Reformatie in de prediking.

XI.

Hei resultaat van onze enquête. IX.

Om nog eens te herhalen de reformatorische wensehen, welke het" veelvuldigst werden geuit:

1. Het bevindelijk element in de prediking heeft dringend ver sterkin g noodig.

2. De prediking dient meer t ij d p r e d i-k i n g • t e z ij n en rekening te houden met de geestelijke stroomingen onzer da gen.

3. Er kome meer bezieling in de prediking.

Daarop nu volgt:

4. De prediking onts 1 uite meer geheel het Woord Gods.

Sterk is de klacht van onze deelnemers, dat er in de tekstkeuze zoo weinig afwisseling is. Éen klacht, die zeker niet nieuw is en waaraan indertijd ook Dr A. Kuyper Sr in „De Heraut" reeds de noodige aandacht heeft geschonken. En kunnen wij op onze enquête afgaan, dan is hierin nog geen afdoende verbetering gekomen. Natuurlijk preekt een predikant in eigen gemeente eiken Zondag over een anderen tekst. Maar, zoo schrijven enkele inzenders, het is opmerkelijk, wanneer men bij verschillende predikanten kerkt, wordt zelden pen tekst afgelezen, waarvan men denkt: aarover heb ik nu nog nooit hooren preeken. Kras is het zeer zeker, dat iemand binnen den tijd van een half jaar vijfmaal hoorde preeken over den scherpen doorn in het vleesch bij Paulus, een ander driemaal in een Jaar over Jozua, die met vuile kleederen was bekleed. Een lezeres heeft in haar leven al verscheiden malen als tekst hooren kiezen: preuken 30:24—28 (over de kleinste dieren der aarde: e mieren, de konijnen, de sprinkhanen, de spinnekop). Zij vraagt mij, of ik daarvoor een reden kan opgeven, wijl dit overigens toch niet zulk een gewone tekst is. Nu, misschien zou ik dit wel kunnen, maar voor de zaak zelf heeft dit geen belang. Over het geheel zijn volgens onze enquête de woiideren des Heeren geliefde teksten en inzonderheid de genezing van het dochtertje van de Kananeesche vrouw. Het hoofdstuk, waaruit het meest gepreekt wordt, zou zijn Romeinen 8 en voor vervolgstoffen zouden het meest in aanmerking komen de 7 brieven aan de gemeenten in Klein-Azië.

Het zou opzichzelf niet ondienstig zijn, wanneer hierover eens een statistiekje kon worden gegeven. Er zijn in vele kerken broeders, die sinds jaren hebben opgeteekend, waarover is gepreekt. Als eens een vijfentwintig-of een tiental van die broeders mij een lijstje wilden toezenden, zouden deze gegevens zeker waardevol materiaal bieden.

Overigens geven we gaarne de vraag door, welke ons in vele brieven werd gesteld: , , waarom blijven zoo groote gedeelten van 'de Schrift „onbepreekt" ? „Waarom brengt de prediking ons niet meer den rijkdom van het' Woord? "

Intusschen zou ik wel den raad willen geven in alle bescheidenheid er mét eigen predikant over te spreken, indien men een bepaald gedeelte van de Schrift gaarne hoorde uitleggen. De ervaring zal wel uitwijzen, dat onze predikanten met zulke wensehen als het mogelijk is rekening houden. Ik zou voorbeelden kunnen noemen.

-= De proef op de som.

In ons nummer van 19 Oct. j.l. gaven we een korte uiteenzetting van .de wijze, waarop Ds van den Brink polemiek , voer'...'

Wij meenden hierin een methode te ontdekken. Zonder zweem van bewijs flapt hij er de eene beschuldiging na de andere uit. Volgt er dan tegenspraak, dan brengt hij die ter kennis van zijn lezers. Verontschuldigingen "biedt hij echter niet aan. De zaak is met de vermelding van wat uit het antwoord zijner opponenten voor hem kwam vast te staan afgeloopen. Hij blikt of bloost er niet bij. Hij wacht slechts op de gelegenheid om dit spelletje van nieuws te beginnen.

Ds van den Brink heeft betreffende deze onze kijk op zijn methode in het voorlaatste nummer van „W. en G." de proef op de som geleverd.

Daar deelt Ds van den Brink als „rectificatie" mede, dat blijkens informatie van "bevoegde zijde verkregen, Dr van der Horst niet met attestatie van de schismatieke Kerk van Amsterdam-Zuid naar de Gereformeerde Kerk van Amsterdam is gegaan. Begrijpelijkerwijze gebruikt hij een andere terminologie. Maar zakelijk komt het hierop neer.

Bij deze mededeeling blijft het.

Elke betuiging van leedwezen over zijn onjuist bericht blijft achterwege.

Toch ware hij daartoe én' tegenover zijn lezers én tegenover de Gereformeerde Kerk van Amsterdam, verplicht.

Hij stelde het immers voor als zou die kerk attestaties van schismatieke kerken accepteeren.

Dat is weer een van die voorstellingen, die er op berekend zijn verdeeldheid te. zaaien.

Maar enfin, onwaarheid één tot drie zijn nu achterhaald.

Eerst werden ze gelanceerd, daarna werd pas geïnformeerd of ook misschien gewacht tot informaties binnenkwamen.

Dat is wel de gemakkelijkste manier om over iets te worden ingelicht.

Doch niet de fraaiste en fijnste.

Bovendien zijn onwaarheid vier tot zes nog niet teruggenomen.

-^ VoorlooplB gesloten.

Ons stukje „De proef op de som" hadden we voor ons vorig nummer ingezonden.

Doch, wat Ds v. d. Brink in het laatste nummer van „W. en G." aan ons adres schrijft, geeft ons geen aanleiding er eenige verandering in aan te brengen.

Eenig. nieuw gezichtspunt'opent Ds v. d. B. niet.

De discussie is op het doode punt g, ekomen en daarom sluiten we haar.

Voorloopig, zeiden we hierboven.

Want iets definitiefs kan in deze 'moeilijk vastgesteld worden.

Natuurlijk attendeeren we in het geheeil-niet op wat een inzender in dat blad uit een partikuher gesprek met Dr v. d. H. mededeelt.

Wanneer zal „W. en G." ophouden met partikuliere gesprekken te opereeren?

Zelfrespekt moest dat verbieden.

-^ Geen tegenspraak.

Een tijdje geleden hebben we tegenover „De Waarheidsvriend" verzekerd, dat Dr Kuyper nooit heeft geleerd, dat alle gedoopte kinderen wedergeboren zijn.

Gaarne wilden wij, dat ter zuivering van de atmosfeer, eerst deze kwestie werd afgehandeld.

„De Waarheidsvriend" ging daarop totnogtoe niet in.

Aan ons verzoek, om bewijs, dat Dr Kuyper deze gedachte wel heeft gekoesterd en gepropageerd, werd door het blad niet voldaan.

Ook anderen bleven dit bewijs schuldig.

Want wel zond een predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk ons eenige citaten, waaruit blijkt, dat Dr Kuyper de opvatting huldigt, welke men als leer der veronderstelde wedergeboorte aanduidt.

Maar daarin stond niet, dat alle gedoopte kinderen wedergeboren zijn.

Alzoo: onze verzekering werd niet weersproken.

Dit zij hier uitdrukkelijk gek on state er d.

Wel ware het ons aangenaam geweest, indien „De Waarheidsvriend" als een echte waarheidsvriend ook in deze aan de waarheid getuigenis had gegeven.

Of is het blad nog altijd zoekende in de werken van 'Kuyper?

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen