GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PartUen in de Partij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PartUen in de Partij.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vóór de verkiezingen ware het niet raadzaam geweest dit onderwerp aan te snijden.

Verkiezingsinstrumenten zijn in den regel uiterst gevoelig.

Ken kleinigheid is er slechts toe noodig afwijking te veroorzaken.

Zoo'n kleinigheid zou in een persdicussie kunnen bestaan.

Daarom hadden wij vóór de verkiezingen niet de ver-

antwoordelijkheid op ons durven nemen tegen een symptoom van ziekte, dat wij in de Antirevolutionaire Partij waarnemen, te waarschuwen.

Nu de verkiezingen echter achter den rug liggen mag daarmee niet te lang gewacht.

Vroegtijdig medikamenten toedienen is beter dan uitstellen tot een ingrijpende operatie noodzakelijk wordt.

Voor onze groote politieke organen brengt het eigenaardige moeilijkheden met zich, den vinger op deze wonde te leggen.

Daarom achten' wij het gelukkig, dat ons blad ook een politiek-sociale rubriek bezit.

Onze opmerkingen dragen geenerlei officieel karakter.

Niemand zal er aan denken onze pairtijleiding er voor aansprakelijk te stellen.

Daardoor kunnen we des te grooter vrijmoedigheid gebruiken.

De verontschuldiging welke onze kerkelijke pers pleegt aan te bieden, wanneer ze zich met de politiek inlaat, kan hier achterwege blijven.

Wij'spreken hier nostro iure, krachtens ons recht.

De zaak is deze.

In het jaar, dat aan de verkiezingen voorafging, werd getracht de Hervormde Antirevolutionairen en de Christelijke Gereformeerde Antirevolutionairen in min of meer vaste formatie te organiseeren.

Zij, die daartoe het initiatief namen, werden daarbij gedreven — wij twijfelen daaraan geen ondeelbaar oogenblik — door de zuiverste bedoelingen.

Vooreerst hebben zij wel het meest te worstelen met de misvatting, als zouden de personen, die in lie politiek antirevolutionair zijn, kerkelijk tot de Gereformeerde Kerken behooren.

En wij verstaan het, dat zij op een middel zonnen, om het eens heel evident te doen uitkomen, dat dit met den waren stand van zaken ten eenenmale strijdt.

Door zich afzonderlijk te organiseei'en, hoewel in de Antirevolutionaire Partij blijvende, vestigden zij er sterk de aandacht op, dat de Antirevolutionaire Pai-tij haar vleugelen veel verder uitbreidt, dan sommigen willen doen gelooven.

Vervolgens wordt door vele partijen gedongen om de kiezersgunst van Hervormden en Christelijke Gereformeerden.

De Hervormden — en dan heb ik speciaal het oog op hen, die ons principieel het naast staan — ontvangen aanzoeken van de Christelijk Historischen, de Hervormd Gereformeerde Staatspartij en de Staatkundig Gereformeerde partij.

En deze loopen geen blauwtje.

De Confessioneelen zijn overwegend Christelijk Historisch of Lingbeekiaanscli.

Die aan den kant van den Gereformeerden Bond staan verdeelen hun stemmen over Antirevolutionairen, Christelijk Historischen en de Kerstenpartij.

Tenvijl er ook onder de Ethisclien zijn, die Antirevolutionair stemmen.

Onder de Christelijke Gereformeerden kiest de een Antirevolutionair, de ander een man van de Kerstengroep.

Waar nu van verschillende kanten tot die Hervormden en tot de Christelijke Gereformeerden wordt geroepen: deze is uw kandidaat, bij hem zijn de belangen van Uw kerk alleen veilig, kan het geen verwondering wekken, dat de Antirevolutionairen uit die kerken bij-. zondere maatregelen troffen om krachtiger propaganda dan totnogtoe te voeren.

Taktiek scheen dit te gebieden.

Toch zijn we er vast van overtuigd, dat deze taktiek verkeerd is.

Door die partijvorming in de Partij bewerkt men al wil men dit niet, een begin van loswerking.

Partijen in een partij zijn niet minder schadelijk dan de beruchte ecclesiolae in ecclesia, kerkjes in (Ie kerk.

Hebben de laatste een kerkontwrichtend effekt gehad, (Ie eerste zullen, stellig partijontwrichtend blijken.

Die partijen in de Partij moeten om hun bestaan te rechtvaardigen op den duur zekere zelfstandigheid toonen.

Zij zullen met specifieke eischen komen.

En dan heeft men den strijd in eigen boezem ontketend.

Geen verzekeringen, dat men dit niet wenscht, baten hier.

Psychologisch is dit proces onafwendbaar.

Daarenboven moet het funest genoemd, dat die partijen in de Partij kerkelijk georiënteerd zijn.

Heeft de Antirevolutionaire Partij onder aanvoering van Kuyper er angstvallig voor gewaakt om de politiek niet te verkerkelijken, thans dreigt men dit veilige spoor te verlaten.

De kerkelijke k\vestie wordt in de politiek gehaald.

Dit is niet.louter profetie.

De werkelijkheid gaf het reeds te aanschouwen. Artikel 36 van de Geloofsbelijdenis werd reeds door meer dan een Hervormden Antirevolutionair als een twistappel in de Partij geworpen.

Men verklaarde zich tegen de schrapping van de woorden, dat de Overheid geroepen is om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valschen godsdienst, waartoe de Synode der Gereformeerde Kerken te Utrecht in 1905 besloot, en maakte dit tot een politiek sjibboleth.

Vooral Prof. Dr H. Visscher, nummer één op de lijst van de Antirevolutionairen in den kieskring Utrecht, trok in deze sterk van leer.

Hij liet zich bepaald in een voor de Gereformeerde Kerken vijandigen zin uit.

Hier volgt een citaat tot bewijs.

„Anders (dan de Afscheiding) is de beweging van 1886, die vrucht is van kerkelijike politiek: het begrip der zgn. vrije kerk werd ingevoerd. Dit begrip is verre van onschuldig, immers het geheele staatsbegrip moet dan gewijzigd worden. Galvijn zou vermoedelijk gegruwd hebben van een dergelijke Libertijnsche conceptie. Het Neo-Galvinisme staat in zijn beschouwing van de verhouding van Kerk en Staat ver af van Galvijn, die niets wilde weten van zulk een vrije kerk-idee en den noodzakelijk daarmede gepaard gaanden tolerantie-staat, welke van liberalistischen oorsprong is. De leus van niet alleen volstrekte vrijheid van religie, maar ook van onbelemmerde openbaring naar buiten, welke luide wordt aangeheven, speelt in Rome's kaart

evenals Thorbecke's liberalisme." „Dit nu", zoo vervolgt Prof. H. Visscher, „is in flagranten strijd met toeel art. 36. Het conse(iuente gevolg daarvan ware: het artikel ganschelijk te schrappen. Zoo zou de overheid vervallen in het tegendeel van wat art. 36 belijdt. Het zet de deur open voor volmaakte losbandigheid en de revolutie. Aan Christus' souvereine majesteit is ook de 'Staat onderworpen. Onder het masker eener valsche vrijheidsieuze mag de Staat niet mee­

werken het volk naar den afgrond te voeren." Door zulke taal wordt de splijtzwam in de Antirevo­

lutionaire Parlij aangekweekt. Eigenlijk ligt hierin besloten, dat zij, die in de schrapping van dezen passus bewilligen, geen goede Antirevolutionairen zijn.

Zij gaan zwanger van een libertijnsche conceptie.

Hun staatsidee is van liberalistischen oorsprong.

Zij spelen Rome en het liberalisme van ïhorbecke in de kaart.

Zij zetten de deur open voor volmaakte losbandigheid en de revolutie.

Waarlijk geen geringe beschuldigingen!

In dezen geest liet hij zich uit in een stembusspeech te Dordrecht.

Juist in Dordrecht boerden wij bij de verkiezingen hard achteruit.

Nu beweren we niet, dat prof. Visscher hiervan de schuld draagt.

Maar zeker blijkt hieruit, dat hij door zoo te ageeren tegen de Gereformeerde Kerken geen stemmen van Hervormden, Christelijke Gereformeerden en Kerstenianen heeft gewonnen.

Evenmin beschouwen we prof. Dr H. Visscher als de tolk van alle Hervormde Antirevolutionairen.

Er zijn er, die er anders over denken dan hij.

ïoch is hij een van de meest vooraanstaande Hervormde woordvoerders.

En zoolang de organisatie van Hervormde Antirevolutionairen dit gevoelen van prof. Visscher niet openlijk heeft gedesavoueerd, is het niet in orde.

Het moet van die zijde (onmogelijk worden gemaakt, - dat prof. Visscher of wie dan ook andere Antirevolutionairen verdacht maakt.

Gebeurt dat niet, dan zou er een uiterste noodzaak kunnen komen.

Een uiterste noodzaak om ook de Antirevolutionairen, die tot de Gereformeerde Kerken behooren, afzonderlijk te organiseeren.

Eigenlijk is dat op zichzelf reeds de konsekwentie van het verzamelen blazen van Hervormde en van Christelijke Gereformeerde Antirevolutionairen.

Maar het realiseeren van die konsekwentie • zou door het lijdelijk toezien van zulk een verdachtmaking kunnen worden verhaast.

Niet, dat wij aan die verhaasting willen meewerken. Integendeel.

Doch wij waarschuwen slechts.

Men kan met die Antirevolutionairen, die lid zijn van een. onzer Gereformeerde Kerken, niet alles doen.

Zij kunnen veel over hun kant laten gaan.

Maar zij mogen zich niet laten aanleunen, dat zij geen goede Antirevolutionairen zijn.

Nog eens, wij waarschuwen slechts. Wij waarschuwen: de kruik gaat zoolang te water tot zij barst.

Prof. Visscher en anderen: speelt niet langer uw roekeloos spel!

Wij voor ons drijven ten aanzien van art. 36 niet.

Wie vóór het behoud van de te Utrecht geschrapte woorden is, is voor ons even goed antirevolutionair als wie er tegen is.

Zelfs is het in onze Gereformeerde Kerken zóó gesteld: wie belijdt, dat het ambt van de overheid is om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valschen godsdienst, wordt vanhaar gemeenschap uitgesloten noch geweerd.

Men is vrij om het aan te nemen en te verwerpen.

Die woorden voi-men slechts geen akkoord van gemeenschap meer.

Het drijven moet dan ook gezocht aan de andere zijde.

De politieke verkettering is er in vollen gang. Och, dat men nog in tijds bedacht: wie wind zaait, zal storm oogsten.

Nu de zaken. zich zoo ontwikkeld hebben is er reden te 'meer om die partijtjes in de Partij met bekwamen spoed op te ruimen.

Al waren ze van geheel andere geaardheid, dan nog zouden zij de eenheid der Partij schaden.

Maar mi zij een kerkelijk cachet krijgen, zijn ze te gevaarlijker, doen zij aan den beproefden stelregel, dat kerk en politiek niet mogen vermengd, afbreuk en loopen zij uit op verzwakking en ten laatste op ontbinding van de Partij.

Het „afzonderlijk optrekken en gezamenlijk overwinnen" moge van toepassing zijn op partijen, die principieel veel met elkander gemeen hebben, maar op niet onbelangrijke punten verschillen, voor hen, die een en hetzelfde politiek beginsel huldigen is die leuze niet uitgevonden.

Wordt die taktiek binnen een partij gevolgd, dan is deze meteen door den dood geteekend.

Worden deze omstandigheden ernstig onder de oogen gezien.

Worde over dit ziekte-symptoom konsult gehouden.

Het leven en de bloei der Antirevolutionaire Partij hangen er aan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1929

De Reformatie | 4 Pagina's

PartUen in de Partij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1929

De Reformatie | 4 Pagina's