GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Veroordeelde steun?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veroordeelde steun?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volgens mededeelingen in de Pers heeft de classis 's Hertogenbosch der Gereformeerde Kerken zich uitgesproken over een kwestie, die speciaal in het Zuiden van ons land de aandacht had. In „De Standaard" van Dinsdag 9 Juni komt in verband daarmede het volgende bericht voor:

Naar men weet staan 'de Oeref. Kerien in Nederland er zeer op, dat geen „zilveren koorde" tussöhen Staat en Kerk besta. 'Deze 'kerken hebben dan ook constant geweigerd om den weg op te gaan van subsidie-aanvaarding van den StEuat, hoe dan ook en in welken vorm dan ook.

Nu deed zich «ohter 'het geval voor, dat de Geref. Kerken van Lutterade, Maastricht, Roermond en Tilburg een gift ontvingen van de burgerlijke gemeente ter plaatse voor den bouw van een nieu'we kerk, dat de •kerfc van Eindhoven door de N.V. Philips gesteund werd in den vorm van goedkoop verstrekten grond en dat de kerk van Treebeek een gebouw van de Staatsmijn ten gebruike kreeg. Bovendien werd de kerk van Lutterade door de Staatsmijn gesteund voor kerkbouw. Deze aangelegenheid 'kwam ter spraie in de classis 's-Hertogenhosch der Geref. Kerken, waar terzake, naar „De Heraut" thans mededeelt, een besluit werd genomen, waar o.a. in werd uitgesproken:

1. Dat ons bezwaar tegen zuivere suhsidie, van provincie of gemeente, van welken aard ook, principieel is, en dus in het vervolg een dergelijke steun van O verheidscolleges niet meer dient te worden aangenomen of aanvaard.

2. Dat bij het aanvaarden van steun door buiten ' 'het Geréf. kerkelijk leven stEiande personen, door bedrijven, of instelliugen, de grootste voorzichtig'heid dient te worden betracht, nimmer eenige (bezwarende voorwaarde mag worden aanvaard en in geen geval zóó mag worden te weri gegaan, dat door de wijze van aanvaarding of gebruiken van den steim de kracht van getuigenis tegenover den gever of de geefster, noch tegenover de buitenwereld, ook maar eenigszins mag worden gesohaad.

Het is altijd uiterst moeilijk om over kwesties als deze te schrijven. Immers behalve een principieele zijde hebben zij menigmaal ook een min of meer toevallige, practische kant.

Met het voorbehoud nu, dat het mogelijk is, dat in de onderhavige kwestie ook dergelijke op een afstand niet te kennen situaties aanwezig zijn en dat het gezegde op die bijzondere situaties dan niet van toepassing is, willen wij toch wel enkele kantteekeningen bij dit besluit maken.

In de eerste plaats merken wij op, dat wij het, natuurlijk met de grondgedachten van dit besluit volkomen eens zijn.

Dit neemt echter niet weg, dat er toch ook weer vragen rijzen. Immers een principe kan alleen toegepast worden in de praktijk. Met handhaving dus van de gedachte, dat wij theoretisch met de uitspraken van de classis Den Boisch meegaan, bedoelen onderstaande opmerkingen enkel aan de mogelijkheid van de toepassing in onderscheiden gevallen in de jiraktijk eenigen twijfel uit te spreken.

In de tweede plaats merken wij dan op, dat ook wij bezwaar hebben tegen zuivere subsidie van provincie of gemeente, maar dat nu de moeilijkheid pas begint. Het i's ons bekend^, dat er gemeentebesturen zijn, die den grond verkoopen voor een bepaalden prijs, maar die, als de kerk vraagt om grond te koopen, dezen, prijs belangrijk lager stellen dan wanneer zij den grond verkoopen voor huizenbouw. Mag nu de kerkeraad zulk een aanbod van de burgerlijke gemeente niet aanvaarden? Moet nu op principieele gronden elk voordeel, dat het gemeentebestuur bereid is aan een kerk te geven, eenvoudig worden geweigerd?

