GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Komende.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Komende.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zie, Hij komt met de wolken. Openb. 1:7.

Wij Nederlanders zijn ietwat slordig in onze spreektaal. We verwisselen tegenwo.ordige en toekomende tijd nog al eens. Wie tot iemand bedoelt te zeggen, dat hij morgen komen zal, zegt in den regel: ik kom morgen; ge kunt er gerust op zijn, ik kom. En feitelijk had hij móeten zeggen: ik zal komen. Maar kortheidshalve heeft hij liiaar den tègenwoordigen tijd gebruikt.

Een Nederlandsch gebruik en gebrek. En — als we nu gaan lézen, ook in het Woord Gods, dan denken we met ons afgesleten taalgeiroel, dat da Bijbel even slordig spreekt als wij.

Zie, Hij komt met de wolken, roept Johannes uit. En we hebben er ons aan gewend, om dat zóó te verstaan: straks, aan het einde der eeuwen, dan zal onze Heere komen. Over vele of weinige eeuwen komt Christus weer. Toekomstverwachting, geschreven in dit woord van Patmos' ziener.

Maar dat staat hier niet. Zoo slordig is de Bijbel niet en zoo slordig zijn ook onze Statenvertalers niet te werk gegaan.

„Zie, Hij komt!" Tegenwoordige tijdsvorm, die uitdrukt, dat de Rechter van hemel en aarde reeds komende is. Nog ziet Hem het menschelijk oog niet. Maar Johannes ziet Hem van verre reeds, met een oog, verlicht door den Heiligen Geest. Zooals eens de andere Johannes bij den Jordaan den Heiland van verre naderen zag, en tot zijn discipelen riep: „Zie, het Lam Gods", zóó wijst de ziener de vragende gemeente naar omhoog, naar den verren horizont en roept in verrukking uit: Gemeente Gods, Hij komt! Temidden van de dichtopeengepakte wolken aan den horizont zie ik Hem reeds naderen. Hij komt!

Dat is Advent.

Advent is voor ons besef het blikken terug naar wat voor zooveel eeuwen plaats gegrepen heeft. Het vier weken lang zich verdiepen in het heilig verleden van profetie en Psalm en historie om eindelijk te knielen bij het kribje van Maria's Zoon.

Zeker, dat is het óók. We maken in den geest dien tocht door de wachtende eeuwen der oude bedeeling mee en jubelen eindelijk den lofzang der Engelen en der menschen mee van het Kind, geboren in de kribbe van' Bethlehem.

Maar Bethlehem is geen eindpunt. De gemeente heelt geen verleden alleen — van het verleden richt ze door het Woord des Heeren geleid den blik geloOivig vooruit. Dat Woord wijst ons naar de ongeworden toekomst, waarin andermaal de hemelpoort zich ontsluiten zal, en onze Heere komt.

Dat is Advent. Het zingen van de oude liederen der wachtende hoop, en het zien naar wat komt. Onze Heere zelf, en Zijn apostelen mee, hebben ons gezegd, dat Hij weer zal komen om Zijn bruid tot Zich te nemen in heerlijkheid.

En aan het einde der openbaringsperiode roept de ziener uit, wiens gezicht het Woord des Heeren afsluit: Ik zie Öem reeds komen. Hij komt met de wolken!

Zoo staat het er reeds eeuwen te lezen in het Woord. Voorgeslachten hebben het gelezen; onze vaderen; en ze zijn alle ontslapen, de beloftenis niet verkregen hebbende, maar in het geloof, dat als Hij gekomen is, de bazuin van den Engel hen weer wakker zal roepen uit hun graf. En nu 'lezen wij het.

Evenals de vorige geslachten. En toch niet. Johannes zag iets, wat anderen niet konden zien. De Christus Gods, die reeds komende was, was zóó ver nog weg, dat geen menschelijk oog Hem kon zien. Maar zoo blijft het niet! Naarmate de tijden verder schrijden, komt Hij dichter bij, en zal ook de gemeente den voietstap hooren en zullen de tijden spellen, dat Hij nader komt.

Is het heden niet? Is het niet, of door de tijden roept die machtige stem: Maranatha, Hij komt? Zwarte nacht is gevallen. De oordeelen Gods teisteren de volken. Oorlogen en geruchten van oorlogen. Dreigend revolutiegevaar, ook al dommelt ons volk in zalige rust voort. Beroering der volken van het verre Oosten tot het verre Westen toe.

Wat is dat nu? Wat zegt dat nu?

Nog iets anders en nog iets meer, dan dat er gevaar voor brood en arbeid is en zorg voor den gulden en verliezen op het Engelsche pond. Het dondert door de tijden: Jezus komt! En de gemeente? Waakt ze? Bidt ze: „Kom Heere Jezus"? Knielt ze en zingt ze aan het venster haar lied van verlangen? En bereidt ze zich voor Zijn komst?

Het is Advent wederom. En het roept met den Psalm der donderslagen door de tijden langs het zwarte zwerk: „Zie Hij komt."

Wat zal dan de gemeente des Heeren doen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Komende.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1931

De Reformatie | 8 Pagina's