GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Feesten der Wetenschap.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Feesten der Wetenschap.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl ik dit artikeltje schrijf, viert Amsterdam feest. Het is driehonderd jaar geleden dat het Amsterdamsche Athenaeum werd gesticht, de school waaruit later de Universiteit groeide.

In plechtigen optocht is de wetenschap over de straat getrokken en in plechtige zitting van den Senatus Amplissimus zijn redevoeringen gehouden, hooge koninklijke onderscheidingen en eere-doctoraten uitgedeeld.

Ongetwijfeld heeft de Amsterdamsche Universiteit een plaats der eere ingenomen op het erf der wetenschappen. Beroemde mannen hebben aan deze Universiteit gedoceerd en evenveel mannen van grooten naam zijn uit haar leerlingen voortgekomen.

Wij willen dan ook gaarne aan Amsterdam en aan deze Universiteit onze gelukwenschen bieden.

Maar bij dit feest meenen we toch twee opmerkingen niet te moeten achterhouden.

De eerste is deze: het lustrumspel „S.P.Q.A. '32'"

geeft allerlei historische herianeringen. Zieer nadrukkelijk wordt daar op den voorgrond gesteld, dat de oprichting van de Universiteit een daad was, gericht tegen den Calvinistischen geest.

En hebben wij de toelichting die de pers gaf wèl begrepen, dan staat zelfs 'het Oranjehuis onder de tegenstanders der vrijheid.

Dat zulk een spel in 1932 nog wordt vertoond, dat men de bewuste voorstelling thans ter verheerlijking van de eigen Universiteit meent te moeten houden, wijst er op, dat er nog altijd wetenschappelijke kringen zijn, die noch den geest van het Calvinisme van 1632, noch dien van 1932 begrijpen.

Om nu nog maar niet eens te spreken over de vraag, of het fijngevoeld is, het Oranjehuis, waaraan Amsterdam in de latere jaren zoo ontzaggelijk veel heeft te danken gehad, op een wijze zooals hier geschiedt, in de voorstelling te betrekken.

Dit lustrumspel lijkt ons dan ook een bedenkelijk bewijs voor het typisch karakter der libertinistische vrijheid die altijd weer met de leuze komt, „wij zijn verdraagzaam, maar de rest is onverdragelijk".

Dit lustrumspel lijkt ons een vlek op het overigens zoo schoone feest, dat Amsterdam deze week viert.

Een tweede opmerking is er te maken, en bij die opmerking ga ik vergelijken. Verleden week vierde de Theologische School te Kampen haar jaarlijkschen schooldag. De volgende week viert de vereeniging, waarvan de Vrije Universiteit uitgaat, in de jaarvergadering te Leiden eveneens haar jaarfeest.

Op onze School-en Universiteitsdagen komen de menschen die „de eenvoudigen in den lande" heeten, komen kruideniers en schoenmakers, politieagenten en boschwachters, tuinlieden en straatmakers samen met Ministers en oud-Ministers, met zeergeleerden en hooggeleerden, met hoogedelachtbaren en hoogedelgestrengen, en zij allen zijn één rondo-m, neen, in hun school der wetenschappen.

Hoe anders is het Amsterdamsche feest.

Het volk viert ook een feest want de grachten zijn verlicht, de fontein op het plein voor de ruimte die eerst door het „paleis voor volksvlijt" werd ingenomen, en die thans de plaats is voor het lustrumspel, spuit kleurige watermassa's omhoog in den donkeren ai.^nd; het is druk op straat; er valt wat nieuws te beleven; de studenten houden een fakkeloptocht; het is een genoeglijk kijkspul.

Maar van een eenheid tusschen volk en Universiteit is geen sprake. De Universiteit is het andere dat er ook is en dat noodig is, maar dat niet een stuk van het eigen leven is.

Hoe rijk zijn wij dan in de eenheid die daar is door het geloof in Christus, tusschen aUen die Zijn Naam behjden.

Wij kennen en erkennen niet een tegenstelling tusschen de wetenschap en het leven, omdat wij gelooven dat voor degenen die van Christus zijn het geldt: „alles is uwe".

Volgende week hebben onze lezers de gelegenheid om op den Universiteitsdag te Leiden den rijkdom der Gereformeerde belijdenis te beleven in de viering van de eenheid des levens, die daar is voor allen, die de hoogte en diepte van de gave G-ods in Christus hebben leeren verstaan.

En daarmede wordt de Universiteitsdag van de volgende week een feest, dat verre uitgaat in waardij en glans, boven het feest dat Amsterdam deze week viert.

Wij hebben geloof genoeg om ook in den tijd van crisis, dezen levensrijkdom bestand te weten tegen de machten die met ondergang hen bedreigen.

En wij zullen dat laten zien door onze stage belangstelling.

Dat de Theologische School en de Vrije Universiteit blijven staan in een tijd van weelde zooals wij die gekend hebben, dat is het wonder niet; maar dat wij ook in crisistijd den moed hebben het offer te vragen in dien dienst der wetenschap, ook van de eenvoudigen in den lande, dat is het bewijs van 'Gods genade, dat is het feest der wetenschap,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Feesten der Wetenschap.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1932

De Reformatie | 8 Pagina's