Het is ons zelfs bekend, dat het voorkomt, dat een gemeentebestuur den grond voor een nieuw kerkgebouw aan een kerk ten ^geschenke aanbiedt met de bedoeling, dat op deze wijze een mooier kerkgebouw ter plaatse zal verrijzen tot meerdere glorie van het dorp of het stadje. Moet nu de kerk zulk een aanbod van de burgerlijke gemeente weigeren?

Wij zijn natuurlijk erg bang voor het woord subsidie, maar mag de kerk ook niet indien slechts eenmaal zulk een geschenk gegeven wordt dit dankbaar aanvaarden?

Natuurlijk kunnen wij niet oordeelen over de situatie in de classis Den Bosch, maar w.ij hebben den indruk, dat het woord subsidie in elk geval niet van toepassing is op een gift ineens. Want natuurlijk, indien er wel êen stuk grond mag worden aanvaard van de burgerlijke gemeente, waarom mag dan ook niet voor eenmaal een gift van de burgerlijke gemeente worden ontvangen? Deze burgerlijke gemeente zal dit waarschijnlijk wel niet doen uit liefde voor de Gereformeerde Kerk, maar er zullen wel voor haar belangen zijn bij de verrijzing van een nieuw kerkgebouw of iets dergelijks.

Natuurlijk staat wel vast, dat geen, kerk zulk een gift zou mogen aanvaarden onder eenige voorwaarde, dat ook geen kerk een constante uitkeering zou mogen aanvaarden van de overheid, daar dan haar bestaan al spoedig afhankelijk zou.worden van het al of niet ontvangen van deze constante giften, die inderdaad het karakter van een subsidie zouden hebben. Maar wij willen wel eerlijk zeggen, dat het ons niet geheel duidelijk is, waarom een eenmaal, en dan nog wel voor het bepaalde doel voor het bouwen van een nieuwe kerk, bij welke boU'w de burgerlijke gemeente stellig belang heeft, geschonken gift niet zou mogen worden aanvaard.

In de derde plaats merken wij op, dat wij het ook met hetgeen de classis sub 2 uitsprak volkomen eens zijn, maar wel vragen wij ons ook hier weer af, of deze uitspraak niet wat eenzijdig is. Wat hier staat is volkomen juist, maar is er ook niet een andere kant? Is er ook niet dit, dat wij toch ook God moeten danken, dat er bij lichamen als de N.'V". Philips en de Staatsmijnen de neiging gevonden wordt om de Gereformeerde Kerk te steunen? Wijst het er niet op, dat er, toch ook van de Gereformeerde arbeiders een goede roep uitgaat en dat wij als Gerefoirmeerden een goede plaats mogen hebben in het midden van ons volk? Is het niet de gunst onzes Gods, dat wij niet enkel door hen, die onzen Christus en Zijn kerken fel vijandig zijn, omringd zijn en hebben wij daarvoor niet stof tot danken?

Wij hadden zoo graag in de laatste alinea van het besluit van 's Hertogenbosch een tusschenzin gelezen ongeveer als volgt:

„met dankbaarheid constateerende, dat de kerk van Christus in het midden der wereld niet enkel vijandschap, maar tot op onze dagen toe ook waardeering mag vinden”.

Hoewel wij principieel geen duimbreed mogen toegeven, is het wel de eisch, dat wij zien den zegen, dien God in de praktijk van het leven geeft.

Daarbij komt nog, dat misschien de vraag zou kunnen worden opgeworpen, of er ook tegenover de lichamen, die de kerk goedgunstig gezind zijn, en haar willen steunen, zij het dan ook om andeiK redenen dan om de religie zelf, niet alle mogelijke tact moet worden betracht. Want wij zijn het volkomen eens met de classis Den Bosch^ dat de kracht van getuigenis tegenover den gever of de geefster niet mag worden geschaad door het aanvaarden van een gift, maar die kracht van getuigenis mag evenmin worden geschaad door de wijze, waarop men een gift zou weigeren of door de wijze, waarop over het aanvaarden van een gift zou worden gehandeld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Veroordeelde steun?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1931

De Reformatie | 8 Pagina's