij ontvingen, begon ongeveer zóó: Onze gemeente is thans langer dan een half jaar vacfant en wij^hooren hier eiken Zondag een anderen Dienaar des Woorfs.

Eeai ander is veel op reis en kerk't nu eens in deze, dan weer in een andere stad.

Zulke gegevens vindt men in de brieven ovei'vloedig.

Natuurlijk zijn enkele brieven den weg naar de papiermand opgegaan.

Maar de meerderheid heeft zich strikt aan .de voorwaarde gehouden. • ^*g«i^#f'

Men verstond het, dat het'nM'tling om de predikanten, maar om 'de prediking.

Vanzelf wordt er gepredikt door (dienstdoende) predikanten. Doch 'door hen niet alleen. Ook 'b.f' dooT professoren. Wij hebben tegenwoordig zelfs drie soorten van hoogleeraren: preekende, proiponeerende en preek-lezende. Over de prediking van allen-zonder ontlerscheidi werd het oordeel gevraagd-

Bijzonder heeft het ons getroffen bij' deze enquête, hoe hoog onze dominees in de gemeente staan aangeschreven.

Misschien geven we daarvan wel enkele citaten.

Onze predikanten, zijn het - ook' waard.

Laat ons slechts op één ding mogen aandringen bij hen, die wantrouwend tegenover onzs .enquête sto-nden.

Vertrouw toch de gemeente e-a gij zult zelf. vertrouwen winnen.

lleoordeel naar ^een^iénkeleh k'ritik'aster dè geniet. • ,

De enquête heeft ons bevestigd in ons gevoelen: ons 'Gereformeerd volk is ondanks al zijn gebreken een eenig volk. Nergens vindt gij er een, dat daaraan' gelijk "is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Reformatie in de predilcing.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's