GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Vrije Kerkiled

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Vrije Kerkiled

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

X.

In ons vorig artikel spraken we den wensch uit, dat de Synode niet alleen de konklusies van het rapport over het vrije Kerklied zal aannemen, maar ook een stap in de richting der praktische verwerkelijking zal doen.

Waarin zal die stap moeten 'bestaan?

O.i. hierin, dat er Deputaten door de Synode worden henoemd, die tot taak hebben de praktische uitvoerbaarheid van de uitbreiding van den bundel „Eenige Gezangen" te onderzoeken.

Liefst zouden we hun niet in opdracht geven om, zoo hun onderzoek gunstig uitviel, ook maar dadelijk een aantal vrije kerkliederen, welke aan de te stellen eisohen voldoen, aan te bieden.

Wij zouden gaarne hun opdracht tot de praktische zijde der kwestie in het algemeen beperkt zien en niet, dat zij belast werden met het samenstellen van een bundel.

De les van - de Synode van Utrecht zij niet tevergeefs geleerd.

Over het principiëele onderzoek stapte Leeuwarden heen en de praktische uitwerking werd aanstonds tot het laatste toe door Deputaten doorgevoerd.

Bij die uitwerking werden de bezwaren, welke bij sommigen of velen in onze kerken leven, niet ten volle onder de oogen gezien. Over de regelen, welke men opstelde, viel nog heel wat te zeggen. Maar het meest heeft de proeve van kerkliederen, welke toen aan de Synode werd voorgelegd, aan de goede zaak afbreuk gedaan. Met die proeve waren slechts weinigen ingenomen.

Daarom moet deze kwestie nu wat kalmer aangepakt.

Misschien zal men er zich over verwonderen, dat wij 'dit als ons gevoelen uitspreken.

Wij hebben het nimmer onder stoelen of banken gestoken, dat wij warme en overtuigde voorstanders zijn van het vrije kerklied.

Wij hebben ook menigmaal er aanmerking op gemaakt, dat de kerkelijke molen vaak zoo langzaam maalt.

't Zou kunnen, dat iemand hiermee de door ons bepleite methode ten aanzien van het vrije kerklied in tegenstrijd acht.

Wij willen dan ook op dit punt gaarne rekenschap van onze gevoelens afleggen.

En dan mogen we in deze zaak de historie niet het zwijgen opleggen.

De afscheiding was over het geheel sterk tegen de gezangen gekant. Nu gold dit wel de onwettig ingevoerde „Evangelische Gezangen". Maar bij het volk ontstond de overtuiging, dat alleen de psalmen in den eeredienst thuis hoorden. Men was tamelijk wel bereid om de krasse uitdrukking: „hoerenliederen" op alle gezangen (behalve dan de „eenige") toe te passen. Later rezen in de klingen der Afscheiding andere stemmen op. Brummelkamp en anderen voerden het pleit voor de gezangen. Zelfs een bloemlezing uit de Evangeüsohe Gezangen kon bij hen genade vinden, mits deze het kerkelijke ijk ontving. Prof. Lindeboom sprak het eens uit: „Wij hebben de kerken van het synodale juk vrijgemaakt, nu moeten wij ook de gezangen van dat juk bevrijden".

Dat was een geheel andere toon dan in de eerste jaren der Afscheiding.

'Het beteekende stellig een zwenking.

Maar het 'Gereformeerde volk zwenkte niet mee.

Het bleef de pleitbezorgers van gezangen hoog achten, doch op 'dit punt volgde het hen niet.

Wat er eenmaal is ingeheid, haalt men niet zoo spoedig meer uit den grond.

In 'de Doleantie verliep ihet op gelijksoortige wijze.

De Gezangen werden aan heftige kritiek onderworpen.

Alleen 'de psalmen (met de „eenige") werden gezongen.

Zelfs moet er een oogenblik van aarzeling 'bij een der leiders zijn geweest, of men niet liever tot de psalmen van Datheen zou terugkeeren.

De grief raakte de onwettig ingevoerde gezangen, waarin — en zeker niet ten onrechte — ook ketterijen werden aangewezen.

Doch in de gemeente ontstond vrijwel een algemeens opinie, dat alle gezangen uit den booze waren.

Toen 'dan ook later Dr Kuyper het voor het vrije kerklied opnam, wreef men zich de oogen uit.

I Men begreep 'deze „koersverandering" niet.

Oorzaak was natuurlijk, dat men niet scherp onderscheidde.

Maar voor een deel ligt toch ook de oorzaak 'hierin, dat niet van meetaf zeer sterk de gedachte op den voorgrond werd gesteld, dat het vrije kerklied als zoodanig niet werd veroordeeld.

Nu zet men een meening, 'die eenmaal bij 'het volk wortel heeft geschoten, niet zoo plotseling om.

Alleen in den weg van overtuiging valt iets te bereiken.

Daarom moet er een nieuwe overtuiging worden gekweekt.

Dat mag men niet aan den tijd overlaten.

Men mag er niet rustig bij neerzitten.

Als we zeiden, dat die overtuiging moet gekweekt, sluit dit activiteit in. worden

Kr moet rusteloos aan gearbeid.

Eén der doeltreffendste middelen is het opstellen van doge rapporten en de .populariseering daai'van.

Dat geschiede niet in een overhaast tempo.

Want dit is aan het kweeken van werkelijke overtuiging niet ^bevorderlijk.

Daardoor kan men alleen overrompelen.

Maar dat wreekt zich later toch.

Het is wel spijtig, dat het zoo staat geschapen.

Doch we kunnen de historie niet met spons en zeem ongedaan maken.

Ontwakende consciëntle.

Op velerlei wijze blijkt, dat de consciëntie van breede kringen in de christenlanden ontwaakt en in verzet komt tegen de bolsjevistische geloofsvervolgingen.

Het is een uitnemend denkbeeld, om de vervolgden in afzonderlijke gebedsuren met de gansche gemeente op te dragen voor den troon der genade.

Maai' ook aan dat bidden moet zich het werken paren.

De consciëntie noopt daartoe.

Ook hier moet uit de werken het geloof des gebeds worden getoonJ.

Doch nu staat men voor de vraag: hoe kan er gewerkt worden?

Men weet dit niet recht.

Men begrijpt wel zoovc-e', dat de kerk en de christelijke staat hier een roeping hebben.

De kerk door te getuigen tegen den gruwel der goddeloosheid.

De staat door te protesteeren en zoo het kan in te grijpen.

Samenwerking van waarlijk christelijke kerken, aller-

oerst van Gereformeerde Kerken over de wereld is hier gewenscht.

Men zegge niet: Moscou lacht erom.

De consciëntiekreet is door geen spot te smoren.

Het moet Moscou in den naam van den Koning der Jvoningen worden aangezegd, dat zoo hel den Zoon ongehoorzaam is, hel door Zijn toorn zal vergaan.

... moet aan Moscou mei profetenstem worden gepredikt, heizij het dit hooren, oï hetzij het dit latv.: i zal.

Profeten vragen niet naar succes.

Profeten spreken omdat hun de boodschap brandt sp de tong.

Ligt hier niet oen roeping voor Deputaten voor de correspo.naentie met de buitenlandscho korkon in o\i-; lo£; •aet de kxlen van het n Icramen der vorige SynodeV

Doch ook de christelijive staat mag niet werkeloos i; lijven.

Wij zouden onze politieke leidslieden willen verzoeken, de hoofden eens bijeen te steken om den vorm te vinden, waarin dit kan geschieden.

Men stelle ook hier het succes niet voorop.

Ook in die politiek werke geloofsdrang.

Een ontwaakte consciëntie heeft geen rust.

Zij kan niet wachten tot zich misschien over een half jaar of langer een gelegenheid opdoet.

De gelegenheid behoort desnoods geschapen Ie wci'den.

Wij kennen heel goed de zwarigheden, welke zich hierbij voordoen.

Maar .als de consciëntie goed wakker is geschud, •^vorden de bezwaren overwonnen.

Ons oog is gericht op onze staatsliedcn-Christusbelijders.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Vrije Kerkiled

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1930

De Reformatie | 8 Pagina's