GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De zang op de lagere school.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zang op de lagere school.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meermalen werd d© klacht vernomen, dat de kinderen op de lager© school niet altijd voldoende kennis ontvingen van het lied, dat in Christelijken kring bij voorkeur werd gezongen, in het bijzonder, dat zij niet altijd voldoende kennis hadden van de psalmen en die der evangelische gezangen, die algemeen gaarne worden gezongen. Ik weet niet, of deze klacht in haar algemeenheid gegrond • is. Wel ben ik overtuigd, dat er wel enkele scholen zijn, van welk© deze klacht geldt. Mij zijn gevallen bekend van scholen, waar men nimmer een psalmvers leerde, bij hoog© uitzondering een gezang en waar het lied zich verder beperkte tot versjes als „In een blauwgeruiten kiel", „merck toch ho© sterck", „De Geuzen zijn in den Bommelerwdard gevallen" en dergelijke, benevens eenige min of meer lyrisch© ontboezemingen over de morgenzon, over lentelicht, over vallende bladeren in den herfstj over schaatsenrijden, over vriendschap, over St. Nicolaas, over ©en zeker kerstkindje (dat in elk geval Christus niet is) ©n dergelijk fraais meer. Dat zulk doen heel erg fout is, oolc in paedagogisch opzicht, behoeft geen betoog. De school toch heeft in haar Christelijke opvoeding wel degelijk te rekenen met de behoeften van het Christelijk leven. Wanneer zij zou komen te staan buiten het normale geestelijke leven ea buiten datgene, wat de Christenen in d© ontwikkeling vrji hun geestelijk zijn bëhoeven zou zij daarmee opgehouden hébben nog een Christelijke school te zijn.

En nu werp© men niet tegen, dat het kind. immers toch niet begrijpt, wat de inhoud is van psalmen ©n gezangen. Ook al moge het waar zijn, dat niet elke uitdrukking door het kind begrepen wordt, het is de roeping van de school, om den inhoud van het geestelijk lied het kind zoo dicht mogelijk nabij te brengen.

Maar het is bovendien een averechtsche paedagogische opvatting, ' dat het kind alleen leeren mag wat het begrijpt. Ik ben ervan overtuigd, dat geen enkele jongen, die op de H.B.S. begint meetkunde t© leeren, begrijpt wat hij doet; dat geen enkel kind op de lagere school, dat aardrijkskunde leert, een juiste voorstelling heeft van wat het leert; dat evenmin het kind ^©n juist inzicht is bij te brengen omtrent de beteekenis van getalverhoudingen en dergelijke meer. Ma, ar daarorii zegt men niet: „Nu laten wij maar na, dit alles "aan het kind te onderwijzen".

Bovendien is de werking van het geestelijk lied in het latere leven van het kind niet hcht te overschatten. Hoeveel menschen hebben niet in uren van druk troost gehad door een vers, dat zij op tateren leeftijd eerst begrepen, maar dat zij in hun kinderjaren goed hadden gememoreerd. Waarachtig Christelijke opvoeding brengt zoo heel veel bij aan het kind, dat eerst op^ tateren leeftijd vrucht gaat dragen. Daarom is elke poging, om het leeren van het geestelijk lied op de school gemakkelijker te maken, zeer toe te juichen.

Bove^nstaande inleiding moet dienst doen, om bij de leze/s begrijpelijk te maken, waarom ik zoo verheugd ben over een serie boekjes, die ver-

vaardigd is door den heer C. van Dijl, Hoofd der Koningin Emmaschool te Amsterdam. Het zijn een viertal deeltjes, uitgegeven door de Evangelische gezangen-Compagnie. In de eerste plaats zijn het drie deeltjes onder den gemeenschappelijken titel „Elke-week-een-versje"; het eerste deeltje is voor het eerste en tweede leerjaar, het tweede voor het derde en vierde leerjaar, het derde deeltje voor het vijfde tot en met het zevende leerjaar. In het laatste boekje worden de eene week eenige versjes gerepeteerd en de andere week weer nieuwe versjes bij geleerd. Bij deze drie deeltjes, die tot mijn blijdschap alle reeds een tweeden druk beleefden, behoort een muziekboekje, waarin al de opgenomen versjes op muziek gezet (geschreven in den vioolsleutel on voorzien van cjjferschrift) voorkomen.

Voor zoover ik het kan beoordeelen, komen ia de boekjes bijna alle psalmen en gezangen voor, die ons Christelijk volk gaarne zingt. Bij wijze van voorbeeld geven wij hier het lijstje van de psalmen, zooals die genomen werden uit Ps. 1 tot en met 27: s. 1:1, 4; 2:7; 9:1, 2; 16:6; 17:3, 4, 8; , 19:1, 4, 5, 6, 7; 21:13; 23:14; 24:5; 25:2, 3, 4, 5, 6, 7; 27:1, 3, 5, 7.

Wanneer onze kinderen op school al deze versjes leeroii, behoeven zij tenminste niet op lateren leeftijd (zooals thans soms geschiedt, , ik weet dit uit ervaring) eerst te bladeren in hun psalmboekje, wanneer het bekende „Lout're goedheid, liefdekoorden" te zingen wordt opgegeven.

Aan het gezegde behoeven wij niet veel toe te voegen: Alleen dit: wanneer een school geen gebruik maakt van de boekjes van den heer Van Dij], verarmt zij zichzelf. Ik weet, er zijn ook andere manieren om psalmen en gezangen te leeren. Wie het op een andere manier doet, doet het ook misschien goed, maar wie het doet door bemiddeling van de boekjes van den heer Van Dijl, doet het stellig zeer uitnemend.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

De zang op de lagere school.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1932

De Reformatie | 8 Pagina's