GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Martelaarsgeest.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Martelaarsgeest.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar Naboth zeide tot Achab: at late de Heere verre van mij zijn, dat ik u de erve mijner vaderen geven zou! Toen kwamen de twee mannen, zonen Belials, en zetten zich tegenover hem; en de mannen Belials getuigden tegen hem, tegen Naboth, voor het volk, zeggende: aboth heeft God en den koning gezegend. En zij voerden hem buiten de stad, en steenigden hem met steenen, dat hij stierf. 1 Koningen 21 : 3 en 13.

Maar Naboth zeide tot Achab: Dat late de Heere verre van mij zijn, dat ik u de erve mijner vaderen geven zou!

Toen kwamen de twee mannen, zonen Belials, en zetten zich tegenover hem; en de mannen Belials getuigden tegen hem, tegen Naboth, voor het volk, zeggende: aboth heeft God en den koning gezegend. En zij voerden hem buiten de stad, en steenigden hem met steenen, dat hij stierf. 1 Koningen 21 : 3 en 13.

Naboth wordt door den Heere gesteld tot een getuige, die de eer van Gods Wet den vertreder van 'sHeeren ordinantiën nadrukkelijk voor oogen stelt. Door hem heeft God Zijn Naam verheerlijkt tegenover den goddeloo> zen Achab.

tegenover den goddeloo> zen Achab. Naboth doet denken aan Job. Alléén, het proces gaat hier nog verder. Moest de satan Jobs leven ontzien, bij Naboth wordt hem toegelaten, door de hand van Izébel, ook diens leven aan te tasten. Naboth staat alzoo in de rij der martelaars, die om den Naam en de zaak des Heeren zijn gedood. Deze ontzettende geschiedenis moet worden beschouwd in het licht van het gebed, door Luther uitgesproken in den nacht vóór den rijksdag te Worms: „Heere, wat er van ons terecht komt, doet er niet toe, als Uw Naam slechts verheerlijkt wordt."

Wie hier ziet op de dingen van beneden, gevoelt allicht medelijden met den armen Naboth. Dan komen verschillende vragen in het hart op, die wij, inplaats van ze over de lippen te doen komen, veeleer hebben te weerstaan. De vraag, hoe deze historie toch is overeen te brengen met de rechtvaardigheid Gods, overschrijdt de grens, die wij ten opzichte van de leidingen des Heeren altijd streng hebben te eerbiedigen.

Maar wie Naboth beschouwt in het licht des geloofs, als een man, die opkomt voor Godes eere; die verwaardigd wordt in Gods kracht paJ te staan voor het onkreukbare van 's Heeren Wet; die genade ontvangt voor den Naam en de zaak des Heeren zichzelf en al het zijne gewillig ten offer te brengen, gevoelt, inplaats van medelijden, heilige verwondering in de ziel.

Naboth is een helder brandende kandelaar in den tempel des Heeren. Hij betoont met de daad Goid lief te hebben boven alles. Zoo-staat hij naast d© apostelen, die, als zij gegeeseld waren, niet bedroefd, maar verblijd heengingen, wijl zij verwaardigd werden om 's Heeren wil smaadheid en verdrukking te lijden. Hij was, evenals Paulus, bereid voor 's Heeren Naam niet alleen te lijden, maar ook te sterven. Hij heeft een licht van genade ontvangen, bij welks helderen glans de schittering van alle aardsche dingen dof en mat werd voor zijn oog.

Behoort Achab tot d© goddeloosten onder de goddeloozen, Naboth staat in de rij der uitnemendsten onder de heiligen, die door den Geest des Heeren bekwaamd werd, zich boven het kleine, het gewone en alledaagsche van dit leven te verheffen. Niet huis en erf, niet brood en kleeren, maar 's Heeren Naam en 's Heeren Wet zijn hem van alle dingen het hoogst. Daarvoor houdt hij zelfs zijn leven niet te lief.

De geschiedenis van Naboth spreekt met bijzonderen nadruk tot het volk des Heeren van dezen tijd, met zijn zoo sterk op den voorgrond tredend materialistisch karakter. De kinderen onzer eeuw jagen naar geld en goed. Om God en Zijn Woord bekommeren zij zich niet. En helaas! ook bij menig belijder van 's Heeren Naam hebben d© stoffelijk© dingen in hart en leven veel te groote plaats. Door den geest der eeuw besmet, is menig christen in gevaar, om, als het aankomt op de keuze óf den ©isch van het gebod Gods te gehoorzamen óf den wil van een invloedrijk patroon te doen, het gebod des Heeren geheel of ten deele terzijde te stellen. Men tracht dan het beschuldigend geweten te stillen door de gedachte: „om zijn brood, om de welvaart van zijn gezin, doet een mensch al wat". Maar één gulden in de vreeze Gods en met 's Heeren gunst verkregen, is tot grooter zegen dan tien gulden, die wij: aannemen uit de hand van satan en wereld.

Tegen dit al méér dreigend gevaar van onzen tijd moeten de geloovigen ernstig op hun hoed© zijn, biddende, een kloeken geest te mogen ontvangen, die vrijmoedig en getrouw maakt, om uit te komen en op te komen voor den eisch van 's Heeren heilige Wet. Om een kloeken geest, die niet terugdeinst voor hoon en smaad. Om den geest van het martelaarschap, die, als de nood het vordert, bereid is voor de Waarheid gewillig zware offers te brengen; die dus, al zou men er veel om moeten derven, de getrouwe belijdenis niet verloochent of verzaakt.

't Is de genade en de eere der martelaars geweest, dat zij voor de waarheid Gods goed en bloed niet te kostbaar hebben geacht. Geen duimbreed wek©n ze, ook niet bij de vreeselijkste bedreigingen. Pal bleven zij staan — in het gezicht van het ^chavot en den brandstapel. Wat in de toekomst gebeuren zal, kan ons hart doen beven. Doch thans worden wij voor zulk een vuurproef, in onderscheiding van andere landenj nog niet gesteld. D© vervolging van den modernen tijd is smaad en hoon, achteruitzetting en stoffelijke schade.

Zij het d© bede van ons hart, dat de Heerei ons, en vooral ook onze zonen en dochteren, de genade verleene, de eere Gods en den heiligen eisch van Zijn gebod boven alle andere dingen te doen gelden.

D© genade der getrouwheid maakt een eenvoudigen godvruchtigen daglooner tot een held, die zich vorstelijk gedraagt ten opzichte van den Heere en van de menschen. Zulke kloekmoedige getuigen zijn mannen van hoogen adel. Zulke trouwe Christelijke mannen en vrouwen heeft de Kerk des: Heeren in onzen tijd dringend noodig. Mannen en vrouwen, jongelingen en jongedochters, die niet wijken voor den geest der eeuw, omdat de lieM© Gods door den Heiligen Geest in hun harten werd uitgestort.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Martelaarsgeest.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1932

De Reformatie | 8 Pagina's