GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Indrukken van den dag.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indrukken van den dag.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Briaceton, 1 April 1930.

Dat ik het met mijn logies uitstelcead heb getroffen, behoef ik wel niet te verzekeren. Gelijk ik vroeger reeds meedeelde, waren Dr en Mevrouw Zwemer zoo vriendelijk mij onderdak te verleenen. Hun hartelijkheid kan ik niet genoeg roemen. Zij gunnen den gast, die nog al wat om handen 'heeft en werkelijk meer heeft te doen dan 's avonds gedurende een uur een lezing houden, de grootste mate van vrijheid. Zij stelden als het ware heel hun huis te mijner beschikking. Ik heb behoefte het hier uit te spreken, dat ik hun bijzoadere gastvrijheid niet genoeg kan waardeeren. Dankbaarheid vervult mijn hart.

Dr Samuel Zwemer is een interessante persoonlijkheid. Zelfs is hij Amerikaan van geboorte, maar hij is van Zeeuwsche afstamming. Hij spreekt perfect Hollandsch en het is hem aangenaam daarin te converseeren. Dat roept bij hem herinneringen wakker aan het ouderlijke huis, waar het Nederlandsch nog in eere was. Het grootste deel van zijn leven heeft hij aan het praktische zendingswerk onder de Mohammedanen gewijd. Eerst in Arable, daarna in Egypte. Hij leest, spreekt en schrijft het Arabisch, alsof het zijn moedertaal was. Het is een lust de curiosa te beziohtigen, welke hij van zijn. arbeidsveld heeft meegebracht. Bijzondere belangstelling boezemden mij de Koranuitgaven in, welke in zijn bezit zijn. Hij beschikt over een vruchtbare pen en deed een respectabele stapel boeken het licht zien, meestal over den Islam. Dit alles maakte hem in Amerika vermaard. Een eigenaardig staaltje toonde dat. Een vorig maal werd tevergeefs moeite gedaan • om mij een clergy permit te bezorgen. Wat dat is, wil ik even uitleggen. Predikanten ©n emeritus-predikanten ontvangen van de Amerikaansche spoorwegmaatschappijen een belangrijke reduktie voor 'hun reizen. In het Oosten maakt dat een verschil van de helft, in het Westen van een derde op de gewone passagiersprijzen. Tegenover vreemdelingen, al bezitten zij hetzelfde radikaal, staan de maatschappijen nog wat onwennig. Maar de naam van Dr Zwemer werkte als ©en „Sesam, open u". Hij beeft het volle vertrouwen en hem zal men niets weigeren. En nu ik eenmaal voor het Oosten zulk een clergy permit heb, lijdt het geen twijefl, of ik zal er ook wel een voor het Westen krijgen. Dit teekent den invloed, welken Dr Zwemer bij de autoriteiten in Amerika heeft.

De vrouw, die God hem gegeven heeft, een Amerikaansche, die wel wat Hollandsch verstaat, maar het niet spreekt, is hem in den vollen zin des woords een levensgezellin. Zij heeft zich hem en zijn arbeid geheel toegewijd. Geen offer was haar te zwaar. Op het zendingsveld heeft zij met haar man met groote moeilijkheden te kampen gehad. En toch spreken zij er over, alsof het iets heel gewoons is. De verklaring daarvan vindt men in een ingelijste spreuk, opgehangen in de studeerkamer, welke in het HoUandsch aldus kan vertaald: alles wat ik heb, is voor het koninkrijk van Christus, ik begeer niets voor mij zelf.

Onder de vele verhalen, welke ik uit hun mond vernam, greep een mij het meest aan. Lang hadden zij onder de Arabieren gewerkt, zonder dat deze «enige toenadering toonden. Twee van hun kinderen stierven. Het werd hun niet toegestaan hen bij de andere dooden te begraven. Evenals Abraham moesten zij grond koopen, om daarin de lichaampjes aan de aarde toe te vertrouwen tot den dag der opstanding. De Arabieren dachten niet anders of zij zouden nu wel spoedig vertrekken, omdat de toom van Allah hen zóó had getroffen. Maar, hoewel hun hart bloedde, bleven zij uit gehoorzaamheid aan Hem, die hen gezonden had. Dit had een verrassende uitwerking. De Arabieren legden hun onaandoenlijkbeid af. Het ijs was gebroken. Zij meden de Zwemers niet langer. Zij bleken ontvankelijk voor het woord des evangelies.

Ondanks alle wederwaardigheden is Dr Zwemer een geloovig optimist gebleven. Misschien is zijn optimisme in den loop der jaren wel gegroeid. Veel lof had hij voor onze Zending op Java. Sinds een 'jaar is 'bij hoogleeraar te Princeton. Ook in zijn nieuwen werkkring gaat hij geheel op. De Zendingsvakken zijn aan hem toevertrouwd en bovendien de geschiedenis van de pseudojeligies. En waar ook ik een deel van de laatste heb te doceeren, waaronder ook de Islam, ligt bet voor de hand, dat v^e daarover veel van gedachten wisselden. Vooral omdat onze opvatlingen volkomen homogeen waren, begrijpt men, dat onze gesprekken vlotten en het zal mij spijten, als ik straks afscheid van hem moe't nemen. Behalve de zorgen van het professoraat, drukken op hem het redakteurschap van de Moslim-world, een voornaam Zendingstijdscbïift, en tal van uitnoodigingen om voor de zending te spreken. Ik werd wel wat jaloersch om de wijze, waarop hij verlichting van jZijn arbeid krijgt. Eiken morgen komt er bij hem een sten o-typiste, die zijn gedikteerde korrespondentie uitwerkt. Wanneer onze hoogleeraren zich zulk een weelde konden veroorloven, zouden zij meer kunnen presteeren. Ik althans zou niet over achterstand in'mijn korrespondentie hebben te zuch­ ten. Die neemt een groot deel van den tijd in beslag, welke beter kon besteed.

Heerlijk is het in dit huis te vertoeven. Men gevoelt het: hier woont de Geest van Christus.

Als Dr Zwemer dit leest, zal hij het wellicht onbescheiden vinden, dat ik zooveel over hem gesproken heb. Hij vergeve mij. Maar ik vond het nuttig voor mijn lezers, dat zij op deze manier hem en ^ijn vrouw nader leerden kennen.

Princeton, 2 April 1930.

Het seminarie van Princeton heeft een rijke geschiedenis.

In 1809 werd op de Generale Synode van de Presbyteriaainsche Kerk door den kerkeraad van Philadelphia voorgesteld een theologisch seminarium op te richten. De commissie, hiervoor benoemd, werkte 3 plannen uit, het eerste om een school te stichten in het toenmalige centrum, het tweede om twee scholen op te richten, een in het Noorden en een 'in het Zuiden, het derde om in bet ressort van elke Particuliere Synode een Theologische School te "bouwen.

Aan het oordeel der kerkeraden onderworpen, kozen deze voor één enkele school. Dit werd 'door de Synode van 1811 aangenomen. In 1812 werd tijdelijk als jilaats aangewezen Princeton, een Direktorium werd benoemd en Dr Archibald Alexander werd aangewezen als hoogleeraar in de leerstellige en polemische Godgeleerdheid. Een zeer klein begin alzoo. Doch reeds in 1813 werd Ds Samuel Miller aan hem toegevoegd als hoogleeraar in de kerkgeschiedenis en het kerkrecht. Tevens werd besloten, dat het seminarie blijvend te Princeton zou zijn gevestigd.

Destijds bestond er te Princeton reeds een ooilege, een inrichting, welke iets meer omvat dan ons gymnasium, maar toch de hoogte van een universiteit niet bereikt. Met de curatoren van dit college werd een overeenkomst gesloten, dat de studenten van het seminarie de gebouwen van het college zouden mogen gebruiken en tegelijk werd ruimte aangeboden op den „campus" — onze lezers zullen zich herinneren wat dat is — om een gebouw voor bet seminarie te zetten. Daarbij werd bepaald, dat zoolang het seminarie te Princeton zou blijven, geen professoraat in de theologie aan het college zou worden gesticht.

De eerste colleges werden gegeven in de studeerkamer van Dr Alexander en later tijdelijk in de gebouwen van het college. In 1817 verrees de massale Alexander Hall, dat op het oogenblik als hospitium is ingericht en waarin ook enkele zalen voor studenten zich bevinden. Met klimop omrankt, maakt het ©en grootschen indruk. Indien het tegenwoordige papier van ons blad er zich beter toe leende, zou ifc verzoeken een foto ervan hier af te drukken.

Met weinig studenten begonnen, werden er sedert tot 1929 toe 7501 studenten ingeschreven, waarvan 544 zich aan het werk der zending gaven.

Het doel van bet Seminarie werd indertijd door de Generale Synode zeer breed omschreven. In de inleidingswoorden leest men: „en opdat het war© doel van de stichters van deze inrichting 'bekend moge zijn aan het publiek, beide nu en in den komenden tijd en voornamelijk, dat dit doel ten allen tijde duidelijk moge voor bogen staan en heilig in acht genomen beid© door de leeraars en de leerlingen van het seminarie, werd het geschikt geacht daarvan een kort begrip en uitvoerig uittreksel." En dan volgt daarop onmiddellijk: „Het is om mannen te vormen voor de bediening van het evangelie, die waarachtig zullen gelooven en hartelijk liefhebben, en daarom zullen trachten te propageeren en verdedigen in zijn zuiverheid, eenvoud en volheid, dat systeem van geloof en praktijk, dat uiteengezet is in de geloofsbelijdenis. Catechismussen en Kerkenorde van de Presb'yteriaansche Kerk en alzoo Ie bestendigen en uit te breiden de \yaarachtige vroomheid ©n orde des evangelies."

In een tijd, toen in Europa het Calvinisme zoo schaarsch was, werd uit zuiver Calvinistische motieven het Seminarie te Princeton geboren. Het was vooral Charles Ho dg©, die daarop zijn stempel heeft gedrukt. In 1822 benoemd tot hoogleeraar voor de „Oostersche en bijbelsche letteren" heeft hij toch het meest invloed geoefend door zijn Dogm.atiek. Die Dogmatiek was langen tijd de eenige Gereformeerde (afgezien van de ouder© werken) op de wereld. Zij vertoonde inzonderheid het scholastieke type van Turretinus, dat tot den huldigen dag in Princeton bewaard is gebleven. De dogmatiek van H o d g e werd aanbevolen en gebruikt door Kuyper en Bavinck ten onzent, ofschoon deze zich minder dicht bij Turretinus aansloten, dieper in de oude theologie groeven en de dogmatiek op den duur ze'lfstandiger opbouwden: Niettemin is Hodge's dogmatiek in een tijd toen de Bemiddelingstbeologie en het Modernisme hoogtij vierden, de rots gebleven, waar alle wetenschappelijke beoefenaars der Gereformeerde theologie zich verzamelden. Nog altijd is voor Üngelschsprekende Gereformeerden b.v. in Schotland het werk van Hod ge HET handboek. Groot© dank is ons Calvinisme daarom aan Princeton verschuldigd. (Wie over Hodge meer wil weten, leze het proefschrift van Dr Danhof: Charles Hodge as a dogmatician). Van fle overledenen, die den arbeid van Hodge voortzetten, zijn vooral te noemen: A. A. Hodge en Benjamin Wiarfield.

Thans telt het Seminarie van Princeton niet minder dan 8 gewone hoogleeraren; clrie „instructors", waarvoor wij tn onze akademische wereld geen acquivalent hebben (zij staan iets beneden onze buitengewone hoogleeraren en hebben geen vast© aanstelling, zij naderen meer de „assistenten"'); twee lectoren; drie „visiting professors", die hun ambt in de 'kerk blijven uitoefenen, maar enkele colleges geven en 'twee „directors", één in de welsprekendheid en een in de muziek. Alzoo een staf van 18 docenten.

Geen enkele Theologische Fakulteit in ons land kan daartegen op. Maar ofschoon zoo buitengemeen toegerust, hebben dit seminarie, noch de professoren ooit het .promotie-recht voor zich opgeëischt. Wel bestaat er ©en „post graduate course" d.w.z. een cursus voor hen, die candidaats hebben afgelegd. Daar kan een B; . D. (Bachelor of Divinity) worden behaald. Maar de doctorstitel wordt er niet uitgereikt. Wie dien wil bekomen moet aan een universiteit gaan studeeren.

Het seminarie huldigt nog altijd het klassensysteem, d.w.z. de ©erste, tweede on derde jaarsstudenten ontvangen afzonderlijk college en moeten aan het eind van elk jaar een examen afleggen, een systeem dat oofe in andere landen wordt gevolgd en dat voordeelen biedt voor studenten, die geen zelfstandigheid genoeg bezitten pm regelmatig te werken, maar ook nadeelen, omdat op de colleges minder kan worden behandeld.

In het begin van den cursus 1929—1930 studeerden er te Princeton 31 studenten in den cursus der gegradueerden (candidaten), 53 studenten van bet derde, 40 van het tweede ©n 43 van het eerste jaar, terwijl er 6 als „gedeeltelijke" studenten stonden geboekt. Bij elkaar dus 173.

Nog meer dan de Vrije Universiteit is het Seminarie te Princeton een internationaal centrum. Onder de buitenlanders zijn er uit Argentinië 1, Brazilië 1, Bulgarije 1, Canada 3, China 4, Duitschland 1, Hongarije '2, Indië 2, Ierland 4, Japan 4, Korea 2, Mexico 1, Nieuw-Zeeland' 1, Perzië 1, de Filippijnen 1, Porto Rico 1 én. 'ükranie 1. Het feit, dat daai-hooger geldelijke tegemoetkoming kan worden .geschonken en dat er in een wereldtaal gedoceerd wordt, werken dit niet weinig in de hand.

Over een groot aantal beurzen heeft het seminarie de beschikking.

Ik ontleen de cijfers aan den laatsten „catalogue".

Ik hoop, dat zulk ©en kijkje in het interieur van het beroemde Princetonsche Seminarie menigeen zal interesseeren.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Indrukken van den dag.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1930

De Reformatie | 8 Pagina